Tibetaans dodenboek
Van Wikipedia
Het Tibetaans Dodenboek of Bardo Thödol is onderdeel van een verzameling van honderden teksten, in Tibet bekend als De Natuurlijke Bevrijding door op de Vreedzame en Toornige Boeddhavormen te Mediteren (of De Kringloop van de Vreedzame en de Toornige Godheden). Naast teksten over de drie overgangsfasen (Bardo's) van het sterven en wedergeboorte bevat de verzameling beschrijvingen van de drie andere overgangsfasen: het leven, de droom en meditatie.
Het Tibetaans Dodenboek is de naam die in het Westen gegeven is aan de vertaling van een deel van deze teksten, namelijk het deel over sterven en wedergeboorte. Tibetanen kennen dit als Het Grote Boek van Natuurlijke Bevrijding door te Begrijpen in de Tussenstaat (of De Grote Bevrijding door Horen in de Overgangsfase van de Dood. Tibetaans: Bardo Thödol).
Het Bardo Thödol werd na eeuwenlange mondelinge overgeleverd te zijn, in de achtste of negende eeuw samengesteld door de Indiase mysticus Padmasambhava en op schrift gesteld door zijn partner Yeshe Tsogyal.
De toestand die we dood noemen, wordt beschreven vanaf de eerste ervaringen tijdens het sterven tot aan het moment waarop een nieuwe incarnatie plaatsvindt, uiterlijk negenenveertig dagen later (dit is uiteraard symbolisch). Volgens de boeddhistische traditie kan het zelfs een aantal jaren duren voordat men opnieuw wordt geboren.
Traditioneel werd deze eeuwenoude tekst hardop voorgelezen aan de stervende om hem de weg aan te geven om tot verlichting of tot een gunstige wedergeboorte te komen. Het Bardo Thödol helpt vermogens te ontwikkelen, die nodig zijn om de crisis van het sterven met vaardigheid en vertrouwen door te komen, waardoor deze levensfase niet als angstaanjagend, maar juist als vredig kan worden ervaren.
Omdat alle visioenen en archetypische manifestaties die zich aan een overledene kunnen voordoen, projecties zijn van diens eigen geest, zijn de gedetailleerde beschrijvingen daarvan in het Bardo Thödol zeer specifiek voor degenen die de yoga van de droomtijd hebben gevolgd (zie: Naropa). Zelfs niet alle Tibetanen ervaren noodzakelijkerwijs dus dezelfde visioenen, laat staan dat zoiets bij westerlingen het geval zou zijn.
Het Bardo Thödol leert dat de doodservaring deel uit maakt van de zin van het leven, niet als ongewild feit, eens, in de toekomst, maar als een voortdurend bewust en bereid-zijn, waardoor leven pas werkelijk mogelijk wordt.
Carl Gustav Jung noemde het Tibetaanse dodenboek van een ongeëvenaarde superioriteit, alleen al wat betreft de psychologie ervan.
[bewerk] Verschillende vormen
De in het westen bekend geworden leer van het Tibetaans Dodenboek is een niet-esoterische leer en voor iedereen geschikt. Binnen het Vajrayana is ook een geheime leer bekend, die alleen voor geheime beoefening beschikbaar was. In 1979 is de leer door Kalu Rinpoche vrijgegeven en door Lama Lodö gepubliceerd. Basiskennis van het (Tibetaans) Boeddhisme is desalniettemin zeer belangrijk, en de relatie met boeddhisme moet op positieve aspiraties berusten.
[bewerk] Literatuur
- Bardo Thödol, het Tibetaans Dodenboek, Uitgeverij Kosmos, Utrecht, 1992, ISBN 902151916X
- Tibetaans Dodenboek, de grote bevrijding door horen in de bardo, Uitgeverij Servire Utrecht, 1991, ISBN 9021535084
- Lama Lodö, Bardo, de weg van dood en wedergeboorte, Uitgeverij De Driehoek Amsterdam, 1989, ISBN 906030456X