Lagevloertram
Van Wikipedia
Een lagevloertram is een tram met een lage vloer over 70% tot 100% van de totale lengte. De lage vloer is maximaal 35 centimeter hoog (gemeten vanaf de kop van de spoorstaaf).
Lagevloertrams zijn beter toegankelijk omdat een trap ontbreekt. Kinderwagens en buggy's kunnen makkelijker mee en reizigers zonder mobiliteitsbeperking kunnen sneller in- en uitstappen, wat de exploitatiesnelheid van de tram ten goede komt. Mensen in een rolstoel kunnen moeilijker gebruik kunnen maken van de lagevloertram, omdat de vloer vaak niet goed aansluit met het halteperron.
In eerste instantie waren de aanschafkosten van een lagevloertram fors hoger dan die van trams met een hoge vloer. Nu lagevloertrams in grote aantallen aangeschaft worden door vrijwel alle vervoerbedrijven, is het prijsverschil gedaald. Lagevloertrams worden bovendien in de meeste landen / steden gesubsidieerd.
Nr. 1 toont een tram met een hoge vloer. Uit dat model is de tram met een lagevloermiddenbak ontstaan (nr. 2). Bij deze trams heeft de middelste bak een lagere vloer. Voorbeelden hiervan zijn de Amsterdamse 11G/12G-trams en de kusttrams in Vlaanderen. De tram met een lagevloermiddenbak wordt geen lagevloertram genoemd, omdat het percentage met een lage vloer te laag is.
De meest gebruikte lagevloertechniek op dit moment is het gebruik van korte rijtuigbakken voor de wielen en langere rijtuigbakken zonder wielen die tussen de eerstgenoemde rijtuigbakken worden ingehangen (nr. 6). Op deze wijze kan de vloer over de gehele lengte laag zijn. Voorbeelden hiervan zijn de Combino en de Citadis.
Een vergelijkbare, maar iets oudere techniek is de middellange rijtuigbak met twee wielen per bak (nr. 5). Dit type is ontwikkeld door MAN en was in 1990 de eerste lagevloertram ter wereld met een lage vloer over de gehele lengte. Deze trams rijden rond in tien Duitse steden (o.a. Bremen en München) en in de Zweedse stad Norrköping.
In veel andere Duitse steden rijden trams rond van het type bij nummer 4. De wielen onder de middenbak zijn 1-assige meesturende draaistellen (EEF-draaistellen).
Lightrailvoertuigen hebben vaak een indeling als bij tekening nummer 3.
[bewerk] Bekende lagevloertrams
- AEG-lagevloertram van MAN/AEG (o.a. Bremen en München)
- Astra/Trio/Anitra/Vektra van Škoda en/of Inekon (o.a. Plzen)
- Citadis van Alstom (o.a. Rotterdam)
- Cityrunner van Bombardier (Linz, Genève, Graz en Lodz)
- Cityway van Alstom/FIAT (Turijn en Messina)
- Cobra van Bombardier (Zürich)
- Combino van Siemens (o.a. Amsterdam)
- Eurotram van Bombardier (Straatsburg, Milaan en Porto)
- HermeLijn van Siemens/DWA (Antwerpen, Gent, Belgische Kust en Dresden)
- Incentro van Bombardier (Nantes en Nottingham)
- Sirio van AnsaldoBreda (Milaan, Napels en Athene)
- TMK 2200 van Crotram (Zagreb)
- Tramway Français Standard van GEC-Alsthom (Grenoble, Parijs en Rouen)
- Ultra Low Floor (ULF) van Siemens/SGP (Wenen)
- Variobahn van Stadler (Chemnitz, Heidelberg, Helsinki en Mannheim)