Paul Gilson
Van Wikipedia
Paul Gilson (Brussel, 15 juni 1865 - aldaar, 3 april 1942) was een Belgisch componist en professor in de muziek.
Inhoud |
[bewerk] Leven
In 1866 verhuisde het hele gezin van Brussel naar Ruisbroek in Vlaams-Brabant. Daar ontving hij de eerste piano- en harmonielessen van Auguste Cantillon, een organist en dirigent van het kerkkoor en het plaatselijke fanfareorkest. In 1880 schreef hij aldaar ook zijn eerste composities voor koor of fanfareorkest.
Zijn voorkeur voor het koor en het blaasorkest loopt als een rode draad door zijn hele oeuvre en is ongetwijfeld merkbaar ook in zijn symfonische werken. Hij wordt ook als een vader van de Belgische blaasmuziek beschouwd, omdat hij zich sterk voor dit medium heeft ingezet en authentieke werken gecomponeerd heeft.
Zijn studie heeft hij gevolgd aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel; bij François Auguste Gevaert (1828-1908) compositie en bij Charles Duyck harmonie en contrapunt. Voor zijn cantate Sinai werd hem de Prix de Rome toegekend.
In het Brusselse muziekleven was hij een bewonderaar van de opera’s van Richard Wagner en van het kleurrijke orkestspel in de werken van de componisten van de Russische nationale school (Nikolaj Rimski-Korsakov, Aleksandr Glazoenov en Alexander Skrjabin). Deze drie heeft hij bezocht. Met César Cui en de muziekuitgever Belajeff had hij een intensieve correspondentie.
Van 1899 tot 1904 was hij professor voor harmonie aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel en verder tot 1906 aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen. In 1909 werd hij van het Ministerie van Cultuur tot Inspecteur voor het dagelijks muziekonderwijs in België benoemd. Deze positie bekleedde hij tot 1930.
In 1924 stichtte hij samen met Marcel Poot (1901-1988) en Maurice Schoemaker (1890-1964) het magazine La Revue Musicale belge. Tot de laatste editie van het magazine in december 1939 was hij hoofdredacteur.
Hij was de geestelijk vader van de groep Les Synthétistes, die voormalige studenten van hem verenigde om met gebundelde krachten het Belgische muziekleven met authentieke hedendaagse muziek te verzorgen. Ook als de enkele leden van de groep (René Bernier, Francis de Bourguignon, Théo De Joncker, Marcel Poot, Maurice Schoemaker, Jules Strens en Robert Otlet), iedereen met verschillende intensiteit, het grote doel niet bereikten, zo waren zij toch heel befaamd.
Als componist behoort hij tot de bekendste Belgen. Zijn oeuvre telt meer dan 100 symfonische werken.
[bewerk] Werk
[bewerk] Werken voor orkest
- 1890 Alla Marcia Rhapsodie voor strijkers
- 1890 Rhapsodie à la marcia
- 1892 La Mer 4 symfonische schetsen
- Lever de soleil
- Chants et Danses de Matelots
- Crépuscule
- Tempête
- 1892-1893 Melodies Ecossaises voor strijkers
- The Flowers Of The Forest
- Sweet May Morning
- Jig And Song
- 1900 Ouverture Symphonique Nr. 1
- Alvar
- 1903 Ouverture Symphonique Nr. 2
- 1904 Ouverture Symphonique No. 3
- 1929 Parafrazen op Vlaamse Volksliederen
- Sailors Dance
[bewerk] Werken voor harmonie- en fanfare-orkest
- 1902 Concerto pour Saxophone n°1
- 1903 Variation symphonique voor fanfare
- 1892/1925 La Mer 4 symfonische schetsen voor symfonisch blaasorkest bewerkt door Arthur Prevost naar een gedicht van Eddy Lewis
- Lever de soleil
- Chants et Danses de Matelots
- Crépuscule
- Tempête
- 1930 Tornacum
- 1930 Grande Marche du Centenaire
- 1948 Moeder voor verteller en fanfareorkest
- Binché
- Brabant - marche militaire
- Danse geurrière vanuit het Ballet La Captive
- Deuxième Rhapsodie
- Deuxième Valse Symphonique
- Encore un! allegro
- Epithalame
- Fantaisie
- Gavotte Monsignore
- Hommage à Weber
- Interlude Solennel
- L'Heureux Voyage
- Le Rétour au Pays: Prière avant le départ
- Marche commémorative
- Marche Cortège
- Marche Panégyrique
- Merxem - Allegro Militaire
- Montréal - Allegro de concert
- Ouverture »Eleusines«
- Patrouille Albanaise
- Poème Symphonique en Forme d'Ouverture
- Polka fataiseste
- Rhapsodie Laudative
- Rhapsodie Hawaîenne
- Richard III Ouverture
- Terugkeer naar het vaderland
- Triumph Marsch
- Variations
- Valse symphonique nr. 1
- Valse symphonique nr. 2
- Vestris - Danse mimique
- Quarantenaire – Marche Solennelle
[bewerk] Toneelmuziek
- 1890 Le Démon Dramatische cantate op teksten van Lermontow voor solo, koor en orkest
- 1892 Francesca da Rimini Dramatisch oratorium op teksten van Dante voor solo, koor en orkest
- 1895 Gens de mer (Zeevolk) lyrisch drama
- 1896-1900 La Captive Ballet
- 1903 Princesse rayon de soleil (Prinses Zonneschijn) légende féerique
- 1910 Les Aventuriers (Roversliefde) muzikaal drama
- 1910-1921 Les Deux Bossus Ballet-pantomime
- 1940 Elijah Muziek tot het treurspel van Cyriel Verschaeve
- Daphne Ballet