FN FAL
Van Wikipedia
De FAL (Fusil Automatique Léger of Fusil Automatique Légère, licht semi-automatisch geweer) is een van de populairste legergeweren in de wereld. Het werd ontworpen door FN Herstal (Fabrique Nationale d’Armes de Guerre) in Herstal, België, en geproduceerd door FN, Steyr, DS Arms in het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Brazilië, Australië, Canada, Israël, Oostenrijk, Argentinië, Duitsland en India. Het geweer werd ook door de Verenigde Staten als mogelijke vervanging bekeken, maar hier werd besloten om een Amerikaans geweer te gebruiken.
Het wapen was een commercieel succes, en is na de M16 en de AK-47 een van de bekendste en meest wijdverbreide wapens ter wereld. Het is in zo'n 70 landen in gebruik geweest. Bij de Nederlandse strijdkrachten is dit geweer inmiddels vervangen door het Diemaco C7 en C8 geweer.
Inhoud |
[bewerk] Voordelen van de FAL
Het wapen was erg nauwkeurig in het treffen van doelen op grote afstand. Het magazijn had plaats voor 20 patronen van het kaliber 7.62 mm (een infanterist spreekt van patronen en nooit van kogels). Als men al 1 patroon in de kamer had en 20 in het magazijn, dan kon men er dus 21 verschieten. Een voordeel van dit wapen was, dat de terugslag geregeld kon worden via een z.g. gasbuisstop. Vlak bij de voorste cordonbeugel, vlak bij de korrel zit een afstelknop om de gasdruk te regelen. In de gasbuis (boven de loop gemonteerd) zit een z.g. gasbuisstang die na werking de afsluiter naar achteren stoot. Dankzij deze techniek wordt het gas - dat na een schot wordt afgegeven - afgetapt, waardoor de afsluiter niet met een te grote kracht naar achter schiet. De standen van de gasbuis varieerden van stand 1 tot 9. Daarenboven was er ook een granaat-stand voor de gasbuis, waardoor het mogelijk was om met behulp van een speciaal afvuurpatroon een geweergranaat met de FAL af te schieten. Het geweer moest daarvoor in een stand van 45 graden met de kolf in de grond worden gezet. Daarna kon de granaat worden afgevuurd. Stand 3 met een nieuwe en onbeschadigde gasbuisstang was de ideale stand. Dankzij deze gasbuis werd de militair niet meer door de enorme terugslag van het geweer van zijn plaats geblazen. Een ander voordeel was dat de FAL weinig onderhoud nodig had om te werken, zelfs als men dagen achtereen met het geweer aan het schieten was. Een hoeveelheid wapenolie in de openstaande hulzengat (afsluiter) gooien en de spangreep heen-en-weer bewegen, was al meestal voldoende om de werking te garanderen.
[bewerk] Nadelen van de FAL
- Het geweer FAL had nou niet de reputatie een echt oorlogswapen te zijn, zoals de UZI dat wel was. Er zijn genoeg gevallen bekend van FAL-geweren die door een klein ongeluk krom waren (omdat men erop ging zitten), of door een klein valpartijtje beschadigd raakten. Het was zeker geen wapen waarmee men bijvoorbeeld een metalen kast kon openbreken. Voorts was het gewicht (exclusief munitie) aan de zware kant, waardoor menige militair de uitklapbare handgreep gebruikte om die achter zijn koppel te haken.
- Voorts had het wapen standaard geen vuurregelaar voor automatisch schieten. Dat kon alleen indien men de vuurregelaar tijdelijk uit het wapen "sloopte" en de trekker overhaalde. Was het magazijn leeg, en wilde men weer schot-voor-schot kunnen vuren, dan moest de vuurregelaar weer worden gemonteerd. Het automatisch vuren kan men beter niet te lang doen, aangezien dit de prestaties van het geweer nadelig beïnvloed kan worden. Een machinegeweer is daar beter voor ontworpen.
- Een ander nadeel was, dat de richtmiddelen tijdens schemer niet meer gebruikt konden worden. De oogdop bevatte een piepklein gaatje waar men alleen in vol daglicht door kon kijken. Wie 's avonds wilde schieten moest op "goed geluk" mikken.
- Verder was de spangreep (om een patroon in de kamer te krijgen) aan de linker kant van het wapen aangebracht, waardoor het niet mogelijk was om het geweer op de rug te dragen. De knop van deze spangreep duwde voortdurend in de rug van de soldaat. Ging het lopen over in rennen, dan bonsde de spangreepknop voortdurend (pijnlijk) in de rugstreek. De spangreep van een M16 zat daarentegen achter de oogdop, waardoor het dragen van dit geweer in de rugstreek veel beter mogelijk was. Hoewel het geweer in het Europese landschap en klimatologische omstandigheden goed functioneerde, bleek hij als infanteriewapen in de woestijn vaak dienst te weigeren, waardoor veel klachten binnen kwamen van Israëlische soldaten.
- Een ander en ernstig nadeel was, dat als een FN geweer eenmaal goed was afgesteld, de afgestelde richtmiddelen afhankelijk bleken te zijn van het lotnummer van de gebruikte munitie. Op de achterkant van de hulzen waren de productiedata gestanst. Schoot men een FAL met nieuwe munitie in, en was de korrel en oogdop juist afgesteld, dan volgden de kogels van oudere munitie een andere baan dan de richtmiddelen aangaven. Hierdoor moest het geweer bij elk bezoek aan de schietbaan worden ingeschoten. Zeker in oorlogstijd, waar ook oudere partijen munitie kan worden aangesproken was dat niet een erg hoopgevend aspect van de FAL. Zeker niet als elk schot raak moet zijn.
[bewerk] Voorsteunen
De eerste FAL geweren werden geleverd met uitklapbare voorsteunen. In Nederland zijn de voorsteunen na 1980 van de FAL verwijderd. Militairen die voor herhalingsoefeningen in 1980 opnieuw moesten opkomen, kregen nog de oude FAL met voorsteunen mee. ook de Britse variant van het FN geweer was er een zonder de bekende voorsteunen. De schiethoudingen verschillen daarom per land en per legeronderdeel.
[bewerk] Richtmiddelen
[bewerk] Schieten bij verminderd zicht
[bewerk] Infrarood
Op het FAL-geweer was in de periode 1974-1976 in het Nederlands Leger een volledig infrarood systeem te implementeren. Zo'n IR-schutter had daarvoor een houten kist, waarin een verstraallamp, IR-kijker, kabels en accu aanwezig waren. (de accu kon aan een koppel kon worden gedragen, maar werd in de praktijk niet vaak toegepast). De kijker werd afgeschermd aan de voorkant om instraling van het daglicht te verhinderen. In de kijker was geen draadkruis te zien, maar een groen verticaal streepje dat als korrel diende. Men kon het systeem actief als passief gebruiken. Bij passief IR wordt alleen de kijker gebruikt, maar de verstraallamp niet. Inkomend licht werd dan door de schutter waargenomen. Voordeel was, dat ontdekking van een IR-schutter niet mogelijk was, terwijl in de actieve status de verstraallamp de plaats van de schutter kon verrraden (dankzij de IR apparatuur die gebruikt werd door de vijand). Om de IR-apparatuur te monteren, moest eerst de FAL worden geopend en de bovenkap die over de afsluiter zat verwijderd worden. Vervolgens werd een IR-kijker met houder op het geweer geschoven en de lamp met de accu geplaatst. Door deze IR-technologie was men in staat om honderden meters doel te treffen in het pikkedonker. Nadeel van de IR-apparatuur was, dat het onhandelbaar zwaar was en erg gevoelig voor schade. Ook verkeerde weersomstandigheden konden in een nadeel voor de IR-apparatuur omslaan: begon het sterk te regenen, dan kon het doel bijna niet meer gezien worden. Ook de accu kon storingen opleveren, vooral als deze omviel bestond er een mogelijkheid dat het accuzuur eruit liep. Hoewel de IR-apparatuur onder normale condities goed presteerde, was het nog maar de vraag of de IR-kijker en toebehoren het langer dan een paar weken zou uithouden indien er constant gebruik van werd gemaakt. Dat is zeker een keer gebeurd bij het 11de pantserinfanterie bataljon uit Arnhem die al na een 2 tal weken militaire oefening in 1975 zonder werkende apparatuur zat.
[bewerk] Helderheidsversterker
Later werd er bij de Nederlandse krijgsmacht een helderheidsversterker ingevoerd voor het schieten bij verminderd zicht. Het principe van de helderheidsversterker (officieel bij de KL bekend als "Beeldversterker, nachtzien, type GK4MC") is gebaseerd op het versterken van het restlicht van bijv. maan en sterren.
[bewerk] Schutter Lange Afstand
De Schutter Lange Afstand (SLA) (in sommige onderdelen werd van een Richt Recht Schutter gesproken) had alleen een telescoop (bij de KL officieel bekend als "Kijker Richt Recht AI62") op het FAL-geweer, waarin een onderverdeeld draadkruis te zien was. Met een goed afgesteld geweer en telescoop, kon een geoefende SLA een doel treffen op zeker 800 meter, alhoewel de FAL geen echt snipergeweer was. Een getrainde schutter schutter 1e klas kon zonder telescoop een doel treffen op een halve kilometer afstand. Daarbij is wel de schiettechniek van de schutter erg belangrijk. Een verkeerd vasthouden van een FAL levert doorgaans slechte schietresultaten op.
Een goede schiethouding is:
- de (aanwezige) voorsteunen van de FAL moeten uitgeklapt worden,
- de linker hand moet de kolf vastnemen vlak bij de oogdop (waardoor men het wapen met grote kracht in de grond kan drukken)
- en de rechterhand moet dan het wapen goed in de schouder drukken.
Schutters Lange Afstand hadden geen bevel nodig om te schieten. Zij waren speciaal getraind om vijandelijke officieren van een grote afstand neer te schieten.
Voor het afgeven van het schot, moest de adem worden ingehouden en wel zo, dat de longen niet teveel lucht bevatten. Er zijn zelfs schiethoudingen die rekening houden met de hartslag, waarbij de schutter tussen twee slagen van zijn hart een schot afgeeft. Door deze methode worden trillingen in het wapen voorkomen, waardoor de kogel over een grote afstand doel kan treffen.
[bewerk] Bijgeleverde onderhoudsspullen
Bij elke FAL kreeg de Nederlandse soldaat ook een metalen onderhoudsdoosje mee.
Daarin zaten:
- Een buisje wapenolie,
- Een exercitiepatroon (de huls is dan leeg en er zit ook geen slaghoedje aan),
- Een terugslagversterker voor het verschieten van losse munitie,
- Een schoonmaakkwastje en een wiskoord.
Dit wiskoord bestond uit twee metalen cilindrische onderdelen die losgedraaid konden worden en die verbonden waren met een koord. Aan de ene kant kon een poetsdoekje worden geregen. Hierdoor kon men de loop van het geweer schoonmaken. Helaas kon het gebeuren dat de koord brak als men de loop wilde schoonmaken. Met een pompstok kon de wiskoord dan weer worden verwijderd.
[bewerk] Onderhoud
Ook een wapen heeft onderhoud nodig om goed te kunnen werken. Naast wapenolie moet een wapen van de soms enorme hoeveelheden kruitslijm worden verwijderd. De spangreep moet vrij van zand en gruis zijn en de gasbuisstang en gasbuis moeten worden gereinigd en licht ingeolied. Het wapen zelf moet met wapenolie worden ingevet, zodat roest geen kans kreeg op een FAL. In de jaren 70 werd daarom erg veel aan wapenonderhoud in de Nederlandse kazernes gedaan. Gemiddeld was een soldaat een uur tot anderhalf uur aan wapenonderhoud kwijt. Vaak werd na het onderhoud een inspectie gehouden door de PS (Pelotonssergeant). Werd de zaak afgekeurd, dan kon een soldaat weer opnieuw beginnen met onderhoud, net zolang totdat het goed was. Wapens werden na afloop van het schoonmaken teruggebracht naar de wapenkamer. In sommige kazernes was het verboden om een FAL in de PSU-kast van de soldaat te bewaren.
Overigens was de soldaat niet toegestaan om het FN wapen in zijn geheel uit elkaar te halen. De voorsteunen mochten nooit uit elkaar. Alleen de wapenhersteller had bevoegdheid dit te doen. Bovendien was het monteren van voorsteunen geen sinecure: er was veel kracht voor nodig en zonder gereedschap ging het niet. Meestal viel ook de trekkerinrichting van bepaalde vuurwapens buiten de autorisatie van gewone soldaten om deze uit elkaar te halen.
[bewerk] De FAL veiligheidsmaatregelen
Om schietongelukken te vermijden, werd in de Nederlandse onderdelen zeer veel aandacht besteed aan de veiligheidsvoorschriften voor vuurwapens. Bij elke belangrijke gelegenheid werden deze veiligheidsmaatregelen uitgevoerd, zoals op schietbanen en in de kazernes bij het wachtlopen.
Die veiligheidsmaatregelen waren voor de FAL de volgende:
- Houd het wapen in elke handeling 45 graden met de loop omhoog. De kolf geklemd tussen rechter bovenarm en borstkas en houd de vinger altijd van de trekker af
- Zet de vuurregelaar op SAFE
- Verwijder het patroonmagazijn en controleer of er nog munitie in zit
- Trek nu de spangreep naar achteren en houd deze nu naar achteren vast
- Controleer het hulzengat en de kamer, kijk of er nog een patroon aanwezig is
- Laat de spangreep onder geleiding naar voren gaan
- Zet de vuurregelaar van SAFE op VUREN, richt het wapen 45 graden omhoog en haal nu de trekker over. De haan zal nu naar voren schieten
- Zet nu de vuurregelaar weer op SAFE en plaats eventueel het lege patroonmagazijn.
[bewerk] De FAL gereedmaken voor vuren
- Controleer of de vuurregelaar op SAFE staat
- Plaats het patroonmagazijn met patronen
- Haal nu de spangreep naar achteren, en laat vervolgens de knop van de spangreep los. De spangreep schiet nu zonder geleiding naar voren en neemt een patroon in de kamer.
- Zet nu de vuurregelaar van SAFE op VUREN
- Het wapen kan nu gebruikt worden
Wanneer het patroonmagazijn geen patronen meer bevat na het schieten, blijft de afsluiter naar achter vast zitten. Verwijder dan het lege patroonmagazijn en plaats een nieuwe met munitie. Vlak bij het patroonmagazijn zit een pal, die naar beneden gedrukt, de afsluiter ontgrendeld en weer een nieuwe patroon in de kamer brengt. Er kan daarna weer gewoon gevuurd worden.
Als dit FN wapen eenmaal gespannen is met een gevulde patroonmagazijn dan kan men schot-voor-schot vuren, dus zonder dat men weer na het eerste schot opnieuw moet spannen (semi-automatisch). Wanneer men zeer snel de trekker achter elkaar overhaalt, dan ontstaat een snelle opeenvolgende vuurstoot van een paar patronen.
[bewerk] Richten
Oogdop en vizier waren zo afgesteld, dat de volgende regels golden voor het richten:
[bewerk] Stilstaande doelen
- Doel op 100 meter: midden onderkant doel
- Doel op 200 meter: midden doel
- Doel op 300 meter; midden bovenkant doel
Voor bewegende doelen waren er andere richtpunten wegens het "inlopen" van het doel.
[bewerk] Eigenschappen
- Kaliber: 7,62 mm NATO (7.62 x 51 mm)
- Lengte: 1100 mm (990 / 736 mm voor het "Para" model)
- Gewicht: 3,9 kg zonder magazijn, 4,3 kg met vol magazijn (3,75 kg/3,9 kg voor het "Para" model)
- Capaciteit van het magazijn: 20 patronen (30 patronen voor de SAW versies)
- Vuursnelheid: 650-700 patronen per minuut
- Effectief vuurbereik: 600 meter
[bewerk] Extra onderdelen
- Bajonet (moest over de mondingsvlamdemper worden geschoven). Bij sommige legeronderdelen werden deze bajonetten uit veiligheidsoverwegingen niet standaard aan de infanteristen meegegeven.
- Mondingsstop. Deze moest op de mondingsvlamdemper worden geschroefd. Deze mondingsstop was nodig voor het gebruik van losse munitie (losse munitie is alleen een patroon zonder kogelpunt en werd gebruikt tijdens militaire oefeningen)
- Draagriem. Deze riem werd vastgemaakt aan de eerste en onderste cordonbeugel.
[bewerk] Extra info
- Kolf van vol hout
- Geweer van metaal, alsmede de handgreep die om de loop en gasbuis zit.
[bewerk] bibliografie
- The FN FAL Explained (Download) by Gerard HENROTIN (H&L Publishing - HLebooks.com 2004)
[bewerk] Externe link
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina FN FAL op Wikimedia Commons. |