Teschen
Van Wikipedia
Teschen (Pools: Cieszyn, Tsjechisch: Český Těšín) is een voormalig hertogdom in Silezië. Het gebied is sinds 1918 verdeeld tussen Polen en Tsjechoslowakije resp. Tsjechië. Dat geldt ook voor de gelijknamige stad. De staatsgrens is de rivier de Olza (Tsjechisch: Olše), die Cieszyn scheidt van Český Těšín. De stad ligt midden in de vierhoek Ostrava - Katowice - Bielsko-Biała - Žilina.
Teschen behoorde tot Oostenrijks-Silezië. De stad telde in 1900 19.142 inwoners, waarvan 52% Duitsers (incl. joden), 43% Polen en 5% Tsjechen. Voor het hertogdom waren de verhoudingen respectievelijk 18%, 55% en 27%.
De twee nieuwe landen die in 1918 op het grondgebied van het verslagen Oostenrijk ontstonden, Polen en Tsjecho-Slowakije (toen nog zo gespeld), trokken op 5 november 1918 een voorlopige onderlinge grens langs de Olza, maar bleven het oneens over het westelijke deel van het vroegere hertogdom. Beide landen hadden historische aanspraken op het gebied, dat van belang was door zijn mijnbouw en staalindustrie. Voor Tsjecho-Slowakije was bovendien van groot belang dat de enige spoorwegverbinding tussen Slowakije en de rest van het land erdoorheen liep. Voor Polen woog het feit dat de bevolking van het gebied overwegend Pools was het zwaarst. Teschen was niet het enige omstreden grensgebied tussen de twee landen (ook over de oostelijker gelegen gebieden Zips en Orava was onenigheid), maar wel het belangrijkste.
Tussen 23 januari en 5 februari 1919 vochten de twee landen een grensoorlog uit, die geen beslissing bracht. De aansluitende vredesonderhandelingen, die in juli in Kraków werden gehouden, strandden, omdat de Tsjechoslowaken weigerden de status van het gebied te onderwerpen aan een referendum, zoals de Polen eisten. Ook de vredesconferentie van Parijs drong op zo'n referendum aan. De positie van de Polen verzwakte echter in de loop van 1920, toen dat land een veel grootschaliger grensoorlog uitvocht met de Sovjet-Unie en belang had bij een compromis met de zuiderburen. De kwestie kwam aan de orde op de Conferentie van Spa: de geallieerden hakten daar op 28 juli 1920 de knoop door en legden de grens van 1918 bindend vast, zonder referendum. Het door 100.000 à 140.000 Polen bewoonde deel ten westen van de Olza, dat in het Pools Zaolzie ("Trans-Olzië") wordt genoemd, bleef daarmee Tsjechoslowaaks.
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was de positie van Tsjechoslowakije inmiddels door toedoen van Duitsland zo verzwakt, dat het in het Verdrag van München (1938) verschillende door minderheden bewoonde gebieden aan buurlanden moest afstaan. Dat gold niet alleen voor het Sudetenland, maar ook voor Teschen, dat aan Polen werd beloofd en op 2 oktober daadwerkelijk door Polen werd ingelijfd. Na de Tweede Wereldoorlog werden de grenzen van Spa echter weer hersteld. Aan de kwestie kwam op 2 juni 1958 definitief een einde, toen Polen en Tsjechoslowakije, inmiddels allebei volksrepublieken, een grensverdrag tekenden.