Salomé I
Van Wikipedia
Salomé is de naam van de dochter van Antipater en Cypros. Zij is in de geschiedenis vooral bekend geworden als de zuster van Herodes de Grote. Zij is de oudtante van de meer bekende Salomé, de dochter van Herodias.
[bewerk] Huwelijk met Costobarus
Salomé was getrouwd met Costobarus, die uit een belangrijke Idumeese familie kwam. Het huwelijk was gearrangeerd door Herodes, die Costobarus tevens benoemde tot gouverneur van Idumea. Salomé kreeg bij hem in ieder geval een zoon, die zij naar haar vader Antipater noemde, en een dochter met de naam Berenice. In de loop der tijd stelde Costobarus zich steeds onafhankelijker op tegenover Herodes. Met hulp van Cleopatra VII probeerde hij Idumea weer onafhankelijk te maken. Daarop onthief Herodes hem uit zijn ambt. Op voorspraak van Salomé en Cyprus (de moeder van Salomé en Herodes) liet hij hem echter niet ter dood brengen.
Enkele jaren later scheidde Salomé van Costobarus. Zij vertelde Herodes dat zij van Costobarus scheidde omdat hij een aanslag op Herodes zou voorbereiden. Daarop werd Costobarus alsnog ter dood gebracht.
[bewerk] Aan het hof van Herodes
Na de dood van Costobarus verbleef Salomé aan het hof van Herodes. Aan het hof was grote verdeeldheid tussen enerzijds de Idumeese tak van de familie van de Herodianen, waarvan Salomé en haar moeder de belangrijkste vertegenwoordigers waren en anderzijds de Joodse, Hasmoneese tak, waarvan Herodes' vrouw Mariamne met haar zonen Alexander en Aristobulus de belangrijkste waren. Zowel Mariamne (29 v. Chr.) als de broers Alexander en Aristobulus (7 v. Chr.) vonden de dood doordat Salomé op slinkse wijze haar broer Herodes ervan wist te overtuigen dat zij komplotten tegen hem beraamden. Na de dood van Herodes (4 v. Chr.) kreeg Salomé de zeggenschap over enkele steden met hun omliggende gebieden, te weten Phasaëlis (bij Jericho) en Jamnia en Azotus aan de kust (de grijs gekleurde gebieden op het kaartje hiernaast).
Salomé stierf vermoedelijk rond 10 na Chr., in de tijd dat Marcus Ambibulus praefectus van Judea was. De gebieden die zij bestuurde liet zij na aan Iulia Augusta, de vrouw van keizer Augustus. Zij maakte van Phasaëlis aanvankelijk een eigen lustoord, dat zij later aan heel de keizerlijke familie beschikbaar stelde. In later tijd werden de betreffende gebieden toegevoegd aan de provincia Judea.