Republiek Ragusa
Van Wikipedia
De Republiek Ragusa (Latijn: Respublica Ragusina, Italiaans: Repubblica di Ragusa; Kroatisch: Dubrovačka Republika) was een stadstaat aan de Adriatische Zee die bestond van de 14e eeuw tot 1808. Vandaag de dag maakt het voormalige grondgebied van de republiek deel uit van Kroatië.
[bewerk] Ontstaan
Ragusa (Dubrovnik) werd in de 7de eeuw gesticht en kwam onder de bescherming van het Byzantijnse Rijk. Na de Vierde Kruistocht kwam de stad onder Venetiaans bestuur (1205-1358). Bij de Vrede van Zadar in 1358 werd de stad een vazalstaat van Hongarije.
[bewerk] Geschiedenis
Onder Hongaars bestuur werd Ragusa volledig zelfbestuur verleend. De stad behoefde slechts een schatting aan de koning te betalen en Hongarije bij te staan met haar vloot. Aldus werd Ragusa een vrije stadstaat. De stad werd ommuurd en voorzien van twee havens in Ragusa en Cavtat. De republiek breidde gestaag haar grondgebied uit. In 1272 veroverde Ragusa het eiland Lastovo, in de 14e eeuw Pelješac, Mljet en de littoral rondom Ragusa zelf. In 1427 werd de Konavle toegevoegd aan de republiek.
De Republiek Ragusa bereikte het hoogtepunt van haar macht in de 15de en de 16e eeuw, toen de zeemacht van Ragusa kon wedijveren met die van Venetië en andere Italiaanse zeestaten. Ragusa stond ook bekend vanwege haar fanatieke katholicisme. Van tijd tot tijd werd het eigendom van orthodoxe inwoners onteigend en niet-Katholieken konden geen ambten vervullen.
Ragusa bereikte met behulp van haar rijkdom en diplomatie een geweldige ontwikkelingsniveau in de 15e en 16e eeuw. Toen in 1492 Spanje en Portugal hun Sefardische joden uitwezen, zochten enkelen van hen hun toevlucht in Ragusa. Zij gebruikten hun connecties met andere Sefardiem in Europa en het Ottomaanse Rijk om handel te drijven.
De republiek werd aristocratisch bestuurd. Aan het hoofd van de republiek stond de hertog (Kroatisch: knez) en toen Venetië er de baas was de rector (Italiaans: rettore). In werkelijkheid was de macht geconcentreerd in twee raden (vijeće) die werden gevormd door de adel.
De republiek was een vurig tegenstander van de Oosters-Orthodoxe Kerk en de bogomielen waarvan ze de gelovigen gedwongen bekeerde. Alleen katholieken konden burgers van de republiek worden.
Het lot van Ragusa was nauw verbonden met het lot van het Ottomaanse Rijk. Venetië en Ragusa ondersteunden de Ottomanen en de Gujarati tegen de Portugezen in de Slag van Diu (1509). Deze slag werd echter verloren en de handelsroutes verplaatsten zich van de Middellandse Zee naar Indië, dat in handen was van de Portugezen. In 1526 accepteerde Ragusa de opperheerschappij van de Ottomaanse sultan en betaalde de sultan tribuut. Een crisis in de Middellandse zeehandel en een rampzalige aardbeving maakten een einde aan de bloeiperiode van de republiek. De aardbeving verwoestte vele gebouwen en de rector kwam om. Hoewel Ragusa zich herstelde, was de republiek slechts een schim van zijn vroegere zelf.
Op 26 januari 1699 sloot Ragusa een vredesverdrag met de Ottomanen waarin het twee stukjes land (een in het noordwesten en een in het zuidoosten) van haar kust schonk aan de Ottomanen zodat Venetië de stad slechts van zee kon aanvallen. In het noordwestelijke stuk ligt Neum, de enige stad in Bosnië en Herzegovina die aan zee ligt, en het zuidoostelijke stuk ligt tegenwoordig in Montenegro. In 1776 was Ragusa de eerste staat die de jonge Verenigde Staten van Amerika erkende.
In 1806 gaf de stad zich over aan de Fransen onder Napoleon om een Russisch-Montenegrijnse belegering te beëindigen (tijdens de belegering werd de stad belaagd door 3000 kanonskogels). De stad werd gered, maar in 1808 schafte maarschalk Marmont de republiek af en werd haar grondgebied ingelijfd bij de Illyrische provincies.