Madame du Barry
Van Wikipedia
Madame du Barry (19 augustus 1743 – 8 december, 1793) was een beroemde maîtresse van Lodewijk XV van Frankrijk. Zij was van bescheiden afkomst, maar haar relaties met rijke mannen vergrootten haar sociale status aanzienlijk.
Zij werd geboren in een arm gezin in de Franse stad Vaucouleurs, als Marie-Jeanne Bécu, en was de natuurlijke dochter van een naaister en een tolbeambte. Op jonge leeftijd kwam zij onder de naam "mademoiselle Lange" naar Parijs, waar zij aan het werk werd gezet in een modeatelier, maar zij belandde er algauw in de prostitutie. Getroffen door haar bijzondere schoonheid, haalde ridder Jean du Barry haar weg uit het bordeel waar hij haar ontmoette, en liet haar een goktent uitbaten. Dáár werd zij opgemerkt door een zekere Lebel, kamerknecht en "hofleverancier" van koning Lodewijk XV. Op die manier werd zij in 1767 voorgesteld aan de koning, die onmiddellijk door haar geboeid raakte, en haar, zij het niet zonder enig verzet, aan het hof introduceerde. Zij werd ook zijn maîtresse, enkele jaren na het overlijden van zijn favoriete Madame de Pompadour. De oude, liederlijke koning schonk haar ten huwelijk (1 september 1768) met Guillaume du Barry, de broer van haar beschermer Jean du Barry (die zelf al getrouwd was!). Zo verkreeg zij haar titel "gravin du Barry".
Madame du Barry had weinig politiek besef, maar haar invloed op de koning was niet gering. Zij mocht hem tutoyeren en familiair "la France" noemen. Haar tegenstanders, zoals de hertog van Choiseul, vielen door haar toedoen in ongenade bij de koning, terwijl juist lieden van dubieus allooi in aanzien stegen. Door deze relatie vervreemdde Lodewijk XV steeds meer van zijn familie, met name van zijn dochters, zodat hij zich gedwongen zag voor zijn maîtresse het luxueuze paviljoen van Louvecienne te laten bouwen. Dáár bracht zij, naar het voorbeeld van Madame de Pompadour, de koning voortdurend in contact met steeds nieuw vrouwelijk schoon.
Lodewijk XV, sinds lange tijd ondermijnd door syfilis, overleed op 10 mei 1774, waarna gravin du Barry gedwongen werd het hof te verlaten. Zij trok zich een tijdje terug in een klooster nabij Meaux, maar mocht na een jaar reeds terugkeren aan het hof, waar zij met haar nieuwe minnaar, de hertog du Brissac, verbleef tot aan het uitbreken van de Franse Revolutie.
In 1792 vertrok zij naar Engeland om er haar aanzienlijke fortuin in veiligheid te stellen. Bij haar terugkeer in Frankrijk werd zij gearresteerd en na een schijnproces op 7 december 1793 veroordeeld tot de guillotine. Om haar leven te rekken deed zij nog een paar zogenaamde onthullingen, die velen het leven kostten. In tegenstelling tot eerdere ter dood veroordeelden, waaronder Lodewijk XVI van Frankrijk en Marie-Antoinette, ging ze gillend en huilend haar dood tegemoet, tot groot spektakel voor de meute. Haar laatste woorden tegen haar beul zijn ook haar bekendste:
-
- Alstublieft, meneer, nog één moment!