Galilea
Van Wikipedia
Galilea (הגליל) is een uitgestrekte landstreek in het noorden van Israël. Het is onder meer bekend als het gebied waar Jezus opgroeide en predikte.
De streek wordt algemeen opgedeeld in tweeën: Hoog-Galilea in het Noorden en Laag-Gailea in het zuiden. Hoog en laag duiden op de topografische hoogten. Tussen deze twee regio's loopt de Bet Netofa vallei. Het oosten van Hoog Galilea wordt ook de "vinger van Galilea" genoemd.
Inhoud |
[bewerk] Oudheid
[bewerk] Deel van het koninkrijk Israël
Het gebied van Galilea was het Noordelijk deel van het koninkrijk Israël. Door het Karmelgebergte werd het op natuurlijke wijze min of meer gescheiden van het zuidelijk deel van het koninkrijk, het latere Samaria. Het gebied van Galilea werd vermoedelijk bestuurd door een gouverneur, die zetelde in Megiddo en die verantwoording verschuldigd was aan de koning van Israël.
[bewerk] Asyyrische, Babylonische en Perzische periode
Na de val van Samaria (722 v. Chr.) kwam een einde aan het koninkrijk Israël en kwam Galilea onder Assyrisch bestuur te staan. Opgravingen suggereren dat de Assyriërs hun residentie niet in Megiddo vestigden, maar in Akko, maar dit is niet zeker en er zijn ook archeologen die menen dat Hazor in deze periode het bestuurlijke centrum was. Uit opgravingen blijkt bovendien dat de steden in Galilea in deze periode beduidend kleiner zijn dan in de tijd van het koninkrijk Israël. Dit bleef ook zo nadat de Babyloniërs heer en meester over het gebied waren geworden. In godsdienstige zin bleven er contacten tussen het koninkrijk Juda en het gebied van Galilea. De godsdiensthervormingen van de Judeese koningenHizkia en Josia beïnvloedden ook Galilea.
In de Perzische periode wordt Galilea overschaduwd door de invloed en voorspoed van de Fenicische kuststeden Tyrus en Sidon. Galilea zelf stelde in deze periode niet veel voor. Voor zover uit de bronnen opgemaakt kan worden, zagen de Perzen Galilea niet als een eigen regio en wezen zij geen aparte bestuurder voor het gebied aan.
[bewerk] Galilea in de Grieks-Romeinse periode
Na de veroveringen van Alexander de Grote kwam Galilea onder Hellenistisch bestuur te staan. Na Alexanders dood waren het aanvankelijk de Ptolemaeën die vanuit de nieuw gestichte stad Ptolemaïs het gebied bestuurden. Gedurende de 3e eeuw v. Chr. was Galilea verschillende malen het strijdtoneel van conflicten tussen de Ptolemaeën en de Seleuciden, die beide het gebied van Galilea tot aan de Negev claimden. Rond 200 v. Chr. kwam het gebied definitief onder Seleucidisch bestuur te staan. Tijdens de Makkabeese opstand, die zich voornamelijk in Judea afspeelde, raakten de Makkabeese broers ook regelmatig slaags met Seleucidische troepen die in Galilea gestationeerd waren.
De Hasmoneese koning Aristobulus I veroverde in 104 v. Chr. Galilea op de Seleuciden en voegde het toe aan het Hasmoneese rijk. Voor zover de bevolking van deze gebieden uit heidenen bestond, dwong hij hen zich te laten besnijden zo tot het Jodendom toe te treden (Aristobulus' vader Johannes Hyrkanus had eerder in Idumea dezelfde politiek gevoerd). Het lijkt erop dat deze maatregelen vooral Oost-Galilea betroffen, waar naast Joden ook groepen Itureeërs woonden. Galilea werd in ieder geval zozeer deel van het Joodse land, dat Pompeius het als Joods beschouwde toen hij het gebied voor de Romeinen veroverde.
Na de inname van het gebied door de Romeinen werd Galilea deel van de Joodse vazalstaat onder Hyrkanus II (63 v. Chr.). Herodes I, de zoon van de Idumeese gouverneur Antipater werd korte tijd later benoemd tot gouverneur over Galilea (48 v. Chr.). Nadat Herodes de opstand tegen de Romeinen van de Hasmoneeër Antigonus had neergeslagen, werd Galilea deel van de Joodse staat onder het koningschap van Herodes (ook wel 'Herodes de Grote' genoemd).
Na de dood van Herodes de Grote werd het Joodse land onder verschillende zonen verdeeld. Galilea en Perea kwamen onder het bestuur te staan van Herodes Antipas (4 v. Chr. - 39 na Chr.) en behoorde daarna tot het koninkrijk van Herodes Agrippa I. De belangrijkste steden in Galilea in deze periode waren Tiberias (gesticht door Herodes Antipas) en Sepphoris. Plaatsen als Kapernaüm en Nazareth, die in het Nieuwe Testament een belangrijke rol speelden, waren in deze periode veel minder belangrijk en hadden vaak niet meer dan een paar honderd inwoners.
Na Agrippa's dood in 44 na Chr. werd Galilea onderdeel van de provincia Judea, waartoe ook de gebieden Judea, Samaria en Idumea behoorden. Dit bleef zo tot in ieder geval de Joodse Opstand (66-70 na Chr.), al zijn er aanwijzingen dat ook daarna de Romeinen het bestuur van Judea en Galilea nogal eens combineerden.
[bewerk] De rabbi's van Tiberias
Na de Bar Kochba opstand (132-135 na Chr.), toen de Romeinen de Joden in Judea met argusogen bekeken, bleek Galilea een toevluchtsoord voor de Joodse rabbi's. Met name de school in Tiberias bleek belangrijk voor het verder herstel en de verdere ontwikkeling van het Jodendom. De Talmoed Jeroeshalmi steunt voor een belangrijk deel op de rabbi's uit Tiberias.
[bewerk] Huidige situatie
De belangrijkste steden in Galilea zijn Nazareth (met grote voorplaatsen), Tiberias en Safed. De stad Haifa, hoewel buiten Galilea gelegen, is een belangrijk dienstencentrum en groter dan iedere stad in Galilea. Andere steden in Galilea zijn Kiryat Shmona, Karmiel en Sachnin en aan de rand van Galilea Nahariya, Akko (westen), Afula en Bet Shean (zuiden).
Galilea ligt bijzonder in de trek bij Israëlische toeristen en internationaal toerisme. Enkele van de hoogtepunten zijn het Meer van Galilea, de oude stad van Safed, het graf van Maimonides in Tiberias, kruisvaardersvestigingen in Akko en Bet Shean, Nazareth, Kapernaüm en de Taborberg, een industrie- en kunstpark in Teffen, bergen, uitgestrekte bossen en natuurreservaten, en kleine dorpen waar men goedkoop kamers kan huren.
Het Joodse land in de Grieks-Romeinse periode | {{{afb_groot}}} | ||
---|---|---|---|
Judea - Samaria - Galilea - Perea - Idumea - Dekapolis - Iturea - Batanea - Trachonitis - Auranitis - Gaulanitis |