Nederlandsche Handel-Maatschappij
Van Wikipedia
De Nederlandsche Handel-Maatschappij werd op initiatief van koning Willem I in Den Haag opgericht op 9 maart 1824. De doelstelling was expansie van handel en industrie, in voortzetting van wat tijdens de Franse overheersing van 1795 tot 1813 was ingezet. De NHM was een import en export bedrijf dat bestaande handelsrelaties moest uitbouwen en nieuwe handelskanalen moest aanboren.
Door de verbondenheid met de Nederlandse regering speelde de NHM een belangrijke rol in het ontwikkelen van de handel tussen de Nederlanden en Nederlands-Indië. De NHM acteerde als staatsbankier, handels- en transportonderneming, en inde belastingen in natura volgens het door Johannes van den Bosch ingestelde Plantagesysteem. De NHM verzorgde de verkoop en het transport van deze belastingen in natura, meestal thee, koffie, suiker en rubber. Het succes waarmee de organisatie dit deed, leidde tot de bijnaam Kompenie Ketjil, ofwel de Kleine Compagnie naar de veel oudere en grotere Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Nadat de Nederlanden in 1830 werden opgedeeld in Nederland en België werd de NHM ook een kapitaalinvesteerder in diverse industrieën, voornamelijk in de Twentse textielindustrie. Vanaf 1850 zou de NHM bedrijven financieren die plantages in Nederlands-Indië beheerden, en was zelf ook eigenaar van een aantal plantages. Om dit te ondersteunen werd in Singapore een kantoor geopend in 1858, dat de basis heeft gevormd voor het oudste bankinstituut dat Singapore rijk is.
De zich langzaam wijzigende politiek ten opzichte van Nederlands-Indië noopte het bedrijf zich meer toe te leggen op de bankactiviteiten dan op handel en transport. De NHM richtte zich ook op het uitgeven van bankbiljetten. In Sjanghai begon de NHM , omdat er geen Chinese nationale bank was, in 1903 met de uitgifte van de Sjanghai dollar, een valuta die tot 1946 stand zou houden. Op dezelfde manier gaf het dochterbedrijf "De Surinaamsche Bank" bankvaluta uit tot 1957.
In de jaren 20 en 30 werd langzamerhand de binnenlandse organisatie opgebouwd. Tot dan toe had de NHM zwaar geleund op de activiteiten in de overzeese gebiedsdelen, slechts ondersteund door een hoofdkantoor in Amsterdam en een bijkantoor in Rotterdam. Pas vanaf 1936, met de overname van de Geldersche Credietvereeniging, werd gestart met het opbouwen van een kantorennet.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het kantorennet fors uitgebreid, zowel binnen Nederland als daarbuiten. De plantages in (inmiddels) Indonesië werden genationaliseerd in 1959 en een jaar later zou dat ook met de bankactiviteiten gebeuren.
Het bankiersbedrijf in Nederland floreerde echter en na de fusie met de Twentsche Bank in 1964 werd het bedrijf onder de naam Algemene Bank Nederland, of ABN een van de grootste bankbedrijven in Nederland.
[bewerk] Presidenten
Periode | President |
---|---|
1824-1827 | Willem Gerrit van der Poll |
1827-1832 | Gerrit Schimmelpenninck |
1833-1844 | Hendrik Christiaan van der Houven |
1844-1850 | Frederic van der Oudermeulen |
1850-1874 | Engel Pieter de Monchy |
1874-1889 | Nicolaas Trakranen |
1889-1900 | Fokko Alting Mees |
1900-1907 | Balthazar Heldring |
1907-1913 | Jacob Theodoor Cremer |
1913-1934 | Cornelis Johannes Karel van Aalst |
1934-1939 | Daniël Crena de Iongh |
1939-1948 | Ernst Heldring |