Concentratiekampsyndroom
Van Wikipedia
Het KZ-syndroom of concentratiekampsyndroom is de aanduiding voor de gemeenschappelijk voorkomende reacties en gedragingen van personen die een grootschalig negatieve gebeurtenis hebben meegemaakt, zoals overlevenden van vernietigingskampen ten tijde van de holocaust. Het concentratiekampsyndroom is een vorm van de meer algemene posttraumatische stress-stoornis.
Mensen met PTSS kunnen echter ook een andere oorlog, genocide of grootschalige natuurramp hebben meegemaakt. Het syndroom wordt daarom meer algemeen ook wel overlevendensyndroom genoemd. Het komt bijvoorbeeld ook voor bij veteranen of slachtoffers van de Vietnamoorlog.
Personen die een dergelijke gebeurtenis hebben meegemaakt zijn in de eerste plaats slachtoffer van het leed dat zij zelf hebben doorstaan, zoals martelingen, vernederingen, terreur en directe doodsangst. Zij voelen zich bovendien vaak schuldig omdat zij het overleefd hebben, terwijl anderen, zoals familie, vrienden of collega's, gestorven zijn.
Opgroeien in een gezin waarvan één of beide ouders een KZ-syndroom hebben, heeft effecten op de kinderen. In ernstige gevallen worden de kinderen tevens slachtoffers. Zij worden wel tweede-generatieoorlogsslachtoffers genoemd.
[bewerk] Behandeling
De Nederlandse psychiater Jan Bastiaans werd bekend om zijn hulp aan overlevenden van de Duitse vernietigingskampen. De klachten kwamen pas enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog naar voren. Mensen beleefden de trauma's opnieuw, vermeden juist te spreken over wat ze hadden meegemaakt. Bastiaans behandelde zijn patiënten met LSD, een verboden middel. In de opiumwet werd echter voor deze behandeling een uitzondering gemaakt.