Schaakmat
Van Wikipedia
|
De koning van een schaakspel staat schaakmat als hij door een vijandelijk stuk aangevallen wordt (met andere woorden schaak staat), en hij zich niet aan die aanval kan onttrekken door zichzelf te verplaatsen, door het stuk dat hem schaak zet te slaan, danwel door een ander schaakstuk ter bescherming tussen zichzelf en het vijandelijke stuk in te plaatsen.
Het stikmat is een bepaalde manier van mat zetten: de koning stikt als het ware in zijn eigen stukken. Een andere manier om mat te zetten is het herdersmat. In het diagram is het narrenmat afgebeeld, de kortste partij naar mat (in 2 zetten).
Een partij hoeft niet altijd door mat beëindigd te worden. Men kan opgeven als het zinloos is om verder te spelen. Ook kan een partij waarbij met een schaakklok wordt gespeeld eindigen doordat de vlag van een van de spelers valt; de andere speler heeft dan het recht om de overwinning te claimen. Remise aanbieden en (door de tegenstander) aannemen is ook een mogelijkheid om een einde aan een partij te maken.
Schaakmat is een vernederlandsing van de Perzische woorden shāh māt, dat de koning zit in een hinderlaag betekent.[1] Het betekent niet de koning is dood.
Schaakmat dient men niet te verwarren met pat. Een patstelling ontstaat als geen van beide spelers schaak staat, maar de speler die aan zet is geen geldige zet kan doen; de partij eindigt dan in remise.