Nederlandse luchtmacht in de Tweede Wereldoorlog
Van Wikipedia
10 mei 1940: Nederland wordt betrokken in de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 01.36 uur vliegen vele Duitse toestellen van oost naar west, via Overijssel en de Waddenzee, om boven de Noordzee weer te verdwijnen. Tegen 04.00 uur naderen zij laagvliegend weer onze kust en bombarderen vervolgens de vliegparken, alsmede de Alexanderkazerne in Den Haag. Ongeveer 165 Duitse bommenwerpers, onder bescherming van 242 jagers, nemen deel aan de overval. Voorts zet de Luftwaffe 442 transportvliegtuigen in, waarmee parachutisten en luchtlandingstroepen worden afgezet binnen de vesting Holland en aan de Moerdijk. Het partijtje wordt vergezeld door 62 verkennings- en andere vliegtuigen, zodat de vijandelijke luchtvloot bestaat uit 911 vliegtuigen. De Militaire Luchtvaart kan hier 125 gevechtsgerede toestellen tegenover zetten, te weten onder andere:
- 23 stuks Fokker G1A, type Mercury, een modern tweemotorig vliegtuig met een bewapening van 8 mitrailleurs in de neus. Een schutter met een beweegbare mitrailleur in de achterkoepel dekt de vlieger in de rug.
- 28 stuks Fokker D XXI, een goed vliegtuig, bewapend met vier mitrailleurs FN 7,9mm, maar te traag voor een luchtgevecht.
- 11 stuks Douglas D8A, eigenlijk een lichte bommenwerper/verkenner. Bij gebrek aan voldoende jagers wordt hij ingezet als jachtvliegtuig, maar delft daarbij het onderspit.
- 9 stuks Fokker T V bommenwerpers, goede, redelijk moderne vliegtuigen, maar zwaar in het nadeel door het gebrek aan beschermende jagers en ongepantserde brandstoftanks
- 16 stuks Koolhoven FK 51, verkenningsvliegtuig met 2 mitrailleurs vóór en 1 achter. Van dit type had de Luchtmacht ook trainerversies maar die waren onbewapend.
- 6 stuks Fokker D-XVII lesvliegtuigen/jagers. In gebruik bij de vliegschool op Texel. Enkele hiervan namen deel aan gevechtsvluchten, o.a. bij Wageningen.
- 17 stuks Fokker C-V, verkenningsvliegtuigen en lichte bommenwerper
- 16 stuks Fokker C-X, strategische verkenners annex lichte bommenwerpers
De sterkteverhouding bedraagt dus ruim 7 : 1, hetgeen het Commando Luchtverdediging niet verhindert de vijand formidabele klappen toe te dienen. De Luftwaffe verliest in de Slag om Nederland 328 toestellen, waaronder 220 transportvliegtuigen. Vooral dit laatste, waardoor en passant ook de Duitse 22e Luftlandedivision wordt gedecimeerd, betekent voor de Luftwaffe een verwonding, waarvan zij gedurende de verdere oorlog feitelijk niet meer herstelt.
Van de 125 Nederlandse toestellen gaan er 88 verloren, vooral op de grond. Desondanks worden er ongeveer 330 missies gevlogen. De menselijke verliezen van de ML bedragen 20 officieren, 25 onderofficieren en 30 korporaals en soldaten.
Het grootste gedeelte van de vliegscholen te Vlissingen en Haamstede, met onder meer 80 leerling-vliegers, weet via Frankrijk te ontkomen naar Engeland. De helft van het personeel gaat door naar Nederlands-Indië, de meest gevorderde leerlingen gaan naar de eveneens ontsnapte Marine Luchtvaartdienst en de rest wordt verdeeld over de Royal Air Force.
De eersten, die weer in een eigen eenheid aan de strijd deelnemen, zijn de bemanningen van de Marine Luchtvaartdienst. Aangevuld met personeel van de Militaire Luchtvaart worden zij gegroepeerd in het Nr. 320 (Dutch) Squadron RAF. Zij beschikken over 8 uit Nederland meegenomen Fokker T8W toestellen en enkele Avro Ansons. In latere stadia vliegen zij met Hudsons en B-25 Mitchells. Een ander Nederlandse eenheid in de RAF was het 322 Squadron, dat werd uitgerust met Spitfires.
De operaties waaraan Nederlanders deelnamen in de oorlogsjaren zijn te talrijk om in dit bestek beschreven te worden. Volstaan wordt met de mededeling dat de Nederlandse regering in het najaar van 1945 van Engeland voor 18 miljoen gulden (anno 1964 ongeveer de prijs van 2½ Starfighter) 385 vliegtuigen uit het bestand van de RAF koopt: Tiger Moths, Harvards, Spitfires, Ansons en Oxfords.
{{{afb_links}}} | Zie ook | {{{afb_rechts}}} |
---|---|---|
Tweede Wereldoorlog - Nederland in WO2 - België in WO2 - Nazi-Duitsland |