Gekwalificeerde meerderheid
Van Wikipedia
Een gekwalificeerde meerderheid is een meerderheid die aan aanvullende eisen voldoet. De term wordt gehanteerd bij stemmingen waarbij een meerderheid van meer dan 50 procent niet voldoende is om een beslissing te nemen.
[bewerk] Europese Unie
| Land | Stemmen | Bevolking (mill.) |
|---|---|---|
| Duitsland | 29 | 82.0 |
| VK | 29 | 59.4 |
| Frankrijk | 29 | 59.1 |
| Italië | 29 | 57.7 |
| Spanje | 27 | 39.4 |
| Polen | 27 | 38.6 |
| Nederland | 13 | 15.8 |
| Griekenland | 12 | 10.6 |
| Tsjechië | 12 | 10.3 |
| België | 12 | 10.2 |
| Hongarije | 12 | 10.0 |
| Portugal | 12 | 9.9 |
| Zweden | 10 | 8.9 |
| Oostenrijk | 10 | 8.1 |
| Slowakije | 7 | 5.4 |
| Denemarken | 7 | 5.3 |
| Finland | 7 | 5.2 |
| Litouwen | 7 | 3.7 |
| Ierland | 7 | 3.7 |
| Letland | 4 | 2.4 |
| Slovenië | 4 | 2.0 |
| Estland | 4 | 1.4 |
| Cyprus | 4 | 0.8 |
| Luxemburg | 4 | 0.4 |
| Malta | 3 | 0.4 |
| Totaal stemmen | 321 | |
| Gekwalificeerde meerderheid | 232 | |
| Verschil | 90 |
Een Gekwalificeerde meerderheidstemming is de stemprocedure in de Raad van de Europese Unie voor sommige beslissingen (andere zijn op basis van unanimiteit), waarbij elk land een bepaald aantal stemmen krijgt toegewezen op basis van de inwonersaantallen van dat land.
Om een gekwalificeerde meerderheid te halen moet op dit moment voldaan worden aan:
- behalen van minstens 232 van de totale 321 stemmen (72.27%)
- wordt gesteund door een meerderheid van lidstaten
- Deze landen vertegenwoordigen samen tenminste 62% van de bevolking van de EU.
Zodra het nieuwe Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa in werking treedt, verandert de gekwalificeerde meerderheid. Onder de nieuwe regels wordt een stemming goedgekeurd wanneer een zogenaamde dubbele meerderheid bereikt wordt:
- minimaal 55% van de lidstaten is voor – en dat zijn er ook nog eens minimaal 15 in aantal.
- deze lidstaten vertegenwoordigen 65% van de inwoners van de EU.
Onder het nieuwe verdrag vallen meer beleidsterreinen onder de gekwalificeerde meerderheidsstemming dan tot nu toe. Op een groot aantal beleidsterreinen moet echter met unanimiteit door de lidstaten besloten worden, waarbij elk land dus zijn vetorecht behoudt.
