Overblijvende ossentong
Van Wikipedia
Overblijvende ossentong | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Pentaglottis sempervirens (L.) L.H.Bailey |
|||||||||||||||||||
![]() |
De Overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens, syn. Anchusa sempervirens) is de enige soort in het geslacht Pentaglottis in de Ruwbladigenfamilie (Boraginaceae). Een oude naam is groene ossentong.
De plant komt oorspronkelijk uit Zuidwest-Europa en Klein-Azië en wordt in België en Nederland als sierplant in tuinen gekweekt van waaruit ze af en toe verwildert: in het wild is ze zeer zeldzaam. In Groot-Brittannië komt de plant alleen in het zuiden voor. Ze is ook in Noord-Amerika ingevoerd.
Het is een 30 tot 100 cm hoge vaste stinzenplant. De bladeren zijn eirond tot eirond-lancetvormig, waarvan de bovenste zittend zijn en de onderste lang gesteeld. De bloeitijd loopt van april tot juli in Noord-west Europa, maar in het Middellandse Zee gebied kan de plant tot september in bloei worden aangetroffen. De alleenstaande, blauwe, bijna stervormige 8 tot 15 mm grote bloemen hebben een witte keel.
- In andere talen
- Duits: Grüne Ochsenzunge
- Engels: Green alkanet
- Frans: Buglosse toujours verte
![]() |
![]() |
![]() |