Slag bij Pydna
Van Wikipedia
In 338 v. Chr. had koning Philippus II van Macedonië in de slag bij Chaeronea een einde gemaakt aan de onafhankelijkheid van de Griekse stadsstaten. Zijn zoon en opvolger Alexander de Grote maakte in korte tijd van Macedonië een wereldrijk, maar na zijn dood viel dat reusachtige rijk uiteen in de zogenaamde diadochenrijken. Griekenland bleef een deel van Macedonië.
Maar het verlies van de onafhankelijkheid lag de Griekse stadsstaten zwaar op de maag. Zij zochten naar een gelegenheid om af te rekenen met de Macedonische heersers en hun onafhankelijkheid te herwinnen. Daarvoor zochten zij toenadering tot een nieuwe grootmacht in spe: Rome. In een opstand tegen Macedonië riepen Pergamon, Athene en Rodos de hulp in van de Romeinen. In 197 v.C. behaalde de Romeinse consul Flaminius de overwinning en één jaar later kondigde hij onder groot gejubel op de Isthmische Spelen van Korinthe af, «dat de Grieken voortaan vrij zouden zijn».
In 168 moest Macedonïë opnieuw Rome als meerdere erkennen. Op 22 juni 168 v. Chr. vond nabij Pydna (een havenstad ten zuidwesten van Thessaloníki) een beslissende veldslag plaats tussen de Macedonische koning Perseus en de Romeinen onder bevel van Lucius Aemilius Paulus Macedonicus. De nederlaag van de Macedoniërs bij Pydna betekende het definitieve einde van het koninkrijk Macedonië, dat sindsdien een Romeinse provincie werd.
De Griekse stadsstaten waren op die manier van de regen in de drup gekomen.