Privatisering
Van Wikipedia
Privatisering is het proces waarbij publiek eigendom overgaat in particuliere handen. Het is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw met wisselend succes toegepast in vrijwel de gehele Westerse wereld.
In Nederland werden zo onder meer enkele busmaatschappijen, energiebedrijven, de telefonie (tegenwoordig KPN) en de posterijen (tegenwoordig TNT Post) geprivatiseerd. De Nederlandse Spoorwegen werden niet geprivatiseerd, maar wel verzelfstandigd.
Het tegenovergestelde van privatisering is nationalisering, waarbij de staat privé-bedrijven opkoopt of opeist. Er kan dan een wetttelijk monopolie worden ingesteld wanneer een bedrijfstak is genationaliseerd. In beide gevallen wordt er vaak een beroep gedaan op het algemeen belang.
[bewerk] Argumenten voor privatisering
Het argument voor privatisering is dat private bedrijven met elkaar moeten concurreren om de gunst van de consument. Het idee daarachter is dat ondernemingen veel beter in staat zijn de wensen van burgers in te schatten dan de overheid dat kan. Concurrentie dwingt ondernemers ook op de kosten te letten en te innoveren. Bovendien betaalt de belastingbetaler niet meer mee aan een slecht functionerend of verlieslijdend bedrijf. De burger kan haar consumentenmacht uitoefenen op het bedrijf. Als blijkbaar niet genoeg consumenten gebruik willen maken van de producten of diensten ervan, om wat voor reden dan ook, kan het niet voortbestaan en zal het verdwijnen.
[bewerk] Argumenten tegen privatisering
Tegenstanders redeneren dat in sommige sectoren een winstoogmerk ten koste gaat van de benodigde service die verleend dient te worden aan de burger. Geprivatiseerde bedrijven zouden besparen op secundaire zaken, waardoor de totale dienstverlening zou afnemen.
Ook beredeneren zij dat sommige sectoren te belangrijk zijn om aan de markt over te laten. Zij beschouwen producten als water en energie als basisbehoeften, die collectief gegarandeerd zouden moeten worden. Ook worden sommige producten van een dermate niet-economische waarde geacht, zodat men ervoor pleit ze toch te laten bestaan zonder dat ze zich zelf kunnen financieren. Een voorbeeld zijn publieke omroepen.