U 221 (Kriegsmarine)
Van Wikipedia
De U-221 was een onderzeeboot van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze veelvoorkomende VIIC-U-boot stond onder commando van kapitein-luitenant-ter-Zee Hans-Hartwig Troyer. Hij was de enige die in het konvooi SC104 binnenglipte en zeven koopvaardijschepen vernietigde in twee nachten tijd.
Op 10 oktober 1942 kruiste een groep U-boten voor de kust van Newfoundland, wachtend op konvooien uit de Verenigde Staten. De 20 U-boten waren in twee groepen verdeeld, en één ervan kreeg opdracht langs de rand van het noorderlijke "gat" of 'Air Gap' te patrouilleren, verwachtend het konvooi SC104 uit Sydney, Nova Scotia te zullen vinden. Men zag één alleenvarend korvet varen en men dacht dat het konvooi door de mazen van het net geglipt was. Admiraal Dönitz beval hen de nietsvermoedende korvet te volgen en de hele bende trok naar het noord-oosten omdat de admiraal dacht, het konvooi, dáár te vinden zou zijn. Dönitz' zesde zintuig had weer niet gefaald en hij had weer eens gelijk.
Op 12 oktober verkende een Duitse onderzeeboot opnieuw de Britse korvet en zag kans deze onopgemerkt te schaduwen tot aan het veelbelovende konvooi. Er waren 47 schepen, en een escorte van slechts 2 torpedojagers en 4 korvetten. Onmiddellijk werden alle U-boten opgetrommeld voor de aanval. Die overhaaste radioboodschappen werden natuurlijk door de geallieerden onderschept. Geholpen door hun hoogfrequentie-richtingszoekers, voerden de escorteschepen vol speed naar de 'wolfsbende' en dwongen velen ervan te duiken. Maar commandant Troyer van de U-221 zag kans het konvooi binnen te glippen en hij torpedeerde die eerste nacht 3 koopvaardijschepen naar de dieperik.
De weersomstandigheden waren ideaal voor U-bootoperaties. De kleine escorteschepen werden heen en weer geslingerd door de hoge deining van de oceaan en konden slechts met moeite hun ASDIC's gebruiken, zodat een onderzeeër, als die eenmaal onder water voer, vrijwel veilig was.
De volgende nacht van 13 oktober drong Troyer's U-221 opnieuw tussen de konvooischepen, en zonder dat het hem veel moeite kostte, bracht hij nog eens 4 vrachtschepen naar de zeebodem. Zijn persoonlijke totaal van dat konvooi was toen 7 vrachtschepen met een gezamelijke tonnage van 40.000 ton. De andere U-boten zagen met elkaar slechts kans één enkel schip tot zinken te brengen, en bij die aanval ging dan nog de U-353 en U-661 verloren.
Inhoud |
[bewerk] SC122 en HX229
19 maart 1943 - De U-221 was nog eens van de partij, tezamen met een vloot U-boten, die opgetrommeld werden door groot-admiraal Dönitz, tijdens een grootscheepse aanval, in de letterlijke zin van het woord, tegen de konvooien SC122 en HX229. Vooral het laatste werd hevig aangevallen door de magere konvooibescherming waarvan HX229, 40 schepen telde. In het totaal waren er zo'n 100 koopvaardijschepen, die maar beschermd werden door één korvet en 4 torpedobootjagers. Onnodig te zeggen dat het een slachting werd onder de geallieerde vrachtschepen. De U-221 brak door de zwakke verdediging van konvooi HX229 heen en torpedeerde met al zijn 5 buizen, het vrachtschip "Walter Q. Gresham" en het koelschip "Canadian Star", die tot zinken werden gebracht. In die 5 dagen en nachten werden 21 schepen tot zinken gebracht - een totaal van 141.000 ton. Het was een geweldige overwinning voor de U-boten, en zette de kroon op een bijzondere succesvolle maand maart, in 1943.
[bewerk] Gebeurtenis U-221
21 maart 1943 - Een overlevende zeeman van een motor-vrachtschip "Jamaïca" sprong overboord, gedurende een oefening-alarm in de noordelijke Atlantische Oceaan. Al eerder trachtte hij te ontsnappen of principiëel zelfmoord te plegen. Deze keer was het hem gelukt, uit het leven te ontsnappen...
[bewerk] Einde U-221
De U-221 werd tot zinken gebracht op 27 september 1943 ten zuid-westen van Ierland, in een vermoedelijke positie 47.00 N. en 18.00 W., door dieptebommen van een Handley Page Halifax-vliegtuig (Squadron 58/B). Toen de U-221 voorgoed ten onder ging, stortte de Britse Halifax-bommenwerper brandend neer in zee. De U-221 ging mede voorgoed ten onder in zee met zich meenemend, 50 mansschappen en hun commandant, Hans-Hartwig Troyer.
[bewerk] Externe links
Bronnen en referenties: |
|