Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)
Van Wikipedia
De Sint-Servaasbasiliek (Limburgs: Sintervaosbasiliek) te Maastricht is een grote driebeukige kruisbasiliek, gebouwd op het graf van Sint Servaas. De kerk is grotendeels in romaanse stijl gebouwd met gebruikmaking van vooral kolenzandsteen en mergel. Op 14 mei 1985 werd de kerk door Paus Johannes Paulus II tot basiliek (Basilica Minor) verheven. De kerk wordt beschouwd als de oudste bestaande kerk van Nederland. [1]
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Kort nadat Servaas, bisschop van Tongeren, in 384 bij Maastricht was overleden, werd er op zijn graf een houten kapel gebouwd tot zijn nagedachtenis. Kort na 549 werd de kapel vervangen door een stenen kerk met een crypte. Door een grote toestroom van pelgrims werd deze kerk snel te klein. De huidige kerk is waarschijnlijk de derde op deze locatie. Aan de bouw werd mogelijk nog aan het einde van de 10e eeuw maar uiterlijk in het begin van de 11e eeuw begonnen. Van deze eerste bouwfase resteren nog grote delen van het schip, de zijbeuken en het koor. Tijdens de tweede bouwfase in de tweede helft van de 11e eeuw verrees het transept met aansluitende kapellen.
De derde bouwfase eind 12e eeuw resulteerde in een verbouwing van de apsis met dwerggalerij en koortorens naar voorbeeld van de Dom van Speyer, en de verbouwing van het imposante westwerk met daarin een westkoor en de keizerszaal, symbool van de bijzondere status die de Sint-Servaas tot 1204 had als keizerskerk. Na voltooiing werd de kerk nog verschillende keren gewijzigd. Begin 13e eeuw verrees aan de zuidzijde het Bergportaal, waarschijnlijk het eerste gotische bouwwerk in Nederland. De zijbeuken werden uitgebreid met kapellen in maasgotische stijl en kregen hierdoor grotere vensters. Andere gotische wijzigingen, zoals de vergrote transeptvensters en de toevoeging van luchtbogen, houden verband met de overwelving van de kerk in de 14e eeuw. In 1556 werd tussen de twee westtorens een derde toren gebouwd, eveneens in gotische stijl. In 1770 werd deze toren vervangen door een nieuwe in barokke stijl, terwijl de beide romaanse westtorens barokke dakhelmen kregen.
De Sint-Servaas was tot 1797 een kapittelkerk en werd hierna door de Franse bezetters als paardenstal gebruikt. In 1804 kreeg het gebouw weer een religieuze besteming als parochiekerk. Al eerder was de kerk door zowel de kanunniken als de parochie gebruikt; rond 1218 maakten de kanunniken een einde aan deze situatie door pal naast de Sint-Servaas een aparte parochiekerk te stichten, de Sint-Jan, die (onder dwang) in 1632 overging in protestantse handen.
[bewerk] Restauratie
Tussen 1866 en 1900 werd de Sint-Servaas ingrijpend gerestaureerd door P.J.H. Cuypers, die onder meer de puntgevel boven het oostkoor liet vernieuwen in een sterk met de rest van het gebouw contrasterende rode zandsteen. De westtorens kregen nieuwe spitsen in neoromaanse stijl, ten koste van de torenhelmen in barokke stijl. Op de plaats van de barokke middentoren tussen de twee westtorens verrees een nieuwe toren in neogotische stijl. Deze toren ging in 1955 door brand verloren. Deze toren stortte deels door het dak van het schip heen. Bij het controleren van de schade, viel het deskundigen op dat een grote restauratie van deze kerk noodzakelijk was. Deze restauratie begon vlak na het vertrek van paus Johannes Paulus II in 1985. De restauratie was klaar in 1990. Tijdens de restauratie kwamen grote gebreken van het gebouw aan het licht. Eén pilaar was inwendig verbrijzeld en moest met hars worden ingespoten om de dragende kracht van het gewelf veilig te stellen. Eén steunbeer bleek - door een bouwfout in die tijd - geen fundament te bezitten, waardoor een deel van het zuidelijke transept een grote scheur in de muur te zien gaf. Vroeger werd deze scheur zelfs in verband gebracht met de ontploffing van een oud kruithuis, maar niemand vermoedde toen dat de fundering ter plaatse zo zwak was. Al gauw werd daarom van een hangbeer gesproken in plaats van een steunbeer. De parochie huisde tijdens de restauratieperiode in het Kruisherencomplex op de Kommel in de binnenstad. Het neogotische interieur van Cuypers werd, inclusief muurschilderingen en meubilair, bij een controversiële restauratie in de jaren 1980 voor het grootste deel weer verwijderd. De 15e eeuwse polychromie werd hierbij grotendeels hersteld. Het huidige interieur van kerkbanken is bij de grote restauratie na 1990 vernieuwd, omdat er bij de oude configuratie teveel slijtage en beschadigingen waren opgetreden door het jarenlange gebruik.
Bij de laatste restauratie bleek dat er weinig van de oorspronkelijke kerk was overgebleven. Daarom werd de Sint-Servaasbasiliek opnieuw door 12 bisschoppen geconsacreerd. In de pilaren zijn kleine kruisjes zichtbaar waarin de Heilige Olieën werden aangebracht.
[bewerk] Klokken
De grootste klok wordt wel de Grameer of Grandmère (dialect voor Grootmoeder) genoemd en werd gegoten op 21 juni 1515 door Willem en Caspar Moer. Helaas heeft deze grote klok rond 1850 een ernstige beschadiging opgelopen (een grote barst) waardoor de klok niet goed te gebruiken was en de sonore klank verdwenen was. Men heeft overigens wel getracht om deze barst te repareren, maar het resultaat was niet bevredigend. De Grameer werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verwijderd, maar in 1946 weer herplaatst. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd besloten om een nieuwe kopie van deze Grameer te laten vervaardigen, zodat de oude vervangen kon worden. De nieuwe Grameer werd ingewijd door de bisschop van Roermond Joannes Matthijs Gijsen en in de zuidtoren getakeld. De uitzwaai van deze klok kan niet helemaal gemaakt worden, maar wanneer de atmosferische omstandigheden gunstig zijn, is de klok zeker drie tot zes kilometer verderop te horen. De nieuwe Grameer weegt 6.270 kg en is gegoten door Eijsbouts. Het gewicht van de oude Grameer bedraagt 6.350 kilo. De oude gebarsten Grameer is nu te bezichtigen in de pandhof die zich bevindt tussen de kruisgang. Zie de foto hiernaast.
[bewerk] Klokkenluidersgilde
De Sint-Servaasbasiliek heeft een eigen klokkenluidersgilde, dat op bepaalde dagen van het jaar de Grameer met de hand luidt. Het gilde heet Sint Monulfus en Gondulfus. De Grameer wordt onder meer geluid vlak voor de feestdag van Sint Servaas, voor de 13de mei van elk jaar. Soms wordt bij bijzondere gelegenheden de Grameer geluid, zoals in 2005 vlak na het overlijden van paus Johannes Paulus II. De Grameer wordt geluid op elke 16de juli van het kalenderjaar. Dit houdt verband met de feestdag van de bisschoppen Monulfus en Gondulfus. Het luiden van de oude Grameer werd vroeger gedaan door een aantal werklui die elke keer moesten worden ingehuurd. Omdat deken mgr. P.J.M. Jenneskens dit te duur vond, werd besloten om in 1959 een eigen klokkenluidersgilde op te richten. Het gilde bestaat nu uit ongeveer twintig mannen die op kerkelijke hoogfeestdagen de grote Grameer bedienen.
[bewerk] Orgel
De Sint-Servaasbasiliek beschikt over een fraai orgel. Zie verder: Orgel Sint-Servaasbasiliek (Maastricht).
[bewerk] Externe link
- www.sintservaas.tk
- www.sintservaas.nl
- Het klokkenluidersgilde in actie om de Grameer in beweging te krijgen