Echte sagopalm
Van Wikipedia
| Echte sagopalm | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||
| Metroxylon sagu Rottb. (1783) |
De echte sagopalm (Metroxylon sagu) is een tot 20 meter hoge, rechtopstaande palm.
De plant heeft geveerde, tot 7 meter lange bladeren, die meestal stijf staan opgericht. De onderste deelblaadjes zijn meer van elkaar verwijderd en wijd afstaand, de bovenste deelblaadjes staan dichter opeen en wijzen meer naar voren. De bloemen zijn tot 1 cm lang en zitten talrijk bijeen aan zijtakken van de tweede orde in grote, regelmatig vertakte pluimen in de top van de palm. De vruchten zijn rond tot eivormig tot 8 cm lang en dicht bedekt met geelbruine schubben. Na de bloei, op een leeftijd van 10 à 15 jaar sterft de plant af, maar kan nieuwe scheuten bij de voet vormen.
De echte sagopalm is een snelgroeiende palm, die veel zetmeel in zijn stam opslaat. Na ongeveer 10 jaar worden de stammen van de echte sagopalm geoogst, en wordt het merg uit de stam fijngestampt. Hieruit wordt vervolgens het zetmeel uitgefilterd. In het westen van de Grote Oceaan vormt sago een stapelvoedsel.
De bladeren van de echte sagopalm worden veel gebruikt als dakbedekking, ze blijven wel zeven jaar goed, waarmee ze duurzamer zijn dan vele andere materialen.
De echte sagopalm komt vooral voor op moerassige plaatsen in Zuidoost-Azië en Oceanië. De plant komt oorspronkelijk voor op de Molukken en Nieuw-Guinea.
Er zijn nog meer soorten uit het geslacht Metroxylon, die voor het zelfde doel worden gebruikt, maar minder wijd verspreid zijn.
