U 456 (Kriegsmarine)
Van Wikipedia
De U-456 was een Duitse onderzeeër van de Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze VIIC-klasse-U-boot werd gecommandeerd door kapitein-luitenant-ter-Zee Max-Martin Teichert. Hij slaagde erin de Britse kruiser HMS Edinburgh ernstig te beschadigen op 30 april 1942. De Britten lieten eigenhandig de HMS Edinburgh tot zinken brengen.
De Duitsers hadden van konvooi PQ13 vijf van de twintig schepen vernietigd in maart 1942 nabij Moermansk. De Britten hadden deze verliezen niet té tragisch opgenomen, maar zagen hierin wel een dreigend voorteken voor de toekomst. Begin april 1942 zei de Britse minister van Marine tegen het verdedigingscomité dat de verliezen zo groot dreigden te worden, dat het onmogelijk zou zijn nog konvooien naar Rusland te sturen.
Het aantal slachtoffers bij de volgende konvooien, PQ14 en QP10, vijf van de vijfentwintig koopvaardijschepen die uitgevaren waren, versterkte deze opinie. In de strijd tegen het volgende konvooi in westelijke richting, QP11, wist de U-456 een opmerkelijk succes te behalen. De Duitse onderzeeër deed een torpedoaanval op de Britse kruiser HMS Edinburgh en beschadigde die zo ernstig dat de bemanning het schip zou moeten verlaten. Duitse torpedobootjagers zetten de aanval voort en het begon er voor de Britse kruiser zo slecht uit te zien, dat begeleidende mijnenvegers de bemanning van boord haalden en de Britten het schip eigenhandig tot zinken brachten.
Tegen de tijd dat konvooi PQ16 uitvoer, was het de geallieerden duidelijk dat de U-boten, oppervlakteschepen en vliegtuigen tezamen in die Noordelijke IJzee-wateren aan de winnende hand waren, en de Admiraliteit raadde met klem aan geen konvooien meer te sturen zolang de Noorse vliegvelden door Duitsers gebruikt werden. Een nakende Russische terugdrijving van het Duitse leger in Rusland en Oekraïne, gaf de doorslag om toch nog konvooien te zenden naar Moermansk en Archangelsk, met het volle besef dat vroeg of laat één van de konvooien een ramp zou overkomen.
Inhoud |
[bewerk] Het zinken van de HMS Edinburgh
Gedurende het konvooigevecht en de aanval van U-boten en oppervlakteschepen op konvooi QP11, werd de Britse kruiser HMS Edinburgh ernstig beschadigd door de U-456 met twee torpedotreffers op 30 april 1942. Terwijl de beschadigde HMS Edinburgh voorzichtig naar de Kola Fjord werd gesleept, werd ze aangevallen door drie Duitse torpedobootjagers (Hermann Schumann, Z 24 en Z 25) en getroffen door meerdere torpedo's van de Z 24. Toen ze door de genadeslag van de Britse torpedojager HMS Foresight zonk, werd de bemanning eerst aan boord van deze torpedobootjager en mijnenvegers in veiligheid gebracht.
[bewerk] Einde U-456
De U-456 werd op 12 mei 1943 tot zinken gebracht door de Britse torpedobootjager HMS Opportune. De torpedobootjager werd opgeroepen tot het strijdtoneel door een B-24 Liberator-vliegtuig (Squadron 86/B), dat zijn MK 24 "Fido"-torpedodieptebom had afgeworpen op de Duitse onderzeeër. De MK 24 "Fido" torpedodieptebom was de eerste Amerikaanse ASW Acoustic Homing Torpedo die onder water naar zijn slachtoffer zocht. De getroffen onderzeeër begon zijn duiktanks leeg te blazen voor een noodopstijging. Maar de HMS Oppurtune lokaliseerde en belaagde de noodlijdende onderzeeboot nogmaals, vooraleer deze kon opstijgen. De U-456 kwam niet meer boven en zonk met alle opvarenden naar de oceaanbodem. Hierbij vielen 49 doden waaronder de commandant kapitein-luitenant-ter-Zee Max-Martin Teichert.
[bewerk] Voorafgaand opgetekend feit
(Laatst herzien door FDS/NHB gedurende de maand oktober 1989) - De U-456 werd tot zinken gebracht op 13 mei 1943 in de Noord-Atlantische Oceaan, in positie 48-37 N. en 22-39 W. door dieptebommen door de Canadese korvet HMCS Drumheller en het Britse fregat HMS Lagan en ook nog door dieptebommen van een Canadese Sunderland-vliegtuig (Squadron G/423).
[bewerk] Externe Links
- HMS Edinburgh (16)
- HMS Opportune (G 80)
- HMCS Drumheller (K 167)
- HMS Lagan (K 259)
- HMS Foresight (H 68)
- Short Sunderland
- B-24 Liberator
Bronnen en referenties: |
|