Forten rond Luik
Van Wikipedia
Op 14 juni 1887 besloot de Belgische regering tot oprichting van een ring van forten rond de stad Luik, ongeveer gelijk aan de fortenring rond Namen. Men besloot luitenant-generaal Henri Alexis Brialmont aan te stellen voor het ontwerpen van de forten.
Het was de bedoeling de vallei van de Samber en de Maas ontoegankelijk te maken voor Franse en Duitse agressie. Men voorzag zes forten aan iedere kant van de Maas. De ring zou een totale omtrek van 52 km hebben.
Inhoud |
[bewerk] Forten van voor de Eerste Wereldoorlog
De vesting Luik bestond uit 12 forten, zes kleine (driehoekige) en zes grote (vierhoekige), op maximaal 9 kilometer van het stadscentrum en met een onderlinge tussenruimte van 2 tot 6 km. De twee reeds bestaande, oudere forten, de citadel en La Chartreuse, werden in de verdedigingslinie opgenomen.
Beginnend in het noorden op de rechteroever van de Maas, werden de volgende forten gebouwd:
- Barchon als groot fort
- Evegnée als klein fort
- Fléron als groot fort
- Chaudfontaine als klein fort
- Embourg als klein fort
- Boncelles als groot fort
- Flémalle als groot fort
- Hollogne als klein fort
- Loncin als groot fort
- Lantin als klein fort
- Liers als klein fort
- Pontisse als groot fort
De grote forten besloegen ongeveer 12 ha en waren uitgerust met:
- 2 kanonnen van 150 mm
- 4 kanonnen van 120 mm
- 2 houwitsers van 210 mm
- 13 snelvuurkanonnen van 57 mm
- 450 artilleristen
De kleine forten besloegen ongeveer 6 ha en waren uitgerust met
- 2 kanonnen van 150 mm
- 4 kanonnen van 120 mm
- 1 houwitser van 210 mm
- 10 snelvuurkanonnen van 57 mm
- 250 artilleristen
De grote kanonnen en houwitsers waren bedoeld voor het verlenen van artilleriesteun, de snelvuurkanonnen bevonden zich in kazematten die uitzagen op de droge grachten en waren bedoeld voor de verdediging van de forten tegen infanteriebestormingen.
De forten konden weerstand bieden aan artilleriegranaten met een kaliber van 210 mm.
De muren werden opgetrokken uit ongewapend beton, aangemaakt met grote rolkeien uit de Ourthe.
[bewerk] Strijd in de Eerste Wereldoorlog
Generaal Gerard Leman bezette de forten vanaf augustus 1914 met ongeveer 3.000 manschappen, met tussen de forten nog eens 23.000 man van de 3° Belgische divisie en de 15° gemengde brigade.
De forten waren nooit aangepast aan de nieuwste artillerieontwikkelingen: mortieren met een kaliber van 42 cm. Desondanks hadden de Duitsers deze Dikke Bertha's bij de begindagen van de Eerste Wereldoorlog niet meegenomen naar Luik, omdat men niet op veel tegenstand rekende en de verwachting was dat de forten onder beschieting met 21 cm artillerie, gevolgd door een infanteriebestorming, geen stand zouden houden. Het 21 cm geschut bleek echter weinig uitwerking te hebben: bij het begin van de beschieting verlieten de Belgen de stellingen, om bij het einde weer tevoorschijn te komen en de aanstormende infanterie neer te maaien. De verliezen aan Duitse zijde bedroeg in de duizenden. Alsnog werden de Dikke Bertha's naar Luik gestuurd, die na enkele dagen daar aankwamen. De Belgische troepen in Luik konden uiteindelijk tien dagen stand houden. Op 16 augustus 1914 raakte een 42 cm granaat de munitiekamer van fort Loncin. Het fort ontplofte; honderden Belgen waren op slag dood. Hiermee kwam de strijd om de forten van Luik aan een einde. Generaal Gerard Leman die zich in dit fort bevond, raakte bewusteloos door de ontploffing, maar overleefde het wel.
[bewerk] Conclusie Eerste Wereldoorlog
Hoewel de forten in 1914 niet meer opgewassen waren tegen het zwaarste geschut, moet het effect op de Duitse opmars niet onderschat worden. De Duitsers vielen op 6 augustus 1914 aan met de verwachting Luik in drie dagen tijd te kunnen voorbijmarcheren. Echter, pas op 16 augustus viel het laatste fort en daarmee de vesting Luik. Pas daarna, met een vertraging van een week, konden de Duitsers door België heen trekken om zo Parijs te bedreigen. Het Schlieffenplan voorzag in een verrassingsaanval op Parijs via België. Door de Duitse vertraging bij Luik kreeg het Franse leger de tijd om zich te hergroeperen. Het is niet ondenkbaar dat Duitsland Parijs veroverd zou hebben als de forten bij Luik er niet waren geweest.
Als dank voor de hardnekkige verdediging kreeg de stad Luik het Franse Legion d'Honneur.
[bewerk] Tussen de Wereldoorlogen
In deze periode werden de acht naar het zuiden, oosten en noorden gerichte forten gemoderniseerd. De naar het westen gerichte forten werden buiten dienst gesteld. Een heropbouw van fort Loncin was feitelijk al onmogelijk. Hiervoor in de plaats bouwde men aan de oostzijde vier nieuwe forten, op een afstand van ongeveer 20 km van de binnenstad van Luik.
[bewerk] Forten van voor de Tweede Wereldoorlog
Beginnend in het noorden:
- Fort Eben-Emael
- Fort Aubin-Neufchâteau
- Fort Battice
- Fort Tancremont of Pepinster
- Sougné-Remouchamps (alleen gepland)
Voor de vorm, bewapening en bezetting van deze forten, zie Fort Eben-Emael.
[bewerk] Strijd in de Tweede Wereldoorlog
Fall Gelb, het Duitse aanvalsplan, voorzag een snelle doorstoot door Nederland en België om Frankrijk aan te vallen. Hitler wou hiermee verhinderen dat België, Frankrijk en Groot-Brittannië de kans kregen verder te mobiliseren en hun troepen te verenigen om zo de Duitse aanval beter op te vangen.
Het fort Eben-Emael was het centrale punt van de Belgische verdediging aan de oostgrens en vormde een obstakel voor het aanvalsplan. Het moest zeer snel worden uitgeschakeld om het Zesde Leger de kans te geven ongehinderd op te rukken. Tegelijkertijd moest men verhinderen dat de Belgen de tijd kregen om de zo belangrijke bruggen te vernietigen. Hitler had een plan dat was uitgewerkt door generaal Kurt Student waarin voor de aanval gebruikt werd gemaakt van zweefvliegtuigen. De aanvallers werden uitgerust met een nieuw wapen, de holle lading.
De aanval zou vijf minuten voor de inval in Nederland en België starten en kreeg de codenaam "Granit". Niet alleen het fort maar ook de drie bruggen zouden worden aangevallen door troepen die in zweefvliegtuigen werden vervoerd. De zweefvliegtuigen die het fort als doel hadden, landden op 10 mei om 04.25 uur op het dak ervan, vlakbij de stalen koepels. Vooraleer de Belgen, die totaal verrast waren, konden reageren werd één van de koepels, waarin de 120mm stukken waren opgesteld, door de explosie van een holle lading totaal vernield.
Tegenaanvallen van de Belgen en artillerievuur van nabijgelegen forten konden de aanvallers op het platform niet uitschakelen. De Duitsers, die via de schachten toegang kregen tot de lagere niveaus, bliezen de dubbele stalen deuren bij de ingang met holle ladingen op. Hiermee was Eben-Emael onhoudbaar geworden en op 11 mei, om 12.15 uur kapituleerde het fort.
De Duitse grondtroepen trokken in eerste instantie langs de forten van Luik, maar in de volgende dagen van de oorlog vielen ook andere forten in handen van de Duitsers, zoals na 5 dagen belegering op 22 mei 1940 de forten Battice en Aubin-Neufchâteau.
Gedurende het verdere verloop van de Tweede Wereldoorlog werd Eben-Emael voor propagandadoeleinden gebruikt door de Duitsers, terwijl op enkele andere forten nieuwe wapens uitgetest werden.
[bewerk] De forten heden
Fort Loncin is een begraafplaats voor de manschappen die ter plekke zijn omgekomen. Ook is er ter plekke een monument en een museum.
De forten van Fléron en Pontisse zijn grotendeels onder de grond verdwenen, nadat er woonwijken gebouwd zijn. Andere forten dienden nog lange tijd als opslagplaats voor het Belgische leger, zoals in Eben-Emael. Ook andere forten bleven in militaire handen en waren verboden gebied voor bezoekers. Inmiddels zijn op sommige plaatsen de hekken verdwenen en kan men het fort in elk geval van buitenaf bekijken. Bij het fort Aubin-Neufchâteau zijn alle metalen onderdelen verkocht aan schroothandelaren en daardoor helaas verdwenen.
In Eben-Emael is een museum en worden er rondleidingen gegeven. Ook in Battice, Tancremont, Barchon en Liers zijn bezoeken onder leiding van een gids mogelijk.