Graafschap Dalhem
Van Wikipedia
Het graafschap Dalhem, soms ook Daelhem, Daalhem of Dolhain (in het frans), was een klein zelfstandig gebied tussen Luik en Maastricht. Aanvankelijk heette het 's-Gravenvoeren, maar na het bouwen van een burcht te Dalhem op een steile rots tussen de riviertjes de Berwijn en de Bolland in 1080 werd Dalhem de naam van het Land. Tot 1085 behoorde de burcht toe aan paltsgraaf Herman II van Lotharingen.
In 1239 versloeg de hertog van Brabant de graaf van Dalhem, Dirk van Hochstaden, en in 1244 liet deze Dalhem voorgoed over aan de hertog, die dus voortaan ook graaf van Daelhem was. Een slotvoogd of drossaard voerde er in naam van de hertog het bewind. Onder Brabantse controle vormde Dalhem later met het hertogdom Limburg, het graafschap Valkenburg en de heerlijkheid 's-Hertogenrade een gezamenlijke delegatie in de Staten-Generaal van de Nederlanden en werd onderdeel van de Landen van Overmaas die in personele unie verenigd waren met het Hertogdom Brabant.
De volgende gemeenten of schepenbanken, zowel Dietse als Waalse, behoorden op een of ander ogenblik, op de een of de andere manier tot het graafschap:
- nu in Limburg (Nederland)
- nu in Belgisch-Limburg
- in de gemeente Voeren : Moelingen, 's-Gravenvoeren en Sint-Martens-Voeren (tot 1251 ook Sint-Pieters-Voeren)
- nu in de provincie Luik
- de gemeente Aubel (met de invloedrijke abdij van Godsdal)
- in de gemeente Blegny : Mortier, Housse en Trembleur
- in de gemeente Dalhem : Dalhem, Bern (Berneau), Bolbeek (Bombaye), Feneur, Neufchâteau, Saint-André en Weerst (Warsage)
- in de gemeente Herve : Julémont (deels)
- de gemeente Olne
- in de gemeente Wezet : Cheratte en Richelle
[bewerk] Staatse en Spaanse Partage
Na de Tachtigjarige Oorlog kwam een deel van Dalhem onder bestuur van de Verenigde Provinciën als de Staatse Partage of Staats-Dalhem, met name Dalhem zelf, Olne, Trembleur, Feneur, Bolbeek, Cadier en Oost. Met het verdrag van Fontainebleau in 1785 werden allerlei gebieden geruild en bleven van de Staatse Partage alleen nog Cadier en Oost over; zij werden samengevoegd met 's-Hertogenrade, en bleven nog even bestaan als de Geunieerde Landen van Daelhem en 's Hertogenrade.