Pokhout
Van Wikipedia
Pokhout is een tropische houtsoort. Het is wel een van de zwaarste houtsoorten die verhandeld worden: het hoort tot de (vele) houtsoorten die niet drijven op water.
Pokhout is vooral bekend omdat het tot circa 25% vetachtige hars bevat. In het verleden werd het daarom veel gebruikt voor katrollen van zeilschepen. Dankzij de hars zijn dergelijke katrollen zelfsmerend. Dat wil zeggen dat ze niet gesmeerd hoeven te worden om soepel te lopen. Tegenwoordig wordt pokhout om dezelfde reden nog gebruikt voor (schroefas)lagers en glijblokken. Lagers en glijvlakken van pokhout gaan circa drie maal zo lang mee als bronzen lagers, hoe goed gesmeerd ook (bij regelmatig gebruik, wat bijvoorbeeld bij scheepsassen wel het geval zal zijn). De inhoudsstoffen uit het hout komen zeer gelijkmatig vrij en vormen met het (zee)water een smerende emulsie.
Dankzij het hoge gehalte aan inhoudsstoffen hebben de diverse pokhoutsoorten een hoge volumieke massa (bij hout spreken we niet van soortelijk gewicht, aangezien hout geen homogene, maar een cellulaire structuur heeft). De volumieke massa van de diverse soorten loopt uiteen van 1.15 tot boven de 1.30. Pokhout drijft dus niet op water. Pokhoutsoorten hebben meestal een zeer sterke kruisdraad waardoor ze enorm splijtvast zijn. Het is donker groenbruin tot zwart, soms met strepen, bijvoorbeeld geel.
Pokhout wordt geleverd door bomen uit het genus Guaiacum (familie Zygophyllaceae), met als bekendste soort Guaiacum officinale. De belangrijkste leveranciers van pokhout zijn Guaiacum sanctum en Guaiacum officinale, terwijl ook Guaiacum coulteri wel genoemd wordt
Tegenwoordig staan alle Guaiacum-soorten op de CITES-lijst. Dit heeft tot gevolg dat zij in veel landen niet mogen worden uitgevoerd; formeel, dat wil zeggen in theorie, zijn er ook importverboden in diverse landen, maar die worden veelal genegeerd of ontdoken. Bovendien is het in veel landen verboden 'pokhout op zich', dus aan delen gezaagd, te importeren; maar als er een voorwerp van is gemaakt (houtsnijwerk of draaiwerk bijvoorbeeld) is import toegestaan. De navrante gevolgen van dit onvolledige verbod, corruptie en gebrekkige controle laten zich raden. Anderzijds is het controlesysteem zo star dat bijvoorbeeld na de orkaan Wilma, die in Mexico tal van Guaiacum-bomen als luciferhoutjes omverwierp, het verboden was daar nuttig gebruik van te maken, aangezien het beschermde planten betrof die officieel niet gebruikt, laat staan uitgevoerd, mochten worden.
Aangezien pokhout altijd al zeldzaam was, is men steeds op zoek geweest naar houtsoorten die het kunnen vervangen. Wat betreft de smerende eigenschappen en slijtvastheid is pokhout vrijwel uniek. Vera pok (van Bulnesia arborea, familie Zygophyllaceae) heeft minder smerende eigenschappen. Het is ook wat bruiner van kleur. Sommige houtsoorten van geslachten als Zollernia en Swartzia (beide uit de famile Leguminosae) kunnen een deel van de taken van pokhout wel overnemen.
De naam stamt van het medisch gebruik tegen de spaanse pokken, een oude naam voor syfilis. Dat heeft ook geleid tot de Engelse naam lignum vitae ("het hout des levens").
Vroeger bestond ook de guaiacum test, een proef waarmee men de aanwezigheid van deeltjes bloed (dan wel hemoglobine) kon aantonen.