Edgar P. Jacobs
Van Wikipedia
Edgard Félix Pierre Jacobs (Brussel, 30 maart 1904 – ald. 20 februari 1987) was een Belgisch striptekenaar, vooral bekend om zijn reeks Blake en Mortimer.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd
Als kind toonde Jacobs al interesse voor tekenen en illustreerde winkelcatalogussen. Toch leek zijn leven aanvankelijk meer carrière te maken in de muziekwereld. Hij trad op in theaters tot 1940, zong en verzorgde libretto's en trad zelfs op met grote namen als Mistinguett.
[bewerk] Vroege stripcarrière
In 1941 begon hij als tekenaar voor het blad, "Bravo" en illustreerde verhalen. Eén jaar later zette hij Alex Raymond's strip Flash Gordon verder omdat door de nazibezetting er geen Amerikaanse strips gepubliceerd mochten worden. Jacobs' versie van de strip werd echter zelf na een aantal weken ook verschijningsverbod opgelegd. Jacobs begon daarop een eigen science-fictionstrip, "Le Rayon U" (De U straal) en wekte zo de aandacht op van Hergé die hem inhuurde om zijn oudere Kuifje-albums enigszins te hertekenen in een technisch knappere stijl. Zo werd Jacobs ook één van de eerste striptekenaars die vanaf 1946 in het weekblad Kuifje publiceerden.
[bewerk] Blake & Mortimer
Het was in dit blad dat Jacobs' beroemdste stripreeks, Blake en Mortimer het daglicht zag. De reeks over de twee Britse detectives zou één van de hoogtepunten van de Belgische en Europese stripkunst worden. Door zijn verbluffende perfectionisme besloot Jacobs vanaf 1947 zijn hulp aan Hergé te staken en zich volledig op zijn eigen reeks te concentreren. Hij zou in totaal acht albums rond de figuren tekenen die allen klassiekers zijn geworden. In 1973 begon hij "Le Rayon U" te hertekenen en zijn memoires te schrijven. Door zijn dood kon hij het vervolg op "De drie formules van professor Sato" niet meer voortzetten. Bob De Moor voltooide het voor hem.
[bewerk] Na Jacobs' dood
In de jaren '90 werden de avonturen van Blake en Mortimer ook een 13 delige animatiereeks. De bestaande verhalen werden bewerkt voor afleveringen van 50 minuten. Naast de bestaande boeken (tot en met De affaire Francis Blake) werden er ook nieuwe verhalen geschreven. Deze zijn tot op heden niet als boek verschenen. De titels zijn: De erfenis van de Viking, De poort der Druiden, Het testament van de alchemist en Het geheim van Paaseiland. De nieuwe interesse deed verschillende teams van tekenaars en scenaristen de reeks verderzetten.
[bewerk] Status en trivia
- Het Gele Teken is het bekendste album van Blake en Mortimer en wordt door stripkenners vaak genoemd als één van de invloedrijkste stripalbums ooit. In dit album faalt het perfectionisme: de politie-auto (een Austin) heeft het stuur links! Het werd in de jaren '90 verkozen tot "Stripalbum van de eeuw".
- Jacobs is in enkele albums van Kuifje te zien als cameo, meestal te herkennen aan zijn vlinderdas. In het eerste prentje van Kuifje in Afrika staat hij samen met Hergé en Quick en Flupke klaar om Kuifje uit te zwaaien. In De sigaren van de farao is hij al op de cover en ook binnenin te zien als één van de wetenschappers die gemummificeerd zijn geworden. Hij heet daar: E.P. Jacobini. In De scepter van Ottokar staat hij samen met Hergé in uniform te kijken wanneer Kuifje door paleiswachters de zaal wordt uitgeleid waar zonet Bianca Castafiore stond op te treden.
- Een leuke anekdote illustreert zijn beruchte perfectionisme. Omdat één album van Blake en Mortimer zich in China afspeelde wou hij het lokale straatbeeld accuraat weergeven. Hij liet daarom aan de Belgische ambassade in China een foto bestellen van een typische vuilnisbak daar. Maandenlang lag het verhaal stil omdat hij niet verder kon zonder te weten hoe een authentieke Chinese vuilnisbak eruit zag. Toen hij dan eindelijk een foto in de bus ontving bleek ze gewoon als twee druppels water op de vuilnisbak te lijken die bij hem in de straat stond!
- Jacobs wordt gezien als één van de belangrijkste striptekenaars in Europa en België. Hij is één van de pioniers van het Belgisch stripverhaal wiens oeuvre deel uitmaakt van het "Uitstalraam van de Verbeelding" in het Belgisch Centrum Voor Het Beeldverhaal oftewel het Belgisch stripmuseum. Ondanks zijn kleine oeuvre worden zijn strips hoog aangeprezen op vlak van scenario en tekenwerk.
- Hij was één van de 200 genomineerden voor de titel van De Grootste Belg in de Waalse versie van de wedstrijd. Hij eindigde op de 198ste plaats. In de Vlaamse versie viel hij buiten de nominatielijst op nr. 58