Olm (salamander)
Van Wikipedia
Olm (salamander) IUCN-status: Kwetsbaar[1] |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Proteus anguinus Laurenti, 1768 |
De olm (Proteus anguinus) is een salamander uit de familie grotsalamanders (Proteidae).
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
Dit dier heeft een merkwaardig uiterlijk en lijkt op een flinke worm met een grote rechthoekige kop. De huid is erg glibberig en roze van kleur, het lichaam heeft vier minuscule pootjes die erg ver uit elkaar staan; de voorste poten hebben drie tenen, de achterste twee. De olm heeft wel ogen maar deze zitten onder een laag huid, en waarschijnlijk kunnen er alleen grote veranderingen in de lichtval mee worden waargenomen. Duidelijke tekenen dat het niet om een worm gaat, zijn de afgeplatte staart, en met name de felrode pluim-achtige uitwendige kieuwen van deze salamander die als een vreemde soort bekend staat. Ondanks de kieuwen moet dit dier lucht happen om in leven te blijven.
[bewerk] Aanpassingen
Omdat er geen pigmenten worden aangemaakt vanwege het gebrek aan licht, lijken deze dieren allemaal albino te zijn vanwege de witte (door de doorbloeding roze) kleur. Zodra een exemplaar enkele weken in een verlichte omgeving doorbrengt, wat een olm niet uit eigen beweging doet, dan kleurt de huid grijsbruin tot zwart. Ook is het een van de weinige salamandersoorten die in de natuur uitsluitend als neotene vorm bestaat. Dat betekent dat een volwassen exemplaar de juveniele kenmerken niet verliest; zo blijft de olm beter aangepast aan het leven onder water. Een volledig ontwikkelde olm zou namelijk de externe kieuwen verliezen; bij het leven onder water is dat een achteruitgang.
[bewerk] Algemeen
De olm eet kleine kreeftachtigen en weekdieren die worden opgespoord met de sterk ontwikkelde reukzintuigen. Omdat deze soort wetenschappelijk gezien erg interessante eigenschappen heeft, werd de salamander al in de 19e eeuw onderzocht, en in de 20e eeuw verkocht door de Sloveense autoriteiten aan allerlei onderzoekscentra over de hele wereld. Om te voorkomen dat deze een eigen kweek gingen opzetten, werden echter alleen mannelijke exemplaren geëxporteerd. Het biotoop bestaat uit volledig donkere en koele zoete wateren in grotten in de Adriatische kuststrook tussen uiterst oostelijk Italië tot zuidelijk Bosnië. Olmen zijn stygobieten.