Hommelzweefvlieg
Van Wikipedia
Hommelzweefvlieg | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Volucella bombylans Denis & Schiffermüller, 1758 |
De hommelzweefvlieg (Volucella bombylans) is een tweevleugelige uit de familie van zweefvliegen (Syrphidae).
[bewerk] Beschrijving
De lengte is 11 tot 15 millimeter en de kleur is zwart, het lichaam is sterk behaard, en de vlieg lijkt uiterlijk sprekend op een hommel. Net als hommels heeft de zweefvlieg ook witte en oranje kleuren, maar deze zijn zeer variabel. De zweefvlieg is een bijzondere soort, omdat er verschillende variaties bestaan die weer verschillende soorten hommels nabootsen. De variatie die de tuinhommel nabootst wordt Volucella bombylans var. plumata genoemd en is zwart met een witte achterlijfspunt, oranje band rond de voorzijde van het achterlijf en gele beharing rond het borststuk. Onder andere de variatie V. b. var. bombylans bootst de steenhommel na, deze vlieg is geheel zwart maar heeft net als de steenhommel een oranje achterlijfspunt. Er komen echter ook kleurencombinaties voor die niet bestaan bij hommels. Een dergelijk sterke gelijkenis van een onschuldige soort met een gevaarlijke (stekende) soort wordt ook wel mimicry genoemd.
Het verschil met hommels is niet moeilijk af te leiden, zo hebben hommels verticale langwerpige ogen en vrij lange antennes. Zweefvliegen hebben grote en meer ronde ogen die elkaar bijna raken en juist korte antennes, die bovendien in tegenstelling tot hommels sterk geveerd zijn. Dit is tevens een belangrijk verschil met veel andere op hommels gelijkende zweefvliegen. Daarnaast hebben vliegen nooit stuifmeelkorfjes die veel (maar niet alle) hommels wel hebben. Ook de vlucht verraad de zweefvlieg; hommels maken meer zigzaggende, slome vluchten, zweefvliegen zijn juist snel en schichtig.
[bewerk] Algemeen
De hommelzweefvlieg leeft als volwassen insect van nectar, de larven zijn meer worm-achtig en leven in ondergrondse nesten van andere insecten waar ze zich voeden met dood materiaal. Opmerkelijk is dat dit meestal de nesten van de steen- en tuinhommel zijn, juist de door het imago ge-imiteerde soorten, maar soms worden ook nesten van wespen als de Duitse wesp gebruikt. Het is onbekend hoe de larve in het nest overleeft, daar wespen agressieve insectenverdelgers zijn en hommels gooien indringers direct het nest uit. Dit trucje is overigens ook wel bekend bij andere soorten zweefvliegen en andere insectenlarven zoals de larve van de mierenzakkever, die de eitjes van mieren eet en zich verstopt in de zak-achtige cocon. De hommelzweefvlieg is te zien van mei tot augustus en komt vooral voor bij meer beboste gebieden of bosranden. De soort is in Nederland en België vrij algemeen en komt daarnaast voor in grote delen van Europa, Centraal-Azië en Noord-Amerika.