Renate Rubinstein
Van Wikipedia
Renate Ida Rubinstein (Berlijn, 16 november 1929 - Amsterdam, 23 november 1990) was een Nederlands schrijver, journalist en columnist.
Inhoud |
[bewerk] Levensbeschrijving
Rubinstein werd geboren in Duitsland. Ze moest op jonge leeftijd vluchten, waarna zij via Amsterdam en Londen uiteindelijk weer in Amsterdam terechtkwam. De vlucht van familie Rubinstein mocht niet baten, want de Duitsers arresteerden in 1940 haar Joodse vader en vermoordden hem later in Auschwitz. Deze gebeurtenis zou een bepalende factor worden in Rubinsteins leven en werk. Haar hele leven zou ze blijven zoeken naar een vader-figuur, wat volgens sommigen haar band met de Duits-Britse socioloog Norbert Elias zou verklaren.
Rubinstein volgde het Vossius Gymnasium te Amsterdam, maar werd na vier jaar van school gestuurd. Ze werkte drie dagen per week bij uitgeverij G.A. van Oorschot, en leefde samen met de jurist Willem Frederik van Leeuwen. Vervolgens werkte ze drie jaar in een kibboets in Israël en studeerde ze twee jaar aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Op grond van die studie kon ze in 1955 worden toegelaten als student politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar studie, die ze na twee jaar afbrak, begon ze haar carrière als schrijfster onder andere bij het Nieuw Israëlitisch weekblad en Propria Cures. Later schreef ze voor Vrij Nederland (VN), Het Parool, NRC Handelsblad, Avenue, Hollands Weekblad, Hollands Maandblad en Tirade. In 1966 werd ze veroordeeld tot een geldboete wegens het plakken van leuzen tegen Claus von Amsberg die op het punt stond met Prinses Beatrix te trouwen. Haar woede tegen dat huwelijk slikte ze publiekelijk in toen ze merkte dat Von Amsberg een prima man was. (Het beste bewijs voor het eind van de brouille zou liggen in het feit dat Rubinstein door de RVD werd gevraagd een portret van de kroonprins te maken toen deze achttien jaar werd.) In 1968 speelde ze een belangrijke rol in een poging tot rehabilitatie van Friedrich Weinreb.
Haar VN-columns, die vanaf 1962 wekelijks verschenen onder het pseudoniem Tamar, kenden een trouw publiek en waren regelmatig aanleiding voor felle polemieken met andere columnisten, zoals Hugo Brandt Corstius en W.F. Hermans. De laatste verzette zich met name tegen haar onredelijke en ongegronde aanval op Bep Turksma in een polemiek over Collaboratie en verzet, de door Rubinstein geredigeerde driedelige 'autobiografie' van Weinreb. Haar columns omvatten verder zeer uiteenlopende onderwerpen zoals bijstandsmoeders (polemiek met Brandt Corstius over Selma Vrooland), wereldpolitiek, katten en bloemen.
In 1977 werd ontdekt dat ze multiple sclerose had. Dit bracht grote veranderingen in haar leven te weeg, die ze te boek stelde in Nee heb je (1985). Rubinstein overleed op 61-jarige leeftijd. Ze werd begraven op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied.
Kort na haar dood verscheen haar boek Mijn beter ik waarin ze onthulde dat ze jarenlang een geheime verhouding had gehad met Simon Carmiggelt. Eerder was ze getrouwd met Aad Nuis en met Jaap van Heerden.
Haar jongere zus Gerda Rubinstein is beeldhouwster.
[bewerk] Prijzen
- 1970 Lofprijs van het Lucas-Ooms Fonds te Haarlem voor Jood in Arabië, Goi in Israël
- 1979 Multatuliprijs van de gemeente Amsterdam voor Niets te verliezen en toch bang
- 1986 J.Greshofprijs van de Jan Campertstichting voor Nee heb je
- 1988 Hélène de Montigny-prijs voor haar 'buitengewone verdienste ten opzichte van het mensdom in het algemeen' en 'voor haar moed, sprekend uit tal van publicaties'
[bewerk] Bibliografie
- Namens Tamar (1964)
- Met verschuldigde hoogachting (1966)
- Jood in Arabië, Goi in Israël, deel 1 (1967)
- Jood in Arabië, Goi in Israël, deel 2 (1970)
- Sta ik toevallig stil (1970)
- Tamarkolommen en andere berichten (1973)
- Klein Chinees woordenboek (1975)
- Was getekend Tamar (1977)
- Niets te verliezen en toch bang (1978)
- Hedendaags feminisme (1979)
- Ieder woelt hier om verandering (1979)
- Niet de woorden, maar de stem (1979)
- Een man uit Singapore (1980)
- Twee eendjes en wat brood (1981)
- Met gepast wantrouwen. Notities over de Hollandse ziekte (1982)
- Links en rechts in de politiek en in het leven. Huizinga-lezing (1982)
- Liefst verliefd (1983)
- Naar de bliksem? Ik niet (1984)
- Alexander. Een impressie van de kroonprins bij zijn achttiende verjaardag (1985)
- Nee heb je; notities over ziek zijn (1985)
- Toekomstmuziek (1986)
- Tijd van leven (1987)
- Pleidooi voor de bevrijdingsdag, 5 mei lezing (1988)
- Over mijn katten (1989)
- Overgangscursus (1990)
- Mijn beter ik (1991), over Simon Carmiggelt
- Wat vliegt de tijd (1992)
[bewerk] Interviews
- 4 april 1967, Margaretha Fergusson in Het Vaderland
- 2 december 1967, Ischa Meijer in Nieuwe Linie
- 10 mei 1968, Tanja Rubinstein in Nieuw Israëlitisch Weekblad
- 5 april 1969, Aad van der Mijn in Algemeen Handelsblad
- 8 november 1975, Ischa Meijer in Haagse Post
- 4 november 1978, Ischa Meijer in Haagse Post
- 12 september 1980, Toni Boumans voor VARA radio
- 20 juni 1981, Merel Laseur en Paul Huf in NRC Handelsblad
- 18 juni 1982, Corine Spoor in De Tijd
- 5 december 1982, Ben Haveman in Volkskrant
- 27 januari 1984, Jeanne Roefs in Margriet
- 17 oktober 1984, Paul Scheffer in De Groene Amsterdammer
- 8 december 1984, Inge van de Blink in Utrechts Nieuwsblad
- 30 november 1985, Jan Brokken in HP/De Tijd
- 13 december 1985, Jojanneke Claassen in Libelle
- 10 februari 1986, Hanneke Groenteman voor Vara radio
- 16 december 1987, Stephan Sanders in De Groene Amsterdammer
- 19 december 1988, Ischa Meijer voor VPRO radio
[bewerk] Externe link
Wikiquote heeft een collectie citaten gerelateerd aan Renate Rubinstein. |