Berbice
Van Wikipedia
Berbice is een rivier in het huidige Guyana aan de noordkust van Zuid-Amerika. In de 17e en 18e eeuw was aan de Rio (rivier) Berbice de Nederlandse kolonie Berbice gevestigd met als hoofdstad Nieuw-Amsterdam, het huidige New Amsterdam. De kolonie Berbice was een onderdeel van Nederlands Guiana.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis van Berbice
Berbice-kolonie |
|
Hoofdstad | Nieuw-Amsterdam |
Bestaan | 1627 - 1796 / 1803 - 1815 |
Verworven door | Abraham van Peere |
Afgestaan aan | Verenigd Koninkrijk |
Tegenwoordig | Guyana |
Oppervlakte | ? |
Inwoners | ? |
Munteenheid | Guldens |
Berbice was een Nederlandse kolonie, die in 1627 door de Zeeuwse koopman Abraham van Peere werd gesticht. Berbice werd in 1796 door de Britten veroverd. In 1831 werd het met twee andere inmiddels Britse kolonies Essequibo en Demerara samengevoegd tot Brits Guiana. Sinds 1966 vormt dit gebied de zelfstandige staat Guyana.
[bewerk] Kapers
In de eerste jaren van kolonisatie werd er op plantages tabak en koffie verbouwd, maar veel belangrijker was de ruilhandel met de indianen in het gebied.
Berbice was, evenals de naburige plantagekoloniën, kwetsbaar voor kapers. In 1689 zeilden enkele Franse kapers de Rio (rivier) Berbice op en richtten grote schade aan op de plantages. Uiteindelijk werd er een brandschatting betaald van 20.000 gulden. In 1712 werd de kolonie opnieuw aangevallen door Franse kapers onder leiding van Jacques Cassard, en ook nu weer kon de totale plundering afgekocht worden. De kapers eisten een bedrag van 300.000 gulden, dat betaald werd in wisselbrieven, slaven en goederen. De Erven Van Peere waren niet in staat het verlies te compenseren en zagen zich genoodzaakt de kolonie te verkopen aan Amsterdamse handelaren.
In 1720 werd te Amsterdam de particuliere Sociëteit van Berbice opgericht. De sociëteit werd in Berbice vertegenwoordigd door een gouverneur.
[bewerk] Slavenopstand
Op 23 februari 1763 kwamen de slaven in het gebied in opstand onder leiding van Cuffy, Cosala, Accabre, Atta, Akara en Goussari. In die tijd telde de hele kolonie slechts 346 blanken (mannen, vrouwen en kinderen) en 3833 Afrikaanse slaven. Vrijwel alle blanken ontvluchtten hun plantages. Ongeveer veertig van hen vonden de dood. Bij de herovering van de kolonie op de slaven, die tien maanden duurde, kwamen meer dan 1800 slaven om. De mulatten kozen veelal de kant van de blanken. Plantages werden verwoest, huizen verbrand en suikermolens onklaar gemaakt. De slavenopstand van Berbice was de eerste serieuze poging van een grote groep slaven in Guyana om hun vrijheid terug te winnen. Ook was het de eerste georganiseerde poging van slaven om hun vrijheid te herwinnen in het hele Amerikaanse continent. Ondanks de onderlinge verdeeldheid, en de uiteindelijke nederlaag van de opstandelingen, gaf deze eerste groep Guyanese revolutionairen toch het startschot voor de strijd tegen de koloniale onderdrukking.
Na de slavenopstand ontwikkelden de koloniale machthebbers plannen voor de bouw van een nieuw fort, en later voor allerlei gouvernementsgebouwen. Tenslotte werd besloten tot de bouw van het stadje Nieuw Amsterdam. In 1796 werd Berbice echter door de Britten veroverd. In 1799 veroverden de Britten ook Suriname, waarna beide gebieden onder protectie van de Britse kroon kwamen. Het Nederlandse bestuurskader bleef gehandhaafd.
Bij het Verdrag van Amiens (1802) werden Berbice en Suriname weer teruggegeven aan Nederland, maar in september 1803 werd Berbice opnieuw door de Britten veroverd, en in 1804 kwam ook Suriname weer onder Brits bestuur. In 1814 werd op de Conventie van Londen definitief bepaald dat Nederland Suriname terugkreeg. Bij de Vrede van Parijs (1815) werd dit bevestigd. Berbice, Demerara, en Essequibo echter bleven Brits. In 1831 werden deze drie kolonies samengevoegd tot Brits Guiana.
[bewerk] Bestuurders van Berbice
[bewerk] Commandanten
- Matthijs Bergenaar (1666 - 1671)
- Cornelis Marinus (1671 - 1683)
- Gideon Bourse (1683 - 1684)
- Lucas Coudrie (1684 - 1687)
- Matthijs de Feer (1687 - 1712)
- Steven de Waterman (1712 - 1714)
- Anthony Tierens (1714 - 1733)
[bewerk] Gouverneurs
- Bernhardt Waterman (1733 - 1740)
- Jan Andries Lossner (1740 - 1749)
- Jan Frederik Colier (1749 - 1755)
- Hendrik Jan van Rijswijck (1755 - 1759)
- Wolfert Simon van Hoogenheim (1760 - 1764)
- Johan Heijlinger (1764 - 1767)
- Stephen Hendrik de la Sabloniere (1768 - 1773)
- Johan Christoffel de Winter (1773 - 1774)
- Isaac Kaecks (1774 - 1777)
- Peter Hendrik Koppiers (1st time) (1778 - 27 Feb 1781)
- Robert Kingston (27 Feb 1781 - 1782)
- Louis Antoine Dazemard de Lusignan (1782)
- Armand Guy Simon de Coëtnempren, comte de Kersaint (1782) (b. 1742 - d. 1793)
- Georges Manganon de la Perrière (1783 - 1784)
- Peter Hendrik Koppiers (2nd time) (1784 - 1789)
- Abraham Jacob van Imbijze van Batenburg (1st time, acting to 1794) (1789 - 27 Mar 1802)
- J.C.W. Herlin and G. Kobus (acting) (27 Mar 1802 - Sep 1803)
- Robert Nicholson (Sep 1803 - Jun 1804)
- Abraham Jacob van Imbijze van Batenburg (2nd time) (Jun 1804 - 1806)
[bewerk] Luitenant-gouverneurs
- Robert Nicholson (1806 - 1807)
- James Montgomery (1807 - 1809)
- William Woodly (1809 - 1810)
- Samuel Dalrymple (1810)
- Robert Gordon (1st time) (1810 - 1812)
- John Murry (1812 - 1813)
- Robert Gordon (2nd time) (1813)
- Grant (acting) (1813 - 1814)
- Henry William Bentinck (1814 - 1820)
- Thistlewayte (acting) (1820 - 1821)
- J. Cameron (acting) (1821)
- Henry Beard (1821 - 21 Jul 1831)
[bewerk] Grensgeschil
Over de grens tussen de beide gebieden was al lange tijd onenigheid. Aan de westoever van de Corantijnmonding bevond zich een Surinaamse post, zodat het hele gebied, inclusief de Corantijn als Surinaams moest worden beschouwd. De gouverneur van Berbice, Van Imbyze van Batenburg, meende echter in 1794 dat de toestemming die Karel II van Engeland indertijd had gegeven niet verder ging dan 1 Engelse mijl westelijk van de Coppenamerivier. In 1799 kwam de gouverneur van Berbice (Van Batenburg), en de gouverneur van Suriname (De Friderici), een onderhandse regeling van de grens overeen. De westoever van de Corantijn tot aan Duivelskreek kwam onder bestuur van Berbice; de grens werd de laagwaterlijn aan de westoever van de Corantijn. Deze overeenkomst werd op 20 januari 1800 te Nieuw Amsterdam (Berbice) gepubliceerd, en vormt de basis van de 20e eeuwse Nederlandse - en later Surinaamse claim dat de grens tussen Suriname en Guyana op de westoever van de Corentijnrivier ligt.
De Britse regering gaf in 1840 de Duitse geograaf Robert Schomburgk opdracht de grenzen van dit Brits Guiana vast te stellen. Tegenover het Surinaamse bestuur deden de Britten het voorkomen alsof het alleen om een cartografische expeditie zou gaan. Schomburgk publiceerde zijn kaart in 1846. Omdat hij tijdens zijn expeditie in tijdnood kwam en zonder proviand dreigde te raken, is zijn verkenning van de oostgrens niet erg nauwkeurig geweest. Schomburgk nam aan dat de Koetari de hoofdrivier was, en zakte de Coeroeni en de Corantijn af. De Boven-Corantijn zag hij over het hoofd. Als gevolg hiervan wordt het gebied tussen de Koetari en de Boven-Corantijn thans nog steeds betwist.
Aan het Nederlands bezit van Berbice herinnert nog de uitdrukking naar de barrebiesjes (Berbice) gaan, wat weer iets betekent als naar de hel gaan, doodgaan.
De Nederlandse invloed bleef merkbaar in twee creooltalen, het Berbice-Nederlands (4 of 5 sprekers in 1993) en het Skepi (uitgestorven in 1998). Beide talen waren niet onderling begrijpbaar
[bewerk] Externe links
- de westgrens met Guyana
- The Berbice-Suriname Boundary
- Slavenopstand [1] en [2]
Bronnen en referenties: |
|
Koloniën van de Republiek der Verenigde Nederlanden |
Gouvernementen: Berbice* | Cayenne | Demerara* | Essequibo* | Goudkust* | Nederlands Brazilië | Nederlandse Antillen | Nieuw-Nederland | Pomeroon | Suriname*
Gebieden met een directeur: Maagdeneilanden
Gebieden met een baron: Tobago (geleend aan Cornelis Lampsins)
Factorijen / handelsposten: Arguin | Loango-Angola kust | Senegambia | Slavenkust
Gouvernementen: Ambon* | Banda* | Batavia* | Ceylon | Coromandelkust* | Formosa | Java's Noordoostkust* | Kaapkolonie* | Mauritius | Makkasar* | Malakka* | Molukken*
Kantoren met een directeur: Vestingen in Bengalen | Vestingen in Perzië | Suratte
Gebieden met een commandeur: Bantam* | Malabar | Sumatra's Westkust*
Residenten: Bandjarmasin* | Cheribon* | Palembang* | Pontianak*
Gebieden met een opperhoofd: Birma | Deshima* | Vestingen in Siam | Timor | Tonquin
Factorijen: Corandèl | Vestingen in China
Nederzettingen: Amsterdam eiland (incl. Smeerenburg) | Jan Mayen
Vestingen: Acadia | Zoutpannen in Venezuela | Fort Nassau
*: Gebieden ook in handen van de Bataafse Republiek geweest.