Westfriese Omringdijk
Van Wikipedia
De Westfriese Omringdijk is een 126 km lange dijk, ontstaan door de koppeling van allemaal korte dijken in de regio West-Friesland.
De Westfriese Omringdijk omringt van oorsprong eigenlijk niets anders dan het merendeel van het oude gewest Westflinge. Daaruit is door aantal verschillende redenen de huidige benaming van het gebied dat het omringt, de regio West-Friesland ontstaan. De Omringdijk loopt via de steden Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar, Schagen, Medemblik en opnieuw Enkhuizen.
[bewerk] Ontstaansgeschiedenis
West-Friesland kent een lange traditie van dijken bouwen om gebieden droog of juist nat te houden. Dit gebeurde in het begin, in de 10e eeuw, meestal niet echt gestructureerd over het hele gebied, het betroffen erg kleine en lage dijken. Maar in de 12e eeuw, terwijl West-Friesland drukker bewoond raakte door de oprukkende Hollanders, rukte ook het water op. Door de langzame maar gestage stijging van het water in de zee en rivieren was er meer algehele structuur nodig om alle gebieden droog te houden en om de bewoners te voeden en te laten wonen in het gebied. De eerste gestructureerde dijkjes tussen behoorlijk aantal opgehoogde stukken grond, terpen, verschenen toen in het gebied. Men bouwde echter nog altijd de erg lage dijken; deze werden regelmatig doorbroken en zo ontstonden allerlei meren in West-Friesland.
Zo ontstond uiteindelijk het grote meerstelsel bij Texel en Vlieland, wat uiteindelijk de Waddenzee zou worden, en liep het eerste gedeelte onder van de Wieringermeer. Maar ook de al gekende watergebieden in Waterland werden een stuk groter. De Westfriezen begonnen steeds betere dijken te bouwen. Dat voorkwam evengoed niet dat de rivier 't Vlie, die West-Friesland en Friesland qua land al scheidde, land innam en zo de Zuiderzee deed ontstaan. Halverwege de 13e eeuw begon men steeds meer gebieden met elkaar te verbinden met dijken. En zo ontstond langzaam een netwerk van dijken zoals Poolland over het hele Westfriese gebied. Door het gebruik van tussendijken binnen het gebied ontstonden er allerlei rondjes van, die omringd werden door dijken. In de loop van de tijd verdwenen er diverse dijkverbindingen en zelfs hele terpen met dijken, en zo ontstond het grote met elkaar verbonden dijkenstelsel, dat nu bekend staat als de Westfriese Omringdijk.
In het begin van de 16e eeuw kwamen de dijken vaster op hun huidige plaats te liggen, doordat men de dijken ging verstevigen en hoger maken. Vanaf de droogleggingsperiode, die werd ingezet met het droogleggen van de Zijpe in de latere periode van de 16e eeuw, verdween langzaam de zeewerende functie van het dijkstelsel. Door de eeuwen heen brak de zee regelmatig nog de ring van dijken en daardoor verdronken er vaak nog mensen. Pas in de 20e eeuw met de komst van de Afsluitdijk had het zeewater geen grip meer op de Omringdijk, maar het betekende tevens dat de Omringdijk z'n zeewerende functie verloor. Toch wordt het dijkstelsel altijd nog onderhouden als een zeeweringsdijkstelsel.