Benazir Bhutto
Van Wikipedia
Benazir Bhutto (Sindh, 21 juni 1953) is een Pakistaanse politica. Zij is de oudste dochter van de in april 1979 terechtgestelde ex-premier Zulfiqar Ali Bhutto.
Benazir Bhutto verkreeg aanvankelijk huisonderwijs, maar studeerde daarna aan de universiteiten Harvard en Oxford. Na haar studie keerde zij in 1977 naar Pakistan terug. Na de dood van haar vader nam ze samen met haar moeder, Begum Nusrat Bhutto, de leiding van de Pakistan People's Party (PPP) op zich. Spoedig daarna werden beide vrouwen onder huisarrest gesteld door president Zia ul-Haq. Zia was degene die Zulfaqar Ali Bhutto liet ophangen, nadat hij hem afgezet had.
In 1984 kreeg Benazir toestemming om naar Groot-Brittannië te gaan voor een medische behandeling. Ze had een chronische oorontsteking, en was al aan één kant doof geworden.
In 1986 keerde ze terug naar Pakistan, waar de situatie onrustig was geworden en het verzet tegen dictator Zia ul-Haq toenam. Benazir en Nusrat namen de leiding van het verzet op zich en na het vliegtuigongeluk van Zia ul-Haq (augustus 1988) werden er vrije verkiezingen gehouden. Deze verkiezingen werden door de centrum-linkse (islamitisch-socialistische) PPP gewonnen, waarna Benazir Bhutto premier werd. Daarmee werd ze de eerste vrouwelijke premier in een islamitische republiek. Het regime werd echter gekenmerkt door corruptie en vriendjespolitiek. In 1990 werd zij door president Ghulam Ishaq Khan ontslagen.
Nadat premier Nawaz Sharif in 1993, om dezelfde redenen als Bhutto, werd ontslagen, werd Bhutto opnieuw minister-president.
Haar tweede regering (een coalitie tussen de PPP en de Muslim League), werd bij de verkiezingen van 1997 verslagen door de Muslim League van de oud-premier Nawaz Sharif.
Bhutto vestigde zich in Dubai om gerechtelijke vervolging te ontlopen. Haar echtgenoot Asif Ali Zardari echter werd gearresteerd en veroordeeld wegens corruptie. Hij kwam na acht jaar gevangenschap in december 2004 op borgtocht vrij.
Bhutto en Sharif, onder de democratie niet tot enige samenwerking in staat, roepen sinds 1999 regelmatig in gezamenlijke verklaringen op tot het aftreden van president Musharraf, en het houden van "vrije verkiezingen". Beide ex premiers hebben een zogenaamd "Charter of Democracy" opgesteld wat hun handboek wordt voor de volgende verkiezingen.