Willy Brandt
Van Wikipedia
Willy Brandt, geboren als Herbert Ernst Karl Frahm (Lübeck, 18 december 1913 – Unkel, 8 oktober 1992) was een Duits politicus en bondskanselier (1969-1974) die als zodanig zijn stempel heeft gedrukt op de Duitse naoorlogse geschiedenis.
Inhoud |
[bewerk] Achtergrond
Hij was de zoon van de ongehuwde verkoopster Martha Frahm. De naam Willy Brandt nam hij aan in 1933 toen hij een geheim congres van de Sozialistische Arbeiterpartei Deutschland (SAPD) bezocht. Willy was lid geworden van deze radicale partij na zich eerst te hebben aangesloten bij de SPD, de sociaaldemocraten.
Bij de SAPD werd al snel onderkend dat Brandt over een buitengewoon scherp verstand beschikte. De partij stuurde hem op diverse missies om het verzet tegen Hitler vanuit het buitenland vorm te geven. Zo bracht hij geruime tijd door in Oslo en was als journalist werkzaam in Spanje toen daar de burgeroorlog woedde.
In 1938 verloor hij zijn Duits staatsburgerschap en nam hij de Noorse nationaliteit aan.
In 1940, toen Duitsland Noorwegen binnenviel, vluchtte Brandt naar Zweden. Na de oorlog keerde Brandt terug naar zijn geboorteland (als persattaché van de Noorse militaire missie) en stichtte een gezin met zijn tweede vrouw Rut, met wie hij drie kinderen had: de zonen Peter, Lars en Matthias.
In 1948 kreeg hij weer de Duitse nationaliteit, onder de naam Willy Brandt. Hij keerde ook terug naar de SPD en maakte binnen deze partij snel carrière. De voorlopige bekroning was het burgemeesterschap van Berlijn in 1957. Brandt verzette zich in die functie vergeefs tegen de bouw van de Muur in 1961.
1961 was ook het jaar waarin Brandt de landelijke politiek inging. Voor de verkiezingen van dat jaar -en van vier jaar later- was hij de lijstaanvoerder van de SPD. In 1966 werd Brandt in een coalitie met de CDU minister van buitenlandse zaken.
[bewerk] Brandts kanselierschap
[bewerk] 1969 - 1972
Na de verkiezingen van 1969 kon Brandt een regering vormen met de krappe SPD-FDP (6 stemmen) meerderheid. Brandt werd de 4de bondskanselier van de Bondsrepubliek. Vicekanselier en minister van buitenlandse zaken werd Walter Scheel van de FDP.
Het werd de tijd van de Ostpolitik, de pogingen om via een aantal kleine stappen tot een betere relatie met het Oostblok te komen. De internationale erkenning voor deze ontspanningspolitiek was zo groot dat Brandt er de Nobelprijs voor de Vrede van het jaar 1971 aan overhield.
Brandt wou ook grote hervormingen doorvoeren op sociaal, rechterlijk en opleidings gebied. "Mehr Demokratie wagen" was het Motto, waarmee hij de vastgeroeste binnenlandse politiek in beweging wilde krijgen.
Zijn politiek ten opzichte van het oostblok, en de maatschappelijke hervormingen die Brandt wou doorvoeren stuitten op massale kritiek, voornamelijk bij de oppositionele CDU en CSU en hun afgevaardigden in de Union-fractie, maar ook binnen de eigen meerderheid had hij niet altijd alle parlementsleden aan zijn zijde. Sinds zijn aantreden als kanselier waren zoveel leden van de SPD en FDP, waaronder ook een van zijn ministers (Erich Mende), naar de oppositie overgelopen dat Brand in 1972 rekenkundig de meerderheid in de bondsdag verloren had. Oppositieleider Rainer Barzel meende Brandt door een konstruktives Mißtrauensvotum ten val te kunnen brengen, maar kwam 2 stemmen te kort om tot kanselier verkozen te worden (later bleek dat minstens één lid van de CDU door de DDR omgekocht was om niet voor Barzel te stemmen).
Toch was het duidelijk dat de meerderheid van Brandt meer dan wankelde, maar dat hij wel brede steun in de bevolking had. Daarom stelde hij op 22 september 1972 de door artikel 68 van de Duitse grondwet voorziene vertrouwensvraag. Bij de stemming onthielden de eigen ministers zich, zodat Brandt het vertrouwen van de bondsdag verloor en president Gustav Heinemann de bondsdag kon ontbinden.
[bewerk] 1972-1974
Bij de verkiezingen van november 1972 behaalde de coalitie SPD/FDP een klinkende overwinning. De SPD kwam op 45.8% van de stemmen. Algemeen wordt aanvaard dat de uitslag ook een goedkeuring van de Ost-politik was.
Brandt kon een nieuwe regering vormen die op een ruime meerderheid in de bondsdag kon rekenen.
De "Ost-Verträge" werden geratificeerd, en Brandt richtte samen met Scheel, zijn buitenlandse politiek op een nieuwe verzoening: dit keer met Israël. Als eerste Duitse kanselier bezocht hij op 7 juni 1973 het land (diplomatie betrekkingen waren al in het jaar 1965 opgenomen).
Daarna keerde het tij. Op 6 mei 1974 nam hij onverwacht ontslag omdat zijn persoonlijke secretaris, Günther Guillaume, ontmaskerd werd als DDR-spion. Algemeen wordt echter aangenomen dat dit maar een excuus was: Brandt was ambtsmoe, leed onder depressies, en zijn 'wankelende' leiding oogstte ook binnen de eigen rijen veel kritiek. Zo had de uitspraak "Der Bundeskanzler badet gerne lau" van de SPD fractievoorzitter Herbert Wehner tijdens een bezoek in Moskau in 1973 voor opzien gezorgd.
[bewerk] Na zijn aftreden als kanselier
In 1978 strandde zijn tweede huwelijk. Maar de geschiedenis had toch ook nog een hoogtepunt voor Brandt in petto.Op 10 november 1989 viel de Muur. Het was misschien wel Brandts finest hour. Samen met toenmalig bondskanselier Helmut Kohl sprak hij de uitzinnige mensenmenigte toe. Drie jaar later stierf Willy Brandt.
Brandt was ook een Esperantist. Hij zei: "Het succes van het Esperanto is erkend door de UNESCO. De Verenigde Naties had er daadwerkelijk op moeten staan dat het werk van Dokter Zamenhof voortgezet werd."
Voorganger: Gerhard Schröder |
Minister van Buitenlandse Zaken 1966-1969 |
Opvolger: Walter Scheel |
Voorganger: Kurt Georg Kiesinger |
Bondskanselier 1969-1974 |
Opvolger: Helmut Schmidt |