Van Wikipedia
Sigismund van Luxemburg (Neurenberg 15 februari 1368 – Znojmo (Moravië) 9 december 1437) was vanaf 1410 Rooms koning, sinds 1433 keizer van het Heilige Roomse Rijk, vanaf 1419 koning van Bohemen, van 1378 tot 1388 keurvorst van Brandenburg en vanaf 1387 koning van Hongarije. Hij was de laatste heerser uit het geslacht der Luxemburgers en de tweede zoon van keizer Karel IV.
Door zijn huwelijk met koningin Maria van Hongarije werd hij, ondanks tegenstand van de plaatselijke adel, in 1387 koning van Hongarije. In 1396 begon hij een kruistocht tegen de Ottomanen, die het land vanuit het zuiden bedreigden. Hij werd echter vernietigend verslagen bij Nicopolis (nu Nikopol in Bulgarije).
In 1410 werd hij als opvolger van Ruprecht I verkozen tot keizer van het Heilige Roomse Rijk, hoewel hij pas een jaar later algemeen werd erkend. Hij was van 1378 tot 1388 en van 1411 tot 1415 keurvorst van Brandenburg. In 1415 schonk hij het gebied aan Frederik I, burggraaf van Neurenberg. Dit was het begin van de 400 jaar durende heerschappij van de Hohenzollerns over het gebied.
Sigismund volgde in 1419 zijn oudere halfbroer Wenceslaus IV op als koning van Bohemen. Dit werd de zwaarste periode in zijn leven. Hij had de Tsjechische godsdiensthervormer Jan Hus een vrijgeleide gegeven toen deze uitgenodigd werd op het concilie van Konstanz zijn leerstellingen te komen verdedigen. Hus werd echter gevangengenomen en als ketter tot de brandstapel veroordeeld. De Hussitische Bohemers weigerden Sigismund hierom als koning te erkennen en hij riep een kruistocht tegen hen uit. Deze werd echter algauw tot een guerrillaoorlog die tot 1436 zou duren. Pas in 1437, een jaar voor zijn dood, werd hij door de belangrijkste Bohemers als koning erkend.
Sigismund had geen kinderen bij Maria. Na haar dood trouwde hij met Barbara van Celje, bij wie hij een dochter kreeg, Elisabeth (1409-1442). Elisabeth trouwde met keizer Albrecht II. Albrecht werd Sigismunds opvolger als keizer van het Heilige Roomse Rijk en koning van Hongarije en Bohemen.