Gustave Louis Marie Hubert Ruijs de Beerenbrouck
Van Wikipedia
Jhr. mr. Gustave Louis Marie Hubert Ruijs van Beerenbrouck (Roermond, 26 september 1842 – Born, 6 februari 1926) was een rooms-katholiek voorman aan het einde van de negentiende eeuw. Hij was een dominerend lid van de rechterzijde en Rechter in Maastricht, die vanaf 1880 als afgevaardigde van het gelijknamige district in de Tweede Kamer kwam. Hij maakte deel uit van de parlementaire enquêtecommissie naar de toestanden in fabrieken en werkplaatsen en was als minister van Justitie in het Kabinet-Mackay verantwoordelijk voor de eerste Arbeidswet (1889). Later werd hij Commissaris van de Koningin in Limburg. Hij was de vader van Charles Ruys de Beerenbrouck.
Inhoud |
[bewerk] wijziging in naam en/of titulatuur
- Jhr.Mr. G.L.M.H. Ruijs van Beerenbroek tot 21 maart 1895
- Jhr. G.L.M.H. Ruijs de Beerenbrouck, vanaf 21 maart 1895
Naam "Ruijs van Beerenbroek" werd door zijn vader aan het bevolkingsregister opgegeven. Familienaam bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Roermond van 21 maart 1895 veranderd.
[bewerk] Loopbaan
- advocaat te Maastricht, van 1865 tot 1867
- substituut-Officier van Justitie te Roermond, van 1 juli 1867 tot 1 mei 1877
- rechter Arrondissementsrecht te Maastricht, van 1 mei 1877 tot 1 januari 1888
- lid gemeenteraad van Maastricht, van 1880 tot 1888
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Maastricht, van 6 december 1880 tot 11 oktober 1884
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Maastricht, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Maastricht, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Maastricht, van 19 september 1887 tot 23 december 1887
- vicepresident Arrondissementsrechtbank te Maastricht, van 1 januari 1888 tot 20 april 1888
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Maastricht, van 14 februari 1888 tot 27 maart 1888
- minister van Justitie, van 21 april 1888 tot 21 augustus 1891
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Roermond, van 7 juli 1892 tot 5 oktober 1893
- Commissaris des Konings (later: 'der Koningin') in Limburg, van 1 november 1893 tot 16 mei 1918
- lid Raad van State in buitengewone dienst, van 14 juli 1903 tot 6 februari 1926
[bewerk] Partijpolitieke functies
- voorzitter R.K.-kamerclub Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 27 september 1892 tot oktober 1893
[bewerk] Nevenfuncties
- eerste luitenant der dienstdoende schutterij te Roermond, vanaf 5 augustus 1868
- lid Raad van Voogdij over Koningin Wilhelmina, van 1890 tot 1898
- lid Permanent Hof van Arbitrage, van 1900 tot 1926
- lid Raad van Commissarissen Nederlandsche Heidemaatschappij, van 1900 tot 1926
- lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-De Beaufort), van 23 oktober 1905 tot 20 december 1906
- voorzitter Nederlandsche Heidemaatschappij, van 1907 tot 1923
- voorzitter Koninklijke Nederlandsche Landbouwvereniging, van 1908 tot 1918
- lid Raad van Commissarissen Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, omstreeks 1915
- lid College van Curatoren Landbouw-Hogeschool te Wageningen, van 8 januari 1918 tot februari 1923
[bewerk] Gedelegeerde commissies
- lid parlementaire enquêtecommissie naar de toestand in fabrieken en werkplaatsen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van oktober 1886 tot 1887
[bewerk] Opleiding
- Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op stellingen) Hogeschool te Leiden, van 1 oktober 1861 tot 28 juni 1865
[bewerk] Activiteiten
[bewerk] als parlementariër
- Hield zich in de Tweede Kamer bezig met justitiële onderwerpen, buitenlandse zaken en spoorwegaangelegenheden
[bewerk] als bewindspersoon
- Bracht in 1889 de Arbeidswet tot stand, waarin een verbod voor kinderarbeid was opgenomen, de arbeid van jeugdigen (tot 16 jaar) en vrouwen werd geregeld en waarbij de Arbeidsinspectie werd ingesteld.
- Bracht in 1890 de Wet houdende verbodsbepaling tegen het dragen van wapens (Wapenwet) tot stand
[bewerk] Wetenswaardigheden
- Bracht in 1889 een fusie tot stand tussen de Christelijke Limburgsche Boerenbond en de Limburgsche Landbouwbond
- Zijn vader was Gedeputeerde van Limburg
[bewerk] Woonplaats en adres
- Holtum, kasteel Wolfrath
[bewerk] Ridderorden
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 8 maart 1888
[bewerk] Bezit van heerlijkheden
- heer van Beerenbrouck en Wolfrath
[bewerk] Erefuncties
- beschermheer Vereeniging tot bevordering van tuin- en landbouw in Limburg, omstreeks 1901
Voorganger: E.J..C.M. de Kuyper |
Gouverneur van Nederlands-Limburg 1893-1918 |
Opvolger: Ch.J.M. Ruijs de Beerenbrouck |
Voorganger: M.W. baron du Tour van Bellinchave |
Minister van Justitie 1888-1891 |
Opvolger: H.J. Smidt |
Bronnen en referenties: |
|