Cladistiek
Van Wikipedia
Cladistiek of cladisme is een methode van analyseren die gebruikt wordt in de systematiek van biologie. Het woord is afgeleid van het Griekse klados = "tak". Dit omdat de cladistiek zeer veel met (stam)bomen werkt.
Cladisme is een van de vormen van fylogenetische systematiek, oftewel die vormen van systematiek die evolutionaire relaties tussen organismen proberen te bepalen. Dit is anders dan bij de fenetika waarbij alleen gekeken wordt naar overeenkomst in morfologie. Fylogenetische systematiek kwam op na het baanbrekende werk van Darwin. De eerste fylogenetische systemen verschenen eind negentiende eeuw.
Cladistiek verscheen in het midden van de twintigste eeuw en verschilt van andere fylogenetische benaderingen in dat zij zich strikt baseert op gedeelde, afgeleide overeenkomsten, de zogeheten "synapomorfieën". Dit betekent dat een kenmerk dat gedeeld wordt door twee of meer taxa alleen van enig belang is als het niet in de voorouder aanwezig was maar pas later ontstaan is (afgeleid is). Een voorbeeld van een afgeleid kenmerk zijn veren, alle vogels hebben veren en de voorouders van vogels hadden ze niet. Het niet hebben van veren zegt niets over verwantschap (vissen hebben geen veren, schildpadden ook niet, en zoogdieren ook niet), maar het wel hebben van veren is zeer belangrijk.
Een cladistische analyse kan uitgevoerd worden aan elke gewenste dataset, en kan in principe met de hand. Tegenwoordig worden cladistische analyses voor een groot deel door computerprogramma's uitgevoerd. Dit wordt in de hand gewerkt doordat tegenwoordig vaak DNA-sequenties (zogeheten "moleculaire data") gebruikt worden, wat leidt tot zeer uitvoerige datasets. De computer berekent die stambomen die het minste aantal "stappen" (veranderingen in vorm) vergt om alle onderzochte soorten in een evolutionair verband te brengen en dus het waarschijnlijkst is. Zo'n stamboom heet een cladogram (of kladogram). Elk cladogram moet altijd bezien worden in het licht van de data die eraan ten grondslag liggen. Een andere dataset voor dezelfde organismen zal allicht leiden tot een ander cladogram.
Een belangrijke vraag is of een cladogram ook één op één vertaald moet in een taxonomische indeling. Strikte cladisten nemen in de classifikatie alleen monofyletische groepen op, zoheten clades die alle individuen omvatten die afstammen van een bepaalde voorouder (plus die voorouder). Zij wijzen dus taxa af die weliswaar geheel bestaan uit de afstammelingen van een bepaalde voorouder bevatten, maar niet alle afstammelingen, dit zijn dan zogeheten parafyletische groepen. Uiteraard wijzen zij ook groepen af die van meerdere voorouders afstammen, de zogeheten polyfyletische groepen.
Een minder controversiële vraag is of elke clade die uit de analyse volgt dan ook werkelijk een naam moet krijgen. Omdat een cladogram zeer veel clades kan bevatten, probeert men een keuze te maken door alleen namen te geven aan relevante relaties tussen interessante soorten. Dit maakt de naamgeving stabieler en geeft wat richting aan de theorievorming. Het vormt ook een subjectief element binnen een methode die poogt juist zo objectief mogelijk te zijn. De naamgeving geschiedt doordat een clade gedefinieerd wordt door óf synapomorfieën als indicaties van afstamming, óf pure afstamming, óf een combinatie van beide. De tweede methode wordt steeds meer gebruikelijk. Definities hebben dan de vorm: "clade K is de groep omvattende de laatste gemeenschappelijke voorouder van soorten X en Y en al zijn afstammelingen" (nodeclade) of "clade K is de groep omvattende soort X en alle soorten die nauwer verwant zijn aan soort X dan aan soort Y" (stemclade).
Analoog hiermee, pleegt men om praktische redenen aan sommige clades wel aan te duiden met officieuze (niet formele) namen, zodat een rangonderscheiding overbodig is. Uiteraard worden altijd wel formele geslachts- en soortnamen gebruikt.
De entomoloog Willi Hennig wordt algemeen beschouwd als de "vader" van de cladistiek.