Heks (persoon)
Van Wikipedia
Een heks is een persoon, meestal een vrouw (in het bijzonder een wijze vrouw), aan wie bovennatuurlijke krachten worden toegedicht (zogenaamde hekserij), waarvoor zij hetzij geprezen, hetzij verguisd werd. Vaak ging hun macht gepaard met zeer uitgebreide praktische en theoretische kennis van kruiden.
Inhoud |
[bewerk] De heks in het volksgeloof
In de primitieve, menselijke samenleving voelde de mens zich slechts veilig in zijn eigen woonplaats, samen met andere plaatsgenoten. De rondom liggende, onontgonnen natuur was hem vijandig. Aan de andere kant was de natuur ook de voeder van de mens, die hem geneeskrachtige planten, kruiden, e.d. verschafte.
In de folkore was de natuur bevolkt met duistere en lichte wezens, werden levenloze dingen levend en hadden dieren zielen. Het (bij)geloof in geesten, demonen, spookdieren en tovenaars komt, vaak met grote overeenkomsten, over de hele wereld voor. Vroeger werden deze overeenkomsten toegeschreven aan onderlinge beïnvloeding. Nu neemt men aan dat dit universele geloof voortvloeit uit een diepgewortelde angst in de mens voor het duister en de ongekende natuur.
Binnen het volksgeloof worden aan heksen drie gaven toegeschreven: 1. magische krachten; 2. de mogelijkheid om zich in een dier of een ander levend wezen te veranderen; 3. de mogelijkheid om zich snel te verplaatsen.
Onder 'magie' verstaan we de mogelijkheid om een bepaald eindresultaat te bereiken met daartoe niet-geëigende middelen. Een hoestsiroop bijvoorbeeld is een geëigend middel ter bestrijding van een prikkelende hoest, een toverspreuk is in dat geval een niet-geëigend middel.
Magische gebruiken hoeven dus niet altijd kwaadaardige doeleinden te dienen. We onderscheiden goedbedoelde en kwaadwillende magie. Vaak wordt hierbij gedacht aan 'witte' en 'zwarte' magie. Dit komt voort uit de opvatting dat magie anti-christelijk is en dus uit het duister voortkomt.
Het is onduidelijk in hoeverre de georganiseerde heksenvervolging een reactie was op een opleving van Keltisch of voorchristelijk georiënteerd volksgeloof. In de late Middeleeuwen bestonden hiervan nog talloze restanten in de gebruiken en de geloofswereld van de doorgaans agrarisch georiënteerde bevolking. Ook de kerk speelde daarbij een terughoudende rol.
Reeds in de Middeleeuwen zijn er gevallen bekend waarbij mensen worden veroordeeld op beschuldiging van zwarte magie. Een misoogst of de dood van een dier of een mens was vaak aanleiding tot het zoeken van een zondebok. Vaak bleef de straf beperkt tot verbanning of een geldboete.
De zwaarste heksenvervolgingen vonden plaats in de Dertigjarige oorlog aan de oevers van de Main. In het zwaar door oorlogen, epidemieën en plunderingen geteisterde Duitsland (de bevolking werd gehalveerd), keerde de machteloze bevolking zich in een hysterische vervolging tegen (oudere) vrouwen, buitenstaanders maar uiteindelijk vooral tegen zichzelf. Men negeerde de politieke krachten die Duitsland verscheurden en verwoesten en zocht een uitweg voor de frustratie door een oude vrouw ervan te beschuldigen dat zij ervoor verantwoordelijk zou zijn dat een geit geen melk meer gaf.
Uiteindelijk werden in de 'Hel aan de Main' vele duizenden mensen onschuldig als heks verbrand. Bekende plaasten waar dit gebeurde zijn Bamberg en Würzburg. Modern onderzoek laat zien dat sommigen hun concurrenten en mede-erfgenamen van hekserij beschuldigden om daar zelf beter van te worden.
De heksenjagers waren altijd succesvol en werden steeds bevestigd in hun handelen. Iedereen die als heks werd aangebracht bekende immers onder de martelingen. En brachten de gemartelde heksen niet steeds weer nieuwe heksen aan die zelf ook bekenden?
Het ontkennen van het bestaan van hekserij maakte de scepticus zelf ook weer verdacht zodat niemand kritiek durfde te geven op de heksenwaan. Voor de Middeleeuwer stond het als een paal boven water dat er mensen waren die door de lucht konden vliegen, zich in een dier konden veranderen en bedreven waren in het 'Maleficium' d.w.z. 'de kwade hand' oftewel (zwarte) magie en toverij.
Het heksengeloof in deze vorm heeft lange tijd zo kunnen voortleven.
[bewerk] Heksentest
Op verschillende manieren werd getest of iemand een heks was voor men tot vervolging overging. Een heks zou van nature buitengewoon licht zijn en daardoor op water kunnen blijven drijven. Een vrouw die verdacht werd van hekserij werd in bet water. Bleef zij drijven dan was bewezen dat zij een heks was en kwam zij uiteindelijk op de brandstapel terecht. Bleef zij niet drijven, dan was daarmee haar onschuld bewezen. Meestal was het dan te laat en was zij verdronken.
Bij een andere test werd van de weegschaal gebruik gemaakt. Een heks zou minder wegen dan haar lengte boven een meter in kilo's. De verdachte moest zich onder toezicht uitkleden om te kijken of zij geen gewichten in haar kleding verborgen had. Vervolgens kreeg zij een wit gewaad aan waarin zij gewogen werd. Bekend is de zgn. heksenwaag in Oudewater, die ook vandaag de dag nog, zij het als museum, is te bezichtigen.
[bewerk] Het vliegen van de heksen
Modern onderzoek toont aan dat het op de huid smeren van zogenaamde heksenzalf bij een mens de illusie wekt dat hij gloeiend heet wordt en door de lucht vliegt. Deze zinsbegoocheling, in feite de uitwerking van een psychotroop gif, kan uitgelegd worden als de bron van de legenden over 'vliegende' heksen. Wanneer men daarnaast bedenkt dat de Middeleeuwse vrouwen ('kruidenvrouwtjes') doorgaans zeer goed op de hoogte waren van het bestaan van diverse natuurlijke giften (bijvoorbeeld in paddestoelen) met hun hallucinogene werking, dan is niet ondenkbaar dat hierdoor visioenen van vliegende mensen zijn veroorzaakt.
Een andere, meer logische verklaring voor het vliegen op bezemstelen (de heksenrit) kan gevonden worden in het vruchtbaarheidsritueel dat uitgevoerd werd door met een bezem tussen je benen rond het (graan)veld te lopen (paganisme).
Ook levitatie kan beschowud worden als oorzaak van dit algemeen verbreid bovennatuurlijk verschijnsel dat voornamelijk binnen religieuze context wordt vermeld. In onze cultuur treft men dit verschijnsel o.a. aan in de Bijbel. Marco Polo getuigt ook reeds van dit verschijnsel onder Boeddhistische Lama's.
[bewerk] Heksenvervolging in de Nieuwe Tijd
[bewerk] Middeleeuwen en de rol van de kerk
In het Europa van de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd bracht de Kerk toverij in verband met de duivel. Satan, de Antichrist, was de grote vijand van de Kerk. Goed en Kwaad, Licht en Duister voerden een eeuwige strijd. Het nog vrij onschuldige volksgeloof in heksen en demonen werd in deze periode echt gevaarlijk: heksen werden beschouwd als duivelaanbidders.
Tot lang in onze eeuw kregen catechisanten dat te leren uit de 'Mechelse Catechismus': "Tooverij is met de hulp des duivels iets wonderbaars uitwerken." En het eerste gebod verbood "alle afgoderij, superstitie, tooverij, heiligschennis, ketterij en alle ongelovigheid, wanhoop en haat tegen God." Heksen werden door de Kerk afgeschilderd als duivelaanbidders met als gevolg de heksenvervolging.
Het is een misverstand te geloven dat de grote heksenvervolgingen zich in de Middeleeuwen afspeelden. Weliswaar was het geloof in hekserij veel ouder, maar tot dan toe werd de schuldige niet ter dood gebracht, zoals dat in de tijd van de grote heksenvervolging, namelijk de 15e- en vooral de 16e- en 17e eeuw, wel de geëiste straf was. Waarschijnlijk heeft de door pestepidemieën veroorzaakte onzekerheid ertoe bijgedragen dat in de latere Middeleeuwen de samenleving bevangen werd door een ware heksenpsychose. Ook golden voor heksen in die tijd de normale procesregels. Heksenprocessen waren een uitvloeisel en opvolger van de ketterprocessen die plaatsvonden tijdens de Reformatie. Opmerkelijk was dat zij met name tegen vrouwen waren gericht, zeker wanneer zij hun kennis en kunde ten toon spreidden, die van oudsher door vrouwen werden overgeleverd en die vaak teruggaat tot oude cultussen rond de Moedergodin.
Patriarchaal gerichte religies, zoals het Christendom, hadden eeuwen lang gepoogd deze hardnekkige cultussen in te bedden in de eigen visie en traditie (in de vorm van bijvoorbeeld de Mariacultus). Wanneer vrouwen in de samenleving op eigen houtje bleken door te gaan met praktijken om mensen te genezen, zoals ze met hun kruidenkennis vanouds hadden gedaan, werden ze verketterd en met de vinger gewezen. Zij betekenden immers een potentiële ondergraving van de macht van (mannelijke) priesters die daarin gaarne bijgestaan door de (mannelijke) aantredende wetenschappers.
[bewerk] Renaissance
Opvallend genoeg was het PAS tijdens de Renaissance dat mensen, die voor heks werden aangezien, daadwerkelijk werden terechtgesteld. In de eerdergenoemde waag, waar op marktdagen gewone handelsgoederen werden gewogen, kon ook iemand die van hekserij verdacht werd gewogen worden. Als de waag een gewicht aangaf dat volgens haar lichaamsbouw te verwachten viel, werd een certificaat uitgereikt dat de eigenaar ervan vrijwaarde van verdere beschuldigingen. De waag in Oudewater was als één van de weinigen niet gemanipuleerd waardoor hij op nul bleef steken. Op andere plaatsen werd het heksenbewijs vaak vervalst door de niets ontziende heksenjagers.
Een belangrijke rol in deze vervolging speelde het boek Malleus maleficarum oftewel De Heksenhamer. Dit boek, dat door de monniken Institoris (Heinrich Kramer) en Jacob Sprenger is geschreven, verscheen in 1486. Het boek en de inspanningen van de twee heksenjagers vonden vlak na de verschijning weinig weerklank en het zou nog een eeuw duren voor de denkbeelden die erin beschreven werden invloed kregen. De twee monniken waren van mening dat zij een heel nieuw kwaad ontdekt hadden, namelijk dat van de duivel die door middel van heksen de wereldheerschappij wilde overnemen. De incidentele gevallen van hekserij die men in de Middeleeuwen kende, waren in vergelijking hiermee onschuldig geweest. De nieuwe heksen gingen op een heel andere manier met hun heer en meester om. Zij vlogen op bezemstelen naar heksensabbatten en bedreven daar ontucht met elkaar en met de duivel, die verscheen in de vorm van een zwarte bok.
Dit beeld hadden de schrijvers hoogstpersoonlijk verzonnen en in hun boek verwerkt. De dreiging met dit enorme gevaar rechtvaardigde volgens de schrijvers een geheel nieuwe procesvoering, speciaal tegen hekserij. Omdat de aanklacht van hekserij, juist omdat ze op bijgeloof was gefundeerd, volgens de normale bewijsregels niet of nauwelijks te bewijzen viel, was voor deze unieke misdaad reeds een bekentenis van de beklaagde voldoende om hem of haar schuldig te bevinden. Deze bekentenis mocht op de pijnbank worden afgedwongen. Tijdens deze martelingen bekenden de slachtoffers alles wat hun ondervragers wilden horen en zij gaven op hun aansporing ook vaak de namen van andere 'heksen', die vervolgens eveneens werden gearresteerd en gefolterd totdat zij bekenden en anderen van hekserij beschuldigden. Zo ontstond een sneeuwbaleffect waarbij soms een derde van de bevolking van een plaatsje op de brandstapel eindigde.
De inquisiteurs waren geen reguliere rechters, maar speciaal benoemde heksenjagers die betaald werden uit het in beslag genomen vermogen van de veroordeelde. Zij hadden dus een sterk bijkomend motief om zoveel mogelijk beklaagden schuldig te laten verklaren. De veroordeling gebeurde wel door een wereldlijke of kerkelijke rechtbank, die immers de rechtsmacht hadden. Deze rechters waren vaak terughoudend om mensen te veroordelen op grond van op de pijnbank afgedwongen bekentenissen waarvoor verder geen enkel bewijs te vinden was. Hun protesten werden echter in de kiem gesmoord door de heksenjagers door hen ervan te beschuldigen de aangeklaagde heksen te willen beschermen, wat voldoende reden was om ook hen van hekserij te kunnen beschuldigen. Van een slachtoffer op de pijnbank was iedere bekentenis af te dwingen, ook dat deze of gene rechter heksenmeester was. Menig rechtschapen rechter is zo eveneens op de brandstapel geëindigd.
Een heksenproces eindigde meestal omdat de groep beschuldigden te groot werd en ook hoger geplaatsten beschuldigd werden. Dezen lieten het er meestal niet bij zitten maar stapten naar een hogere autoriteit, de vorst of een hoge kerkelijke autoriteit. Deze verklaarde vervolgens dat geen doodvonnissen ten uitvoer mochten worden gebracht en geen verdere beklaagden mochten worden gearresteerd zonder dat de vonnissen door hen nogmaals beoordeeld waren. Zo doofde de waan tenslotte uit en was de desbetreffende plaats weer gevrijwaard van verdere verschrikkingen.
[bewerk] Verzet tegen heksenvervolging
In de tweede helft van de 16e eeuw begon de Nederlandse arts Johannes Wier tegen heksenvervolgingen te publiceren. In 1563 verscheen zijn De praestigiis demonum en in 1577 De Lamiis Liber. Wier betoogde dat vrouwen die van hekserij werden verdacht niet schuldig waren, maar zich dingen hadden laten aanpraten. De duivel had hen, maar ook hun rechters, zinsbegoochelingen voorgespiegeld. Vooral arme, oude vrouwen werden slachtoffer van beschuldigingen van hekserij, zo was hem opgevallen. Dit boek was slechts één uitgave in een eeuwenlang voortdurende polemiek tussen voor- en tegenstanders van heksenvervolging.
Het geloof in heksen werd niet betwist door de tegenstanders van hekenvervolging. Zij betoogden slechts dat de aangeklaagden op onrechtmatige wijze veroordeeld werden. Het lag er vaak ook duimendik bovenop dat met het bewijs geknoeid was of dat er duidelijk haat, nijd, roddel en achterklap aan het werk waren geweest. Een beklaagde die op de pijnbank bekende werd als heks bestempeld. Indien zij de tortuur doorstond werd zij òòk als heks gezien, want de duivel zou er voor zorgen dat zij niet wilde bekennen. Ook als de ongelukkige onder de tortuur bezweek en bewusteloos raakte gold dit als duivelsbewijs. Een ander invloedrijk boek waarin de heksenmanie aan de kaak werd gesteld was het in 1693 door de Nederlandse predikant Balthasar Bekker gepubliceerde 'De betoverde wereld'.
De angst voor heksen heeft Europa eeuwenlang in zijn greep gehouden.
Nederland was één van de eerste landen waar een einde kwam aan de heksenvervolgingen, alhoewel de laatste terechtstelling niet volledig zeker is.
- In 1591 werd Marigje Arriens, een kruidenvrouwtje uit Schoonhoven, wegens toverij tot de brandstapel veroordeeld.
- In 1595 is op vele plaatsen in Nederland een fors aantal mensen ter dood gebracht op verdenking van toverij (o.a. op het Paardeveld te Utrecht en in Arnhem).
- In 1605 werd Mechteld ten Ham in 's-Heerenberg tot de brandstapel veroordeeld.
- In 1608 werd Anna Muggen in Gorinchem tot de brandstapel veroordeeld. Zij is de laatst bekende persoon die in het gewest Holland voor toverij tot de brandstapel is veroordeeld.
- In 1613 werd Triene Langhfeldes uit Zieuwent door een rechtbank als heks ter dood veroordeeld.
In de Verenigde Staten vond in 1692 nog een grootschalige heksenvervolging plaats in Salem. Hekserij was in Groot-Brittannië al relatief vroeg tot een (bijna) dode letter in de wet geworden, maar bleef tot 1953 verboden.
In 1944 werd in het Britse Portsmouth voor het laatst een vrouw gearresteerd wegens hekserij: de Schotse waarzegster Helen Duncan (1897-19??). Deze populaire waarzegster vertelde haar bezoekers tijdens een séance in december 1941 dat zij de geest van een matroos met de pet van het slagschip H.M.S. Barham zag 'materialiseren'. Volgens haar zou de geest hebben gezegd "My ship has sunk". Hoe de waarzegster van de strikt geheim gehouden ondergang van het slagschip H.M.S. Barham kon weten is nooit duidelijk geworden, maar de autoriteiten snoerden haar in 1944 met behulp van een oude wet uit 1735 tegen hekserij de mond. Duncan werd op 30 maart 1944 in de Londense Old Bailey tot 9 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Vermoedelijk was men bang dat zij ook over de voorgenomen invasie van de Franse kust (op 6 juni 1944) voorspellingen of onthullingen zou doen. De plaats van de landing en de datum waren Groot-Brittannië's grootste geheim.
De vervolging van heksen heeft in Duitsland het heftigst gewoed. Dit kwam doordat Duitsland geen centraal gezag kende, maar bestond uit ongeveer 300 zelfstandige staatjes. Het hing af van het nuchtere verstand van de vorsten (doorgaans bisschoppen of abten) van deze staatjes (of juist hun blinde angst voor heksen!) of de rondreizende heksenjagers vrij spel kregen waardoor de heksenwaan kon toeslaan.
Onder Lodewijk XIII vonden in Loudon Frankrijk de beruchte, door Aldous Huxley in 'The devils of Loudon' boeiend navertelde, heksenprocessen plaats. Een aantrekkelijke priester liet een paar nonnen een blauwtje lopen. Als tegenreactie gingen de gefrustreerde vrouwen zich te buiten aan alle klassieke verschijnselen van behekst zijn. De priester werd als schuldige aangewezen en vervolgens verbrand. Lodewijk XIV geloofde niet in hekserij. Daarom werden er tijdens zijn regering in Frankrijk heksen geen vervolgd.
Ook op IJsland hebben heksenvervolgingen en heksenverbrandingen plaatsgevonden. Opvallend daarbij is dat van de 21 gedocumenteerde executies het twintig mannen betrof en slechts één vrouw.
[bewerk] Verlichting
De heksenvervolgingen zijn tijdens de Europese verlichting, een periode in de 18e eeuw waarin de ontwikkelde Europeanen het belang van de natuurwetten begonnen in te zien en wetenschappelijk begonnen te denken, beëindigd. Wanneer natuurwetten onveranderlijk zijn is hekserij immers per definitie onmogelijk.
[bewerk] Hekserij in Afrika
Ook buiten Europa was en is het geloof in heksen wijdverbreid. In een aantal Afrikaanse culturen heerst grote angst voor hekserij. Onder de Bantoevolkeren is het geregeld voorgekomen dat 'heksensnuffelaars' grote aantallen heksen ontmaskerden. Deze werden ter dood gebracht.
In de afgelopen jaren is in Nigeria meermaals een bloedbad aangericht door opgewonden menigten die op zoek waren gegaan naar een vermeende heks. In Nigeria is het geloof dat heksen de vruchtbaarheid van mannen kunnen aantasten algemeen verbreid.
[bewerk] Heksen in sprookjes en literatuur
In de klassieke oudheid was Medea één van de meest gevreesde heksen. De heksen uit Europese sprookjes zijn naamloos:
- De heks uit Hans en Grietje
- De heks uit Doornroosje
- De heks uit Sneeuwwitje en de zeven dwergen
Niet alle sprookjesheksen zijn per definitie slecht van aard. Vrouw Holle bijvoorbeeld kan gezien worden als een goedaardige heks. Zij heeft dan ook een naam. Ook in de moderne literatuur en lectuur komen heksen voor:
- In De stille kracht van Louis Couperus speelt hekserij in het door Nederland bezette Indonesië een belangrijke en angstwekkende rol.
- Eucalypta komt voor in de boeken over Paulus de Boskabouter van Jean Dulieu.
- De verhalen van Harry Potter van J.K. Rowling zijn doorspekt met diverse heksen.
- In De Heksen van Roald Dahl worden moderne heksen, vermomd als gewone vrouwen, opgespoord door een jongetje.
[bewerk] Heksen in stripverhalen
- Zwarte Magica, Madam Mikmak en Hortensia Heks komen voor in de verhalen van Donald Duck
- Heksje in diverse verhalen van Walt Disney
- De heks in de verhalen van Popeye
- Wredulia en de Heksen van Eergisteren in de verhalen van Douwe Dabbert
- De Zwarte Madam in enkele Suske en Wiske verhalen
- Biep en Zwiep
- W.I.T.C.H.
[bewerk] Heksen in films
- Blair Witch rond deze heks zijn vele mythes te vinden. Drie studenten die naar haar op zoek gingen in de bossen rond Burkittsvile, raken tijdens deze zoektocht vermist. Een jaar na hun verdwijning is filmmateriaal, dat gebruikt zou worden voor een documentaire, gevonden in een tas in een honderd jaar oude cabine. Het filmmateriaal is later gebruikt voor de film The Blair Witch Project.
[bewerk] Heksen in de 21e eeuw
Tegenwoordig wordt hekserij door een groeiend aantal mensen als waardevolle kennis en vaardigheid beschouwd en is een nieuwe religie ontstaan.
Wicca is een syncretische, samengestelde, godsdienst. In de Wicca poogt men rituelen te reconstrueren of nieuwe betekenisvolle rituelen te bedenken. Omdat onduidelijk is wat er nu in de Middeleeuwen voor georganiseerde heksencultus was is de vormgeving van de Wicca sterk romantisch, maar vooral speculatief, vormgegeven. Men borduurt voort op Keltische overleveringen, en oriënteert zich op de Geasofie en het beginsel van een vrouwelijke oerkracht.
In dit laatste element verschilt de Wicca sterk van het patriarchale, op de mannelijke kracht gerichte Christendom en Islam. Wicca sluit ook aan bij het in deze tijd modieuze holisme en de New Age Beweging. De wicca, met een studierichting wiccastudies en een coven (groep waarin wiccans werken), is al halverwege de jaren '50 van de twintigste eeuw ontstaan in Groot-Brittannië. Solitaire heksen werken liever zonder groep (coven) om zich heen. Solitair of in een coven, de belangrijkste regel van de moderne heks is "doe wat je wil, maar doe niemand kwaad" en "alles wat je doet zal drie maal tot je terugkeren".
In de hekserij (inclusief wicca) is, ondanks de algemeen heersende (voor)oordelen, geen sprake van angstaanjagende of satanische praktijken, die erop gericht zijn anderen kwaad te doen (witte magie). Een aantal heksen grijpt terug naar oude religies (Egypte, Kelten, Scandinavië, Indianen).
In 2005 kunnen de kosten van een opleiding tot heks in Nederland worden afgetrokken voor de belasting. De opleiding moet dan wel leiden tot betere financieel-economische positie van de leerling, of de scholing moet nodig zijn voor het op peil houden van diens vakkennis. In Nederland bestaat een heksenopleiding aan de Heksehoeve in Appelscha. Deze opleiding tot heks is niet erkend door het Nederlandse ministerie van Onderwijs. De eerste leerling waarvan bekend is dat de kosten werden afgetrokken van de belasting, was een vrouw die optrad als actrice bij festiviteiten en bedrijfstrainingen, en die haar activiteiten wilde uitbreiden door workshops te geven over de Middeleeuwen en hekserij.
In Groot-Brittannië is Wicca erkend als religie, waar zelfs in de gevangenis rekening wordt gehouden met eventuele wicca's die hun religie willen belijden. In de Verenigde Staten van Amerika werken in het leger naast vertegenwoordigers van andere religies ook Wicca-priesters ten behoeve van geestelijke bijstand en religieuze vieringen.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe link
- Johannes Wier; zijn opvattingen over bezetenheid, hekserij en magie. By Jan Jacob Cobben, 1960
- Toverij en samenleving: Holland 1500-1800 By Hans de Waardt, 1991
- Heksen- ook wel vliegzalf
![]() |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Heks (persoon) van Wikimedia Commons. |