Zelfbrouwer
Van Wikipedia
Een zelfbrouwer is iemand die zijn eigen bier brouwt.
Omdat het hele proces van bierbrouwen voor sommigen ingewikkeld is, slaan veel, vooral beginnende, bierbrouwers de eerste stappen van het kiemen, eesten, schroten en maischen over en kopen halffabricaten als uitgangsmateriaal. Men kan bijvoorbeeld uitgaan van een massa van reeds gemoute gerst, of van kant-en-klaar poedervormig moutextract. Daarna moet men er dan zelf nog de hop doorheen koken (en uitzeven), maar het is een stuk makkelijker wanneer men de kant-en-klaar-blikken gebruikt met een zeer dikke ontzettend bittere 'bierstroop', die voornamelijk uit Engeland tot ons komen.
Deze stroop wordt gekookt in bijvoorbeeld 10 liter water, samen met een pak suiker tot beide opgelost zijn en daarna in de mandfles nog eens verder verdund tot bijvoorbeeld 40 liter. Daarna wordt de fles afgesloten met een rubber dop met een erin stekend waterslot (dat is een soort zwanenhals). Verder wordt ook gist toegevoegd.
Na zo'n 7 dagen stopt het bubbelen (omdat dan de suiker op is) en kan het bier in flessen gedaan worden. In iedere fles wordt eerst nog een half theelepeltje suiker gedaan om het 'nagisten' mogelijk te maken. Dit nagisten zorgt dat ervoor dat er koolzuurgas in het flesje ontstaat. De flesjes moeten dus hermetisch sluiten en tegen druk bestand zijn - beugelflessen worden veel gebruikt, of ook hergebruikte gewone commerciële bierflesjes maar daarvoor heeft men dan wel een kroonkurkapparaat nodig. Na zo'n 10 dagen is het bier dan voldoende nagegist om gedronken te kunnen worden.
Zelfbrouwproducten zijn te koop bij de betere drogisterij.
