Richard Nixon
Van Wikipedia
Richard Nixon | |
---|---|
37e president van de Verenigde Staten | |
Ambtstermijn | 20 januari 1969 - 9 augustus 1974 |
Voorganger | Lyndon B. Johnson |
Opvolger | Gerald R. Ford |
Geboortedatum | 9 januari 1913 |
Geboorteplaats | Yorba Linda, Californië |
First Lady | Pat Nixon |
Politieke partij | Republikeinse partij |
Vicepresident | Spiro Agnew (1969–1973) Gerald R. Ford (1973–1974) |
Handtekening |
Richard Milhous Nixon (Yorba Linda (Californië), 9 januari 1913 – New York City, 22 april 1994) was de 37ste president van de Verenigde Staten (1969-1974). Hij was lid van de Republikeinse Partij en is de enige Amerikaanse president die afgetreden is. Hij trad af toen zijn positie door het Watergateschandaal onhoudbaar was geworden.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd en vroege carrière
Nixon werd geboren in een arm gezin in Yorba Linda in Californië. Hij groeide op met de regels en gebruiken van de conservatieve, christelijke Quakergemeenschap. In zijn jeugd was Nixon een verwoed sportvisser, een hobby die hij altijd is blijven uitoefenen. Tijdens zijn politieke carrière refereerde hij vaak aan zijn eenvoudige afkomst.
Nixon was een getalenteerde jongen, maar zijn familie kon het zich financieel niet veroorloven om hem aan een dure universiteit te laten studeren. In plaats daarvan volgde hij lessen aan een lokale Quakerschool, waar hij in 1934 zijn diploma haalde. Daarna werd hem een volledige studiebeurs aangeboden voor de Duke University's law school.
In 1946 veroverde hij een plaats in het Amerikaanse Congres. Zijn campagnes in dit stadium van zijn carrière kenmerkten zich door een anti-communistische toon en agressieve stijl.
In 1950 werd Nixon verkozen tot senator, waarmee hij actrice en congresvrouw Helen Gahagan versloeg, die hij tijdens de campagne had beschuldigd van communistische sympathieën.
Nixon werd in 1952 de 36ste vicepresident, onder Dwight Eisenhower. Noemenswaardig aan zijn vicepresidentschap is dat hij drie maal daadwerkelijk het land bestuurde, in alle gevallen was Eisenhower ziek. Verder gaf hij als voorzitter van de Senaat (een van de taken van de vicepresident) openlijk steun aan senator Joseph McCarthy en zijn heksenjachten tegen (vermeende) communisten.
De eerste keer dat Nixon voor het presidentschap streed was in 1960, tegen John F. Kennedy, een goede vriend en de eerste die hem in 1950 feliciteerde met zijn vicepresidentschap. Hij verloor deze strijd, onder andere door het eerste Amerikaanse televisiedebat tussen presidentskandidaten. Nixon weigerde hierbij televisiemake-up (ondanks zijn stoppelbaard) en voelde zich slecht omdat hij eerder die dag zijn knie gestoten had. Hij verwachtte kiezers te winnen met zijn kennis en ervaring op het gebied van buitenlandse zaken, maar zijn uiterlijk (ziekelijk, bleek en zwetend) contrasteerde te zeer met dat van de zongebruinde, charismatische Kennedy. Uit later onderzoek bleek dat mensen die het debat op de radio hadden gevolgd grotendeels Nixon als winnaar aanwezen, terwijl de televisiekijkers een duidelijke voorkeur voor Kennedy hadden.
In 1962 verloor hij de race voor gouverneur van Californië en verklaarde in de daarop volgende toespraak dat het zijn laatste persconferentie zou zijn: "You won't have Nixon to kick around any longer".
[bewerk] Presidentschap
Na deze dip in Nixons carrière deed hij in 1968, na een periode als advocaat in New York, opnieuw een gooi naar het presidentschap, waarbij hij toenmalig vicepresident Hubert H. Humphrey versloeg.
De belangrijkste zaken uit zijn ambtstermijn zijn:
- Normalisatie van de diplomatieke betrekkingen met de communistische Volksrepubliek China.
- Oprichting van de Environmental Protection Agency, een agentschap ter bescherming van de menselijke gezondheid en omgeving.
- Oprichting van de Drug Enforcement Administration, een agentschap ter bestrijding van de illegale verspreiding van narcotica.
- De terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Vietnam.
- De start van het Space Shuttle-programma.
Nixon heropende de vredesonderhandelingen met Noord-Vietnam, die uiterst stroef verliepen. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Gelijktijdig met de vredesonderhandelingen werden de banden met China en de Sovjet-Unie aangehaald. Deze politiek wordt ook wel driehoeksdiplomatie genoemd. In 1973 leidde dit mede tot de Vrede van Parijs, hetgeen de VS de mogelijkheid gaf haar inmenging in de Vietnamoorlog te stoppen.
Nixons buitenlandse politiek werd gekenmerkt door een geest van toenadering. Door het aanhalen van de betrekkingen met China kwam het einde van de Koude Oorlog in zicht en kon de Vietnamoorlog langzaam worden beëindigd, met behulp van de zogenaamde Nixon-doctrine, die stelde dat Amerika's Aziatische bondgenoten weer verantwoordelijk werden voor hun eigen militaire verdediging.
In zijn binnenlandse politiek concentreerde Nixon zich meer op strenge wetgeving en minder op sociale programma's voor rassenintegratie en tegen armoede dan zijn voorgangers.
[bewerk] Watergate
Als gevolg van het Watergateschandaal trad Nixon op 9 augustus 1974 af om impeachment te voorkomen. Zijn opvolger Gerald Ford verleende hem bij voorbaat gratie, een omstreden besluit.
[bewerk] Na het presidentschap
Na de affaire werden de volgende bijnamen gehoord:
- Tricky Dicky
- Richard Coeur de Liar, verwijzend naar Richard Coeur de Lion.
Nixon wist zijn reputatie enigszins te herstellen en ontwikkelde zich tot gerespecteerd oud-staatsman. Hij maakte enkele onofficiële reizen naar onder andere China en de Sovjet-Unie.
Nixon stierf op 22 april 1994 op 81-jarige leeftijd in New York aan een beroerte.
[bewerk] Externe links
- Toespraken van Richard Nixon zijn te lezen en beluisteren op de website History and Politics Out Loud.
{{{afb_links}}} | President van de Verenigde Staten | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Washington - J. Adams - Jefferson - Madison - Monroe - J.Q. Adams - Jackson - Van Buren - W.H. Harrison - Tyler - Polk - Taylor - Fillmore - Pierce - Buchanan - Lincoln - A. Johnson - Grant - Hayes - Garfield - Arthur - Cleveland - B. Harrison - Cleveland - McKinley - T. Roosevelt - Taft - Wilson - Harding - Coolidge - Hoover - F.D. Roosevelt - Truman - Eisenhower - Kennedy - L.B. Johnson - Nixon - Ford - Carter - Reagan - G.H.W. Bush - Clinton - G.W. Bush |