Goudestein
Van Wikipedia
Goudestein is een van de eerste buitenplaatsen langs de Vecht en het gemeentehuis van Maarssen.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
In 1608 kocht de Amsterdamse koopman Jan Jacobszoon Huydecoper De Gouden Hoeff. Zijn zoon, Johan Huydecoper, die bewindvoerder van de VOC, schepen en meerdere malen burgemeester van Amsterdam was, liet op de plaats van De Gouden Hoeff in 1628 het buitenhuis Goudestein bouwen.
Zijn kleinzoon Joan Huydecoper (1698-1752), kocht in 1717 het naast gelegen Silversteyn op en voegde dat bij Goudestein. Joan Huydecoper trouwde in 1733 Sophia van der Muelen, nadat zijn eerste vrouw was overleden. Het oude Goudestein werd afgebroken en op 5 oktober 1754, twee jaar na de dood van Joan Huydecoper, werd door zijn zoon Willem Huydecoper de eerste steen gelegd van het nieuwe Goudestein. Sophia van der Muelen bleef 25 jaar op Goudestein wonen en liet in haar testament vast leggen dat alleen het geslacht Huydecoper het buiten mochten erven.
Omstreeks 1860 werd het huis bewoond door de derde Joan Huydecoper (1821-1890) die tevens burgemeester van Maarssen was.
In 1955 besloot de gemeente Maarssen het huis te kopen. Het werd grondig verbouwd en op 19 januari 1961 in gebruik genomen als gemeentehuis van Maarssen.
[bewerk] Gedichten
De Nederlands dichter, geleerde en componist Constantijn Huygens heeft tijdens een bezoek aan de Huydecopers op Goudestein (21 augustus 1656), drie gedichten geschreven over Goudestein.
AENDEN SELVEN
Nu weet ick ’t, Maersseveen, en ’tis licht om versinnen,
Waerom uw Goudestein van velen werdt bemint;
Twee lieve dinghen doen ’t, en diem’er altoos vindt,
De soete Vecht voor deur, de soete vocht van binnen.
Ook de dichter Jan Vos en de bewoner Balthazar Huydecoper hebben gedichten over Goudestein geschreven.
[bewerk] Koetshuis
Bij het huis bevindt zich ook een koetshuis dat thans in gebruik is als onderkomen voor twee musea: het Museum Maarssen en het Nederlands Drogisterij Museum. Het park rond Goudestein is vrij toegangelijk voor publiek.