Nationaal park Kruger
Van Wikipedia
Het Nationaal Park Kruger (ook wel Krugerpark of Krugerwildtuin, Engels: Kruger National Park) is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. In 1926 werd het gebied door de Britten verklaard tot nationaal park, en vernoemd naar Paul Kruger, voormalig president van Transvaal. Het is verder onderdeel van het grensoverschrijdende Great Limpopo Transfrontier Park, waarin ook parken gelegen in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.
Het Kruger Park is 380 km lang, 60 km breed en heeft een totale oppervlakte van ongeveer 20.000 km2. Het park bevat 25 kampen, waarvan 12 grote kampen zoals Skukuza, Lower Sabie en Satara. Alle kampen zijn omheind. Alleen in deze kampen, en op aangewezen plaatsen zoals picknickplaatsen als Tshokwane, is het toegestaan voor bezoekers om uit de auto te stappen.
Naast de grootte is dit park ook bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde 'Big Five' het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Van deze laatste leeft in het Kruger Park de grootste populatie ter wereld. In 2003 telde het park 11.700 Afrikaanse olifanten. Naast deze vijf dieren zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, bavianen en diverse vogelsoorten.
Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen, zoals Masorini en Thulamela. Deze archeologische plekken stammen uit de Steentijd, de IJzertijd en uit de tijd van de Bosjesmannen (San). Het park trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.
[bewerk] Externe link
- www.southafrica.net, toeristische informatie over het Krugerpark
- [1] Overzichtelijke website van alle nationale parken in Zuid Afrika waaronder Het Krugerpark.