Persoonlijk voornaamwoord
Van Wikipedia
Het persoonlijke voornaamwoord (het pronomen personale) is het voornaamwoord dat in de plaats van een zelfstandige naamwoord staat.
In het Nederlands is de vorm afhankelijk van het perspectief, het aantal en soms van het geslacht. Bij de tweede persoon bestaat ook een beleefdheidsvorm. Bijna alle vormen kennen een gereduceerde vorm, dat wil zeggen een vorm die dichter bij de speektaal ligt. De gereduceerde staat hieronder tussen haakjes.
nominatief (onderwerp) |
accusatief en datief (voorwerp) |
opmerkingen | ||
---|---|---|---|---|
eerste persoon | enkelvoud | ik (ikke, 'k) | mij (me) | |
meervoud | wij (we) | ons | in dialecten wordt ook wullie als onderwerpsvorm gebruikt | |
tweede persoon | enkelvoud | jij (je) u gij (ge) |
jou (je) u |
u is de beleefdheidsvorm, soms met een hoofdletter geschreven gij is een verouderde beleefdheidsvorm, in het Brabants,Vlaams en verschillende andere dialecten is het echter de normale vorm |
meervoud | jullie u gij (ge) |
jullie u |
in dialecten wordt ook gullie als onderwerpsvorm en ullie als voorwerpsvorm gebruikt; | |
derde persoon | enkelvoud | hij (ie, die) zij (ze) het ('t) |
hem haar ('r, d'r) het |
hij/hem is mannelijk zij/haar is vrouwelijk het is onzijdig |
meervoud | zij (ze) | hun hen |
in dialecten worden ook hun en zullie als onderwerpsvorm gebruikt. Het juiste gebruik van hen of hun levert veel problemen op. |
[bewerk] Opmerkingen
In een van de oudste teksten in het Oudnederlands wordt "hic" gebruikt voor "ik" en "tu" voor "jij":
- quid expectamus nunc
- abent omnes volucres nidos inceptos niisi ego et tu
- Hebban olla vogala nestas hagunnan
- hinase hic enda thu
- wat unbidan we nu
[bewerk] Andere talen
In een aantal talen kan het persoonlijk voornaamwoord worden weggelaten, omdat de gebruikte werkwoordsvorm voldoende informatie geeft. Bijvoorbeeld in de Latijnse zin Cogito ergo sum (ik denk dus ik ben, een citaat van René Descartes) ontbreken persoonlijke voornaamwoorden. Dit verschijnsel doet zich nogsteeds in het Spaans van Spanje voor, zo zegt men bijvoorbeeld bailo ("ik dans") en niet yo bailo wat dan weer wel gebruikelijk is in Latijns-Amerika (door de grotere invloed die andere europese migranten met hun talen op de plaatselijke variant gehad hebben).
Een overzicht van de pronomina van de tweede persoon in alle talen staat in: http://en.wikipedia.org/wiki/T-V_distinction