Obsessief-compulsieve stoornis
Van Wikipedia
Obsessief-compulsieve stoornis | |
ICD-10 | F42 |
ICD-9 | 300.3 |
De obsessief-compulsieve stoornis (OCS) is een psychische aandoening die in het DSM-IV is gecategoriseerd als angststoornis. De oude naam van de aandoening is dwangneurose. OCS komt in verschillende vormen voor, maar het meest voorkomende kenmerk is een obsessieve drang om bepaalde handelingen uit te voeren, die rituelen worden genoemd. De OCS-patiënt voert deze handelingen (compulsies) uit als reactie op dwangmatige gedachten (obsessies). Voor anderen lijken deze handelingen overbodig en zij hebben ook geen oog voor de details, maar voor de patiënt zijn deze handelingen van vitaal belang en moeten volgens een bepaald patroon worden uitgevoerd om vermeende nadelige gevolgen te voorkomen. Voorbeelden zijn het zeer vaak controleren of een deur gesloten is of het overmatig vaak wassen van de handen (smetvrees, niet te verwarren met de specifieke mysofobie).
Er valt veel te twisten over de oorzaken van OCS, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat mensen met deze aandoening een ander type structuur of grotere hersenabnormaliteit vertonen op verschillende plekken in de hersenen.
De meeste OCS-patiënten zijn zich er terdege van bewust dat hun gedrag niet rationeel is, maar toch blijven ze hun dwangmatige handelingen uitvoeren om te voorkomen dat ze angstig of gespannen worden. Anderen zien hun gedrag niet als uitzonderlijk en zijn daarvan ook niet te overtuigen. In dit geval is hun OCS verwant aan een persoonlijkheidsstoornis en heeft het een andere naam, namelijk OCPD (Obsessive-compulsive personality disorder) en moet niet verward worden met OCS. Er is nog een derde groep die geen dwangmatige handelingen verricht. In hun geval blijft het ziektebeeld beperkt tot dwanggedachten.
OCS moet worden onderscheiden van de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis, die in de psychiatrie wordt gedefinieerd als een eigenschap van de persoonlijkheid in plaats van een angststoornis. De term obsessief wordt ook in andere contexten gebruikt, vaak om aan te geven dat iemand zeer geconcentreerd of perfectionistisch met zijn taken bezig is. In dit geval is er natuurlijk lang niet altijd sprake van een stoornis. Dit is pas het geval als het obsessieve of compulsieve gedrag normaal functioneren in de weg staat. Het is ook van belang om OCS en andere typen van angst of spanning te onderscheiden, waaronder de spanningen en stress die in het dagelijks leven kunnen voorkomen.
Het DSM-IV geeft de volgende criteria voor de obsessief-compulsieve stoornis:
- A. Obsessies of compulsies:
- Criteria voor obsessies (dwangmatige gedachten):
- Herhaaldelijke en aanhoudende gedachten, impulsen of beelden die tijdens de stoornis worden ervaren als opgedrongen of misplaatst en die angst of spanning veroorzaken.
- De gedachten, impulsen of beelden zijn niet uitsluitend veroorzaakt door zorgen over alledaagse problemen.
- De persoon probeert de gedachten, impulsen of beelden te negeren of ze te neutraliseren met andere gedachten of handelingen.
- De persoon realiseert zich dat de obsessieve gedachten, impulsen of beelden een product van zijn eigen geest zijn (niet opgelegd door gedachte-inbrenging).
- Criteria voor compulsies (dwangmatige handelingen):
- Herhaald gedrag (bv. handen wassen, (smetvrees) ordenen, controleren) of geestelijke handelingen (bv. bidden, tellen, woorden zachtjes herhalen) die de persoon uitvoert als reactie op een obsessie of die worden uitgevoerd volgens strikte regels.
- Het gedrag of de geestelijke handelingen zijn gericht op het voorkomen of verminderen van spanning of het voorkomen van een gevreesde situatie. Deze gedragspatronen of geestelijke handelingen hangen echter niet reëel samen met de gebeurtenis die verminderd of voorkomen moet worden of zijn duidelijk overdreven.
- B. Op een bepaald punt tijdens de aandoening ziet de persoon in dat de obsessies of compulsies overdreven en onnodig zijn. N.B.: Dit is niet van toepassing op kinderen.
- C. De obsessies of compulsies veroorzaken duidelijk spanning, kosten veel tijd (meer dan een uur per dag) of doen ernstig inbreuk op de dagelijkse bezigheden, het werk (of studie) of sociale activiteiten en relaties.
- D. Als een andere aandoening uit As I is geconstateerd, blijft de inhoud van de obsessies of compulsies daartoe niet beperkt (bv. preoccupatie met voedsel bij een eetstoornis, haar uittrekken bij trichotillomanie, bezorgdheid over het uiterlijk bij een stoornis van de lichaamsbeleving, preoccupatie met drugs bij een verslavingsstoornis, preoccupatie met een ernstige ziekte bij hypochondrie, preoccupatie met seksuele driften of fantasieën bij parafilie of schuldgevoelens bij klinische depressie).
- E. De stoornis is niet het gevolg van het innemen van een substantie (bijvoorbeeld drugs of geneesmiddelen) of een somatische aandoening.