U 593 (Kriegsmarine)
Van Wikipedia
De U-593 was een onderzeeboot van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze was van het type VIIC en stond onder commando van de bekwame kapitein-luitenant-ter-Zee Gerd Kelbling. Hij leidde de gehele 'wolfsbende' naar konvooi SC94, begin augustus 1942.
Van eind juli tot 5 augustus 1942, bleef kapitein-luitenant-ter-Zee Gerd Kelbling contact maken met het konvooi SC94, dat van Nova Scotia oostwaarts opstoomde. Hij bleef het konvooi dagenlang schaduwen, totdat eindelijk de andere 'wolfsbende' U-boten van zijn groep, op die dag, bij hem voegden. Het escorte bestond uit uit een Canadese torpedobootjager HMCS Assiniboine en 6 korvetten, waaronder de HMS Dianthus. De torpedobootjager moest het konvooi verlaten om een aantal schepen, die in de dichte mist verdwaald waren, terug te brengen naar het konvooi. Daar profiteerden de U-boten ervan en schoten het eerste schip van het konvooi, de "Spar" naar de zeebodem. De mist beschermde de onderzeeërs die nu boven water voerden. Daarna werd de U-210 verrast door de plotseling optrekkende mist en ontdekt door de Canadese torbedojager HMCS "Assiniboine". Hierbij kwam een verbeten strijd voort, eerst onder water en daarna boven water. Hierbij verging de U-210 door ramming en dieptebommen. De Canadese torpedobootjager werd eveneens zwaar getroffen en moest het strijdtoneel verlaten.
Op 7 augustus moesten de 6 korvetten het alleen klaren en 4 onderzeeboten verjagen, die verkend waren. Maar weer kwamen de U-boten het konvooi dichterbij en vielen hen aan. Binnen enkele minuten werden 5 vrachtschepen door torpedo's getroffen. 3 verdwenen onmiddellijk in de golven. De explosies, op de beide andere schepen, die nog bleven drijven, zaaiden paniek en verwarring in de rest van het konvooi. Van 3 cargoschepen stopten de bemanning de machines en gingen in de reddingsloepen. Van één van de schepen sprongen de kanonniers overboord. Twee scheepsbemanningen kregen tenslotte in de gaten, dat er met hun schepen, niets aan de hand was en gingen weer aan boord en brachten de machines weer op gang. Maar de bemanning van de "Randchurch", hadden hun schip voorgoed verlaten en lieten het hulpeloos ronddobberen, totdat het werd getorpedeerd en verging.
De gehele middag en avond duurden de aanvallen voort. Het korvet de HMS Dianthus dat voortdurend heen en weer, om het konvooi voer en naar U-boten zocht, boekte tenslotte succes toen het de U-379 van commandant Kettner met dieptebommen aanviel. Hij dwong de U-boot boven water te komen en daarna door rammen tot zinken te brengen. Andere Duitse onderzeeërs waren door de vrachtschepen in de verdediging gedrongen en 3 waren er beschadigd, maar met elkaar brachten ze nog 4 koopvaardijschepen tot zinken.
9 augustus 1942 - Admiraal Dönitz stuurde die middag versterkingen in de vorm van nog meer U-boten naar de leidende U-593-groep, en de Britten versterkten van hun kant het escorte. Maar het konvooi had tenslotte zijn redding te danken aan het feit dat het binnen de actieradius van de B-24 Liberator-vliegtuigen kwam, die nu vanuit Noord-Ierland gestationeerd waren. Die dag konden de U-boten niets meer uitrichten en doken weg in de veilige diepte van de zee.
10 augustus 1942 - Hoewel ze de volgende morgen in alle vroegte, voordat de bommenwerpers arriveerden, nog 4 vrachtschepen kelderden, waren ze daarna gedwongen om onder water te blijven. Dönitz maakte een eind aan de aanval op konvooi SC94. De 'wolfsbende' had 11 vrachtschepen van meer dan 52.000 ton tot zinken gebracht en één torpedobootjager beschadigd.
Inhoud |
[bewerk] Gebeurtenis U-593
De U-593 had in zijn levensloop 9 schepen tot zinken gebracht van een totaal van 38.290 ton. 3 oorlogschepen van 2.902 ton (torpedobootjager en korvetten). Een groot vrachtschip beschadigd van 4.853 ton en een oorlogschip van 1.625 ton (torpedobootjager) beschadigd. Voorts heeft hij nog een groot vrachtschip van 8.426 ton vernietigd en een oorlogschip van 1.625 ton (torpedobootjager) naar de kelder gejaagd. De U-593 had in totaal 5 oorlogsbodems beschadigd en vernietigd.
[bewerk] Einde U-593
De U-593 werd op 13 december 1943 tot zinken gebracht na een 32 uren durende achtervolgende jacht, in de westelijke Middellandse Zee in de Bougie Baai, in positie 37.38 N. en 05.58 O., door dieptebommen van de Amerikaanse torpedobootjager USS Wainwright en de Britse escorte-torpedobootjager HMS Calpe. Na 32 uren strijd en achtervolging kwam de zeer gehavende en lekkende U-boot naar de oppervlakte. De zuurstof aan boord was, na het lange onderwater varen, al bijna schaars geworden voor de gehele bemanning. Nog langer onder water zou de beginnende verstikking teweeg brengen. De commandant besloot, kost wat kost, naar de oppervlakte te stijgen en liever te sneuvelen boven water, in open lucht, dan de verschrikkelijke verstikkings- of verdrinkingsdood te sterven. Er werd bevel 'verlaat het schip' gegeven. De beide jagers, in de letterlijke zin van het woord, deden geen aanstalten meer de getergde en opgejaagde Duitse bemanning en hun boot, nog naar de dieperik te rammen of met hun kanonnen af te maken. Ridderlijk pikten ze, de volledige uitgeputte Duitse bemanning, op hun schepen, op als krijgsgevangenen. De zinkende U-593 ging voorgoed naar de zeebodem. 51 matrozen en hun commandant Gerd Kelbling, overleefden deze zenuwslopende strijd van onderzeeboot en oppervlakteschepen. Er vielen deze keer gelukkig geen slachtoffers. Doch, het scheelde niet veel..
[bewerk] Externe links
Bronnen en referenties: |
|