Le Corbusier
Van Wikipedia
Le Corbusier (La Chaux-de-Fonds, Zwitserland, 6 oktober 1887 - 27 augustus 1965), geboren als Charles-Edouard Jeanneret, is een Zwitsers-Franse architect en tevens de beroemdste Franse architect aller tijden (halverwege de jaren '20 nam hij de Franse nationaliteit aan).
Een van zijn bouwwerken is de Villa Savoye, gebouwd in 1928-1929. Bij deze vooroorlogse werken denkt men vaak aan witte architectuur, maar hij had wel degelijk een kleurtheorie. De Villa Savoye is exemplarisch voor zijn vooroorlogse architectuur- en kleurideaal. Het bekendst echter is het bedevaartskerkje Notre Dame du Haut te Ronchamp.
Inhoud |
[bewerk] Bouwstijl
De bouwstijl van Le Corbusier wordt met name gekenmerkt door twee zaken: het gebruik van gewapend beton en het ontwerpen van zeer grote projecten, tot complete steden aan toe. (Dit laatste impliceerde tevens dat dergelijke projecten meestal niet uitgevoerd werden. Het Plan Voisin uit 1925 voorzag in het slopen van een groot deel van Parijs. Le Corbusier was met dergelijke plannen wel de bekendste architect van zijn tijd, doch niet de eerste: de Italiaanse futurist Sant'Elia en de Fransman Garnier hadden reeds eerder complete steden ontworpen.)
Het gebruik van gewapend beton leerde Le Corbusier bij Auguste Perret. Deze techniek maakte een vrijere indeling van ruimten mogelijk, aangezien de dragende delen van een constructie slechts een gering deel van de totale constructie behoefden te vormen. (Een gebouw kan door een aantal pijlers gedragen worden, zodat dragende muren achterwege kunnen blijven. Dit maakt een flexibeler indeling van ruimten mogelijk, en laat ruimte voor een vrije gevelindeling.) Bij Peter Behrens ontmoette hij Mies van der Rohe, die met hem en Walter Gropius als een van de belangrijkste architecten van de twintigste eeuw geldt. (Waarbij Van der Rohe eerder als een gebruiker van staal als dragend materiaal kan worden aangemerkt.) In de jaren twintig van de twintigste eeuw werd ook de Nederlander J.J.P. Oud tot deze categorie gerekend.
De door Le Corbusier voorgestane stijl van stedenbouw kenmerkte zich door hoogbouw, met daartussen grote groenvoorzieningen. Elk woongebouw was min of meer als een zelfstandige eenheid gedacht, met een veelheid aan gemeenschappelijke voorzieningen (zoals winkels en recreatieruimten). Deze nadruk op een collectief gebruik van ruimten leidde ertoe dat hij op diverse momenten zowel als communist als als fascist werd aangemerkt, hoewel een dergelijk verwijt niet terecht lijkt. (Hij heeft in de jaren '30 een project in Moskou gerealiseerd, doch voor verdere opdrachten bleek men de voorkeur te geven aan de pompeuze sovjetstijl. Voor fascistische regimes heeft hij nooit gewerkt, en enige woningen in Stuttgart (uit de late jaren '20) werden in de jaren '30 door het toenmalige regime in ansichtkaarten geridiculiseerd ("Araberdorf Stuttgart").)
Een exponent van deze stijl is de Braziliaanse stad Brasília die voor een groot deel ontworpen is door de sterk door Le Corbusier beïnvloede architecten Oscar Niemeyer en Lucio Costa.
Met de inzichten van vandaag kan vermoedelijk wel gezegd worden dat de architectuur van Le Corbusier wel erg grootschalig is, en dat de "menselijke maat" soms lijkt te ontbreken.
[bewerk] Kenmerkende architectonische principes
In de loop van de tijd ontwikkelde Le Corbusier een aantal kenmerkende zaken, die in veel van zijn ontwerpen terugkwamen. Deze werden door hem samengevat in de 'cinq points d'une architecture nouvelle':
- 'Les pilotis': de grote massa van het gebouw rust niet op muren, maar op kolommen.
- 'Le toit-jardin': de daktuin, als middel om de ingenomen ruimte terug te kunnen gebruiken.
- 'Le plan libre': het afwijzen van dragende metselwerkwanden ten voordele van vrij geplaatste wanden in een betonskeletstructuur.
- 'La fenêtre en longueur': het gebruik van lange, horizontaal doorlopende ramen zou voor een diepere lichtdoordringing in de woning zorgen.
- 'La façade libre': door het gebruik van de betonskeletstructuur kon de gevel van de woning uit lichte membranen gemaakt worden.
Al deze punten werden slechts mogelijk gemaakt door de betonskeletstructuur.
[bewerk] Vooroorlogse werken

Tot de vooroorlogse werken behoren enige villa's in Frankrijk (Villa Garche en Villa Savoye) die opvallen door grote, strakke vlakken en krachtige vormen. Decoratieve elementen ontbreken vrijwel geheel. Het Centre Suisse van de Cité Universitaire in Parijs heeft enige decoratie, maar de nadruk ligt op de vorm van het gebouw zelf.
Het enige bouwwerk van Le Corbusier op Belgische bodem is het maison Guiette in Antwerpen, in 1926 gebouwd als woonhuis en atelier voor de schilder René Guiette. Modeontwerpster Ann Demeulemeester kocht het huis in 1983 en liet er een atelier naast bouwen door architect Georges Baines.
In de jaren '20 ontwierp Le Corbusier samen met Charlotte Perriand een aantal meubelen die tot "klassiekers" van moderne vormgeving uitgroeiden en heden ten dage nog deels in productie zijn.
Zijn ontwerp voor het hoofdkwartier van de Volkenbond in Genève werd niet uitgevoerd, maar trok wel sterk de aandacht.
[bewerk] Naoorlogse werken
Zijn grootste tot dan toe uitgevoerde project was een wooncomplex in Marseille uit 1952, de Unité d'Habitation (la cité radieuse): een flatcomplex met 337 appartementen, voorzien van binnengelegen winkelstraten en diverse faciliteiten. Over de vraag in hoeverre dit project aan de verwachtingen heeft voldaan wordt verschillend gedacht.
Hij was betrokken bij het ontwerp van het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York, doch omtrent zijn rol bij het uiteindelijke ontwerp bestaat enige onduidelijkheid. Duidelijk is echter dat zonder zijn invloed op de moderne architectuur het complex er anders had uitgezien.
In de jaren '60 werd hij uitgenodigd voor het ontwerp van het regeringscentrum in Chandigarh in de Indiase deelstaat Punjab. Hier realiseerde hij een aantal gebouwen die meer plastische vormen laten zien.
Zijn vermoedelijk meest bekende werk is het bedevaartskerkje Notre Dame du Haut te Ronchamp in de Vogezen, waarin de plastische vormgeving zodanig voortgeschreden is dat de bezoeker zich welhaast in een beeldhouwwerk waant.
Het gebruik van "beton brut" werd voortgezet in het klooster La Tourette bij Lyon.
[bewerk] Invloed op stedenbouw
De rol van Le Corbusier op zowel architectuur als stedenbouwkunde is onmiskenbaar: ontwerpen van ruim een halve eeuw geleden ogen nog steeds modern. Een uitbreidingsplan als bijvoorbeeld de Bijlmermeer laat diverse ideeën van Le Corbusier zien, zoals hoogbouw en scheiding van verkeersstromen. (Opgemerkt wordt dat de ideeën van Le Corbusier voorzagen in een kleinere bebouwingsdichtheid dan bij dergelijke plannen.) Grootschalige stedebouw heeft niet altijd het succes dat de ontwerpers voor ogen stond.
Le Corbusiers gedachte omtrent de stedenbouw was erg vernieuwend, doch niet realistisch. Hij kwam op de paradox om de verkeersopstopping op te lossen door een hogere bevolkingdensiteit toe te passen. Dat wil zeggen dat hij vooral in de hoogte begon te werken. Zijn idee was om de gebouwen op palen te zetten waardoor je op de grond voetgangers kunt laten lopen. Een niveau hoger kon je auto's laten rijden voor de stad zelf en nog een niveau hoger ging hij snelwegen aanleggen voor het snelle verkeer dat door de stad moet. Le Corbusier pretendeerde dat hij op het idee kwam van de multi-level snelwegen.
In een publicatie genaamd "A Contemporary City" presenteerde hij een plan van een grote stad bestaande uit 23 hoge flatgebouwen elk in een groene omgeving. Volgens Le Corbusier moest 95% van de buitenruimte uit groen bestaan.
[bewerk] Publicaties
Le Corbusier ontwikkelde een systeem van organische verhoudingen, de Modulor, dat hij in twee delen publiceerde. Ook over architectuur schreef hij veel, waarvan Vers une architecture en La ville radieuse de bekendste titels zijn.
[bewerk] Meubels
Le Corbusier heeft verschillende meubels gemaakt, zoals onder andere de stoelen LC1, LC2, LC3 en LC4.