Geschiedenis van Mechelen
Van Wikipedia
Mechelen verscheen voor het eerst in een nog bestaande oorkonde in 1008 met de naam Machlines, dat later evolueerde tot Machele (12de eeuw), Mechgelme (14de eeuw) en tot Mechelen in de 15de eeuw. De naam van de stad zou afgeleid zijn van het woord mahal dat naar een vergader- of gerechtsplaats verwijst.
Inhoud |
[bewerk] Vroege middeleeuwen
In de 6de, 7de of 8ste eeuw stichtte de Ierse monnik Rumoldus een abdij in Mechelen. Naar hem is later de Sint-Romboutskathedraal genoemd. In de 9e eeuw hielden de Noormannen huis in de streek.
Als achterleen van de bisschoppen van Luik werd tussen 911 en 915 de voogdij van de Sint-Romboutsabdij door Karel de Eenvoudige toegewezen aan paltsgraaf Wigerik en diens zoon Adalberon, bisschop van Metz.
Vanaf het einde van de 11e eeuw werden de Berthouts, een tak van de familie der heren van Grimbergen, leenmannen van de bisschoppen van Luik. Zij schipperden met de opeenvolgende prins-bisschoppen van Luik en hertogen van Brabant tot steviger controle van de Heerlijkheid Mechelen. Wouter Berthout I en II namen deel aan de kruistochten; ze ijverden ook voor de oprichting van enige kloosters en van de ridders van Pitzemburg. Na een lange reeks onenigheden rukte in 1268 Hendrik III van Gelre, prins-bisschop van Luik en heer van Montfort, die geregeld plundertochten ondernam en later zou afgezet worden door paus Gregorius X, met een groot leger naar Mechelen op. Wouter Berthout II dwingt hem evenwel tot onderhandelingen.
Mechelen kreeg stadsrechten van het Hertogdom Brabant op 13 december 1301. De Luikse stadsrechten volgden op 18 maart 1305.
De lakenindustrie maakte opgang en van de bloei in die periode getuigden de stadswallen met twaalf poorten, een lakenhalle met belfort, het schepenhuis tussen de IJzerenleen en de Grote Markt.
Nadat de prins-bisschop in 1313 Mechelen tijdelijk verpandde aan Willem, graaf van Henegouwen, verkocht Floris Berthout in 1316 hem zijn rechten op de heerlijkheid; in 1318 bij het eind van de pandtermijn kreeg hij ze terug.
[bewerk] Bourgondische tijd
Met de dood van Floris, laatste telg der Berthouts, kwam in 1331 een einde aan hun invloed op Mechelen. Zo werd vanaf 1333 Lodewijk II van Nevers, graaf van Vlaanderen, de nieuwe machthebber. Mechelen werd onderdeel van een groter gebied toen diens zoon, Lodewijk van Male, in 1356 trouwde met Margaretha, dochter van Jan III van Brabant en erfdochter van Brabant. De dochter van Lodewijk van Male, Margaretha van Male, huwde in 1369 met Filips de Stoute, hertog van Bourgondië waardoor zowel het graafschap Vlaanderen als Mechelen in het Bourgondisch rijk terecht kwamen. Toch bleef de heerlijkheid Mechelen zijn eigen rechten en gebruiken behouden.
Op 6 augustus 1546 veranderde de ontploffing van een kruitmagazijn in de Zandpoort de Mechelse geschiedenis. Er vielen meer dan 200 slachtoffers.
[bewerk] Oproer in Mechelen
[bewerk] De Spaanse Furie (1572)
Nadat Bernard van Merode, een luitenant van Willem van Oranje, op 31 augustus 1572 de stad in handen nam met de hulp van een groot aantal Mechelse burgers, was er onenigheid in de stad, tussen voor- en tegenstanders van de actie. Een maand later, op 2 oktober, zetten tegenstanders van de Orangisten, de stadspoorten open voor de Spaansgezinde troepen van de Hertog van Alva. Dezen gingen zich te buiten aan plunderingen en gruweldaden, die in Mechelen de geschiedenis zullen ingaan als de Spaanse Furie
[bewerk] De Engelse Furie (1580)
In 1579 was Mechelen als het ware omringd met door de calvinisten bestuurde steden, waardoor de aanvoer van levensmiddelen steeds moeilijker verliep. De leefsituatie werd er steeds moeilijker. Er kwam een massale emigratie op gang. In het protestantse kamp had men begin april 1580 de idee opgevat om de katholieke Mechelse machtshebbers met geweld af te zetten. Op 9 april werd de stad inderdaad ingenomen onder leiding van de gouverneur van Brussel, Olivier van den Tympel, met de medewerking van legers van Engelse kolonel Norrits en de Schotse kapitein Stuart. Binnenin de stad woedde een gevecht tegen de Mechelse burgerwacht en de schuttersgilden, die tenslotte het onderspit moesten delven. Er vielen een zestigtal doden, o.a. toen de Engelsen de kloosters, kerken en privé-eigendommen leegroofden.
[bewerk] De oproer van het jaar 1718
In juni van het jaar 1718 had er te Mechelen een belangrijke sociaal getinte oproer plaats. De leden van het korenmeters- en aanverwante ambachten deden beroep op de mensen van het buil- of zakkendragersambacht om afgeleverd graan te lossen uit de vrachtschepen. Op een gegeven moment kwamen beide ambachten niet meer overeen over de financiële kant van hun samenwerking, een samenwerking die nota bene reeds eeuwenlang bestond. Het conflict deinde uit en er ontstond massaal oproer in de stad. De kampen waren min of meer opgedeeld in arm tegen rijk. Naar schatting een duizendtal mensen, waaronder veel vrouwen en kinderen, meestal uit de lagere sociale niveaus, sloegen aan het plunderen. Het duurde dagen tot dat de toestand terug onder controle was. Hiervoor moesten regimenten militairen uit andere steden aangevoerd worden. De processen rond deze zaak duurden tot in 1721 en uiteindelijk werden 87 mensen veroordeeld, waaronder enkele tot de doodstraf.
[bewerk] 19de eeuw
In het begin van de eeuw (1803) werd Mechelen vereerd met een officieel bezoek van de toenmalige oorlogsheld Napoleon Bonaparte. Hij besteeg eveneens de Sint-Romboutstoren. De stad werd een belangrijk spoorwegknooppunt vanaf 1833. De eerste Belgische treinen begonnen er te rijden in 1835, eveneens de eerste trein ter Wereld buiten het Verenigd Koninkrijk. Engelse ingenieurs kwamen zich te Mechelen vestigen als adviseurs bij de aanleg van spoorwegen. In 1866 kende de stad een grote cholera-epidemie, die zich enkele jaren later nogmaals herhaalde, doch niet meer zo intens.
[bewerk] 20ste eeuw
De stad werd zwaar beschoten door de Duitsers op 25 augustus 1914. Verschillende historische gebouwen o.a. op de IJzerenleen en de Schoenmarkt, waren gedeeltelijk of volledig verwoest. Nieuwe gebouwen werden na 1918 heropgebouwd in retrostijl, na een architectuurwedstrijd.
De talrijke waterlopen die de stad doorkruisten, werden overwelfd in het begin van de 20ste eeuw, om besmettelijke ziekten te bestrijden. Onder invloed van de getijden van het Scheldebekken was er immers altijd gevaar voor overstromingen. De meeste van deze vlieten werden gedempt.
De Tweede Wereldoorlog liet ook zijn sporen na. In 1944 bestookten de Amerikanen de stad en maakten honderden slachtoffers, waaronder circa 200 doden. Wederom werden talrijke huizen met de grond gelijkgemaakt.
Rond 1964 werd tijdens de economische recessie een begin gemaakt van relatief grootschalige immigratie. Eerst werden als alternatieve arbeidskrachten Spanjaarden aangetrokken. Rond 1968 kwam een volgende golf, voornamelijk Marokkanen. In 2006 vormden deze laatsten met 14% van de Mechelse bevolking de grootste allochtone bevolkingsgroep.
Op 1 januari 1977 werden de gemeenten Walem, Heffen, Hombeek, Leest en Muizen gefusioneerd met Mechelen.
[bewerk] 21ste eeuw
In het begin van de 21ste eeuw kreeg de binnenstad een nieuw elan.
Bronnen en referenties: |
|