Ambiorix
Van Wikipedia
Ambiorix was ten tijde van [[Julius Caesars verovering van Gallië samen met Catuvolcus koning van de Gallische stam de Eburonen, die in een gebied in het tegenwoordige België leefden. Hij werd vanaf de 19e eeuw een Belgische historische held vanwege zijn verzet tegen de Romeinse bezetters, zoals beschreven staat in Caesars "Commentarii de bello Gallico".
Inhoud |
[bewerk] Voorgeschiedenis
Toen in 57 v. Chr. Julius Caesar Gallië veroverde vielen zijn troepen ook Belgica binnen. (Het gebied bestreek ongeveer het huidige België en een stuk van Nederland tot aan de Rijn). Belgica werd toen bewoond door verschillende stammen die regelmatig oorlog tegen elkaar voerden. De stam der Eburonen werd geregeerd door Ambiorix en Catuvolcus, die de macht deelden als koning. In 54 v. Chr. moest Caesar zijn troepen dringend opnieuw van bevoorrading voorzien en verplichtte hij de bevolking van de streken die hij en zijn troepen veroverden een deel van hun oogst aan zijn leger af te staan. Omdat de oogst dat jaar te mager was geweest waren de Eburonen niet bereid deze af te staan. Caesar liet daarop zijn soldaten kampen bouwen nabij de dorpen en gaf de kampleiders elk de opdracht het bestuur over de plaatselijke stammen over te nemen en zo de noodzakelijke voedselvoorraden in beslag te nemen. Ambiorix en zijn Eburonen waren echter niet van plan zich hierbij zomaar neer te leggen. Alhoewel Caesar Ambiorix had vrijgesteld van de betalingen sloot Ambiorix zich in de winter van 54 voor Christus aan bij Catuvolcus om een opstand te leiden tegen de plaatselijke Romeinse troepen.
[bewerk] De Opstand
Op een dag vielen Ambiorix en enkele van zijn mannen een groepje Romeinen aan die buiten hun kamp hout waren gaan sprokkelen en moordden het merendeel van hen uit. De overlevende legionairs vluchtten terug naar hun kamp waarna Ambiorix de achtervolging inzette. Omdat de overmacht echter te groot bleek besloot hij het kamp niet aan te vallen, maar met de Romeinen te praten. De Eburonenkoning legde uit dat hij geen problemen had met hen en zelfs blij was met hun komst omdat zijn stam zo geen last had van andere stammen in de streek. Hij waarschuwde de kampleiders, Q. Titurius Sabinus en Cotta, echter dat deze stammen wel van plan waren hen aan te vallen en zelfs hulp zouden krijgen van hordes Germaanse stammen die de Rijn zouden oversteken. Hij raadde hen aan naar een ander kamp te trekken om zich bij de groep soldaten die daar gelegerd waren aan te sluiten. Op die manier zouden ze sterker staan. Hij beloofde hen ook dat hij hen bij hun uittocht met rust zou laten. Sabinus en Cotta vergaderden de ganse nacht over wat ze zouden doen. Sabinus vertrouwde Ambiorix en achtte het beter om te vertrekken, terwijl Cotta liever in het kamp bleef en de aanval afwachtte. Ze raakten het maar niet eens en op zeker moment zou Cotta zijn vuist op tafel hebben geslagen en besloten hebben dat ze in het kamp zouden blijven, maar dat het niet zijn schuld zou zijn als ze daardoor allemaal de dood zouden vinden. Toch was niemand in het kamp er gerust in en besloten ze 's anderendaags toch te vertrekken. De twee dichtstbijzijnde Romeinse legioenplaatsen lagen enerzijds achter heuvelachtig terrein en anderzijds achter een vlakte langs een vallei. Sabinus en Cotta besloten uit praktische overwegingen de laatste weg te volgen. Terwijl ze de vallei beneden doortrokken vielen Ambiorix en zijn manschappen hen van boven in de heuvels aan en moordden alle Romeinse militairen tot de laatste man uit.
[bewerk] Caesars wraak
Toen Rome en de Senaat weet kregen van deze nederlaag zwoer Caesar alle stammen van de Belgae uit te roeien. Het was voor de Romeinen belangrijk dat de andere bezette landen van het Romeinse Rijk getoond zou worden dat het almachtige Romeinse leger niet zo makkelijk te verslaan was als het leek. Per slot van rekening was nu een volledig Romeins legioen en 5 cohorten door 1 stam volledig in de pan gehakt. Ambiorix verenigde terzelfder tijd in 53 v. Chr. alle andere Belgische stammen om zich collectief tegen de Romeinen te verzetten. De strijd duurde een aantal jaar, maar tegen de negen legioenen van ongeveer 50.000 getrainde soldaten die Caesar naar Belgica stuurde waren de Belgen niet opgewassen. De stammen werden afgeslacht of verdreven en hun akkers platgebrand. Ook de Eburonen waren vanaf dat moment geschiedenis. Ambiorix wist echter samen met enkele van zijn manschappen de Rijn over te steken waarna hij spoorloos verdween.
[bewerk] Nalatenschap
Caesar schreef over Ambiorix in het verslag over zijn veldslagen tegen de Galliërs: "De Bello Gallico". In die tekst schreef hij ook de beroemde woorden: De Belgae zijn de dappersten aller Galliërs ("...Horum omnium fortissimi sunt Belgae..."). Deze zin werd na de onafhankelijkheid van België in 1830 vaak op anachronistische wijze geciteerd als De Belgen zijn de dappersten aller Galliërs. Caesar bedoelde onder de verzamelnaam Belgae de stammen die in het toenmalige Belgica leefden, terwijl België als staat toen vanzelfsprekend nog niet bestond.
Ambiorix werd tot in de 19e eeuw vergeten. Toen België in 1830 onafhankelijk werd besloot de Belgische regering in het nationale verleden te spitten naar historische figuren die als nationale helden konden dienen. In Caesars verslag over de Gallische oorlogen ; "De Bello Gallico" vonden ze Ambiorix en zijn daden terug. De dichter Joannes Nolet de Brauwere van Steeland vestigde in 1841 met een lyrisch epos de aandacht op deze Ambiorix. Op 5 september 1866 werd een standbeeld van Ambiorix opgericht op de Grote Markt van Tongeren. Er is geen zekerheid of hij ooit in Tongeren geweest is. De verwijzing van Julius Caesar in "De Bello Gallico" naar Atuatuca als de plaats waar deze feiten zich afspeelden en de oorspronkelijke naam van Tongeren (Atuatuca Tungrorum) liet vermoeden dat het hier Tongeren betrof. Om deze reden nam het Tongers Oudheidkundig Genootschap in 1860 het initiatief voor het plaatsen van een Standbeeld van Ambiorix in deze stad.
Ambiorix is tegenwoordig één van de beroemdste figuren uit de Keltische geschiedenis van onze streken. Veel bedrijven, cafés, frituren, ... hebben zich naar hem genoemd. Hij is ook in een aantal stripverhalen opgedoken. In album nr.130 van Jommeke; "Het Geheim Van Ambiorix" bijvoorbeeld In Suske en Wiske blijkt Lambik een oud Belgisch stamhoofd als voorvader te hebben gehad, genaamd "Lambiorix", tevens de naam van album nr. 144. En in De Krimson Crisis (nr. 215) worden Ambiorix en zijn mannen met de teletijdmachine naar nu geflitst om Suske en Wiske te helpen met een strijd tegen Krimson, waarbij allerlei helden uit Vlaanderens verleden worden opgetrommeld.
In "Asterix en de Belgen" besluiten Asterix, Obelix, Idefix en Abraracourcix naar Belgica te gaan omdat ze gehoord hebben dat Caesar "de Belgen" dapperder vindt dan zij, de Galliërs. Het Belgische stamhoofd, Vandendomme lijkt zelfs wat op Ambiorix. In dat stripverhaal wordt tevens allusie gemaakt op de discrepantie tussen Vlamingen en Walen. De 'Belgen' in het boek zijn verdeeld in twee onder elkaar concurrerende groepen.
In 2005 werd Ambiorix één van de 111 genomineerden voor de titel De Grootste Belg. Hij eindigde in de Waalse versie op de vijftigste en in de Vlaamse op de vierde plaats.
[bewerk] Feit of fictie?
Of Ambiorix werkelijk bestaan heeft blijft twijfelachtig. Dit omdat er behalve Caesars verslag geen andere bronnen terug te vinden zijn over de man. Zijn beeltenis in Tongeren is daarom ook een romantische voorstelling van hoe hij er uit zou gezien hebben. Er is wel gesuggereerd dat Caesar de hele figuur verzonnen zou hebben als excuus om de afslachting van zijn troepen in die streken te verantwoorden. De meeste historici achten deze theorie hoogst onwaarschijnlijk en vragen zich af hoe die 7200 soldaten dan van de aardbodem zijn verdwenen.(De bezetting van Atuatuca bestond uit 1 legioen en 5 cohorten. Een Romeins legioen bestond uit 10 cohorten van elk ongeveer 480 man, hieruit volgt dus dat in deze ravijn een legermacht ter grootte van ongeveer 7200 manschappen werd gedood). Argumenten vóór Ambiorix' bestaan zijn onder meer dat de ganse documentatie van de Gallische oorlog slechts uit één bron afkomstig is, namelijk Caesars "Bello Gallico". Bovendien kan men zich afvragen waarom Caesar de nederlaag van zijn troepen zou verdoezelen door een fictieve oorzaak te verzinnen. Hij kon er geen praktisch voordeel uit gehaald hebben. De vraag of Ambiorix nu werkelijk bestaan heeft laaide in 2005 weer op toen hij genomineerd werd voor de titel van De Grootste Belg. Hoedanook, historici en fans van Belgische folklore zijn het er in het algemeen over eens dat Ambiorix wel degelijk ooit geleefd heeft.
De naam Ambiorix betekent: Rijke koning.
[bewerk] Antieke bronnen
- Caes., Commentarii Rerum in Galliae gestarum V 26-51, VI 29-43,
VIII 24. (pop. benaming: Commentarii de bello Gallico )
- Florus, III 10.
- Liv., Epit. 106.
- Cass. Dio, XL 7-11.