George IV van het Verenigd Koninkrijk
Van Wikipedia
1762-1830 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koning van het Verenigd Koninkrijk | ||||||
|
||||||
Koning van Hannover | ||||||
|
||||||
|
George IV August Frederik (St. James's Palace, 12 augustus 1762 – Windsor Castle, 26 juni 1830) was koning van het Verenigd Koninkrijk en koning van Hannover van 1820 tot 1830. Hij was regent voor zijn vader van 1811-1820.
Hij was de oudste zoon van George III en Charlotte van Mecklenburg-Strelitz en staat in de geschiedenis door zijn regentschap vooral bekend als de "Prince Regent" en daarmee als naamgever van een stijlperiode (Regency).
Zoals ook de vorige koningen uit het Huis Hannover had hij grote problemen met zijn vader. Zo sloot hij zich in 1783 aan bij de bestaande oppositie tegen de koning.
Hij huwde in het geheim met de rooms-katholieke Maria Fitzherbert. Toen dit bekend werd, leidde het tot hevig verzet en zijn vader dwong hem in 1794 tot een scheiding. In 1795 trouwde hij met zijn nicht Caroline van Brunswijk, dochter van Karel Willem Ferdinand van Brunswijk, waarna het parlement zijn vele schulden (o.a. veroorzaakt door drank- en goklust) afloste. George en Caroline waren beiden kleinkinderen van Frederik, prins van Wales, George als zoon van Frederiks zoon George III, en Caroline van Brunswijk als dochter van Frederiks dochter Augusta (1737-1813).
Het huwelijk was vanaf het begin geen succes en al na enkele dagen ging het echtpaar gescheiden leven. Wel kregen zij in 1796 een dochter, prinses Charlotte Augusta. De prins probeerde toen van Caroline te scheiden, maar zijn vader voorkwam dat. Prinses Charlotte overleed in 1817 in het kraambed, waardoor George geen erfgenaam had. Hij hertrouwde echter niet en nam na zijn troonsbestijging alsnog maatregelen tegen Caroline. Zo liet hij haar bij zijn kroning bij de deur wegsturen, wat een nationaal schandaal veroorzaakte.
Hoewel zijn vader al langere tijd tekenen vertoonde van mentale achteruitgang, werd George steeds niet geschikt geacht als regent op te treden. Toen de koning echter in 1811 van zijn taken moest worden ontheven werd hij toch prinsregent. In deze periode werd een groot deel van Londen herbouwd en ontstonden onder andere Regent's Park and Regent Street.
George IV had een ontwikkelde maar erg dure smaak. Toen hij regent werd had het koningshuis alleen de beschikking over het oude en kleine Sint James Paleis in Londen, het middeleeuwse Windsor kasteel en andere kleine of sterk verouderde residenties. Dat stak sterk af bij de paleizen van de "Tory Grandees" en de Britse hertogen. Kostbare bouwprojecten in Londen (Carlton House en Buckingham paleis), Brighton en Windsor moesten uitkomst bieden. Uiteindelijk betaalde de staat de voor de kroonprins onbetaalbaar geworden rekeningen.
Bij de dood van de koning in 1820 volgde George zijn vader op. Toen al vertoonde hij door zijn levensstijl tekenen van verval. Hij was veel te zwaar en ook mentaal verzwakt. Hij vertoonde zich niet veel in het openbaar en leefde afgeschermd in Windsor Castle of in zijn sprookjesachtige Indische paviljoen in Brighton. Af en toe bemoeide hij zich op onverstandige wijze met de politiek door sociale hervormingen tegen te willen houden. Hij koos in alle gevallen voor een uiterst conservatieve koers.
Met de dood van zijn dochter Charlotte werd zijn jongere broer Frederik August, hertog van York, troonopvolger. Deze stierf echter in 1827.
George IV stierf op 26 juni 1830 en werd begraven in Windsor Castle. Zijn jongere broer volgde hem op als koning Willem IV.