Teleologie
Van Wikipedia
Teleologie is de filosofische term voor allerlei vormen van doel-betrokkenheid die we in de natuur, of meer specifiek: in de levende natuur menen aan te kunnen wijzen. Het woord is afgeleid uit het Grieks (telos, “doel(eind)” en logos, “rede” of “leer”).
De betrokkenheid op een doel kan op meerdere manieren verstaan worden, onder meer als:
- Doelbewustzijn of doelbewustheid (bij de mens)
- Al-dan-niet veronderstelde doelstrevendheid (embryogenese)
- Doelgerichtheid (automatische piloot, een thermostaat)
- Doelmatigheid (een orgaan of een instrument) etc etc.
Al deze dingen hebben met teleologie te maken maar teleologie is dus een ruimer begrip dan al deze aspecten afzonderlijk.
Historisch gezien (voornamelijk door de invloed van het christendom) is de teleologie vaak gekoppeld aan Aristoteles' “causa finalis”, het werd dan (ten onrechte overigens, als tenminste Aristoteles' ideeëngoed centraal zou staan) opgevat als een oorzaak die, bijvoorbeeld door een opperwezen dat het oog op een bepaald doel gericht houdt, invloed zou hebben op het heden (en het verleden, denk aan de schepping bijvoorbeeld). De twee filosofen die zich het meest met de teleologie hebben beziggehouden (Aristoteles en Kant) kunnen hier echter niet verantwoordelijk voor gesteld worden, zij geven geen aanleiding voor een dergelijke interpretatie.
Bij Kant is de teleologie een noodzakelijk epistemologisch (oftewel kentheoretisch) principe voor al het wetenschappelijk onderzoek en met name voor de biologie. Hij noemt het een regulatief (i.t.t. tot een constitutief) idee. Bij Aristoteles echter heeft de teleologie ook een ontologische status: het heeft betrekking op het zijn, op de aard van de werkelijkheid zelf.
Binnen het (klassiek) Griekse denken, dat ontologisch van aard is, neemt naast Aristoteles, de materialist Demokritos een bijzondere plaats in. Alle orde en doelmatigheid wordt door hem verklaard als een resultante van noodzaak en toeval en bij hem worden doeloorzaken afgewezen. Zijn beeld van het universum was mechanistisch en het mechanische denken deed na de middeleeuwen zijn herintrede in het westerse denken. Mede hierdoor werd binnen de teleologie de tegenstelling tussen de mechanistische visie en alle andere teleologische opvattingen steeds meer van belang. De opvattingen van Lamarck en vooral Darwin kunnen begrepen worden als de poging om op allerlei vragen niet-teleologische antwoorden te geven.
Wanneer men de teleologie op zou vatten als ontologisch principe, dus wanneer het uitgangspunt is dat orde en doelmatigheid het gevolg zijn van doeloorzaken, dan wordt er onderscheid gemaakt tussen externe en interne teleologie. Externe teleologie (ook wel transcendente teleologie of transcendente finaliteit genoemd) bestaat er dan uit dat de doeloorzaak boven of buiten de natuur zou staan terwijl interne teleologie (met een andere term: immanente finaliteit) betekent dat de doeloorzaak in de natuur in de dingen zelf werkzaam is.
Een voorbeeld van de sfeer van transcendente finaliteit zijn die soorten religie waar een opperwezen als schepper (en/of goddelijke ingenieur) fungeert, terwijl een voorbeeld van immanente finaliteit te vinden is in de vier-oorzakenleer bij Aristoteles.
Naast de teleologie als ontologisch principe bestaat er vooral sinds Immanuel Kant een teleologie als verklaringsprincipe. Als men de ontologische teleologie kort zou mogen kenschetsen als omdat-denken dan is de "verklarings-teleologie" het opdat-denken. De causaliteit is minder dwingend maar heeft als doel het aanbieden van handvatten voor het denken, de teleologie is dan van constitutief principe tot een regulatief principe voor de rede geworden. Bij Kant heeft de teleologie uiteindelijk zelf een doelstelling. Het is haar bedoeling twee sferen van het menselijk kenvermogen bij elkaar te brengen: de kennis van de natuur (opgevat als het geheel aan causale verbanden) en het geheel van alle kennis en andere opvattingen omtrent de menselijke vrijheid en moraliteit.