Ourthekanaal
Van Wikipedia
Ourthekanaal | |
---|---|
Lengte | km |
Scheepsklasse | |
Jaar ingebruikname: | 1827 |
Van | Luik |
Naar | Wasserbillig |
Stroomt door | provincie Luik, provincie Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg |
> Ourthekanaal, kanaaltunnel bij Bernistap
|
Het Ourthe Kanaal of Maas-Moezel Kanaal (ook wel kanaal van Buret of kanaal van Bernistap) is een nooit volledig afgewerkt kanaal dat de Maas te Luik zou verbinden met de Moezel te Wasserbillig. Het project dat tot stand kwam op initiatief van Koning Willem I zou ten onder gaan aan financiële problemen en de gewijzigde politieke situatie die ontstond na de onafhankelijkheid van België in 1830 en deze van het Groothertogdom Luxemburg in 1839. Het kanaal zou tot even voorbij Houffalize de loop van de Ourthe volgen om dan via een tunnel de waterscheiding tussen Maas en Moezel te overwinnen, waarna via de valleien van de Woltz en de Sûre de Moezel bereikt zou worden. De totale lengte zou 261 kilometer bedragen en het enorme hoogteverschil tussen de Maas (te Luik 60 m boven de zeespiegel), de waterscheiding te Bernistape (op 500 meter hoogte) en de Moezel (op 130 meter hoogte) zou overwonnen worden door 218 sluizen.
Voor de bouw van het kanaal onder leiding van ingenieur Remy De Puydt werd in 1827 de maatschappij "Société d'exploration du Luxembourg" opgericht, met een kapitaal van vijf miljoen gulden waarvan koning Willem twee miljoen voor zijn rekening nam.
Het huidige Ourthekanaal is beperkt tot enkele kilometer vanaf de samenvloeiing van de Vesder en de Ourthe te Chenée tot de monding van de Ourthe in de Maas te Luik. Er is actueel geen scheepvaart meer op het kanaal. Van het oude kanaal, dat midden 19e eeuw afgewerkt werd tot La Roche-en-Ardenne, zijn op het traject tussen de samenvloeiing van de Amblève en de Ourthe te Comblain-au-Pont en Luik nog verschillende sporen terug te vinden (o.a. sluizen). Dit gedeelte van de gekanaliseerde rivier werd nog tot in het begin van de twintigste eeuw bevaren.
Belangrijkste restant van het hele project is ongetwijfeld de tunnel van Bernistap. Deze tunnel die zowat 2,5 kilometer lang moest worden, was bij het stopzetten van de werken afgewerkt over een lengte van 1130 meter (waarvan 337 meter reeds bezet met bakstenen wanden), maar is nu deels ingestort en ligt er ondanks zijn officiële status van monument, verlaten en overwoekerd bij. Aan Luxemburgse zijde werd het toegangskanaal tot de tunnel te Hoffelt in 1964 gedempt.