Het Lied van Koppelstock de Veerman
Van Wikipedia
Het Lied van Koppelstock de Veerman werd in 1934 door A. J. Schoolman geschreven. Het lied herdenkt de herinname van het stadje Den Briel (tegenwoordig 'Brielle') in Zuid-Holland (Nederland) door de Watergeuzen onder leiding van Lumey op 1 april 1572.
Het lied wordt veelvuldig op cantussen gezongen als studentenlied. Het werd -met aangepaste tekst- ook gezongen als afscheidslied in gezondheidskolonies (voor de bleekneusjes) in de jaren vijftig door de kinderen die weer naar huis mochten.
Het eerste couplet luidde:
- In naam van Oranje, doet open de poort!
- De dokter die geeft het bevel:
- dat wij weer gezond naar ons huis mogen gaan
- we roepen nu allen, vaarwel!
[bewerk] Originele tekst:
- In naam van Oranje, doet open de poort!
- De watergeus ligt aan de wal:
- De vlootvoogd der Geuzen, hij maakt geen akkoord
- Hij vordert Den Briel of uw val
- Dat is het bevel van Lumey op mijn eer
- En burgers, hier baat nu geen tegenstand meer,
- De watergeus komt om Den Briel! (BIS)
- De vloot is met vijfduizend koppen bemand,
- De mannen zijn kloek en vol vuur.
- Een ogenblik nog en zij stappen aan land,
- Zij wachten bericht binnen 't uur;
- Gij moogt dus niet dralen, doet open die poort,
- Dan nemen de Geuzen terstond zonder moord
- Bezit van de vesting Den Briel! (BIS)
- Komt, geeft de verzek'ring, 'k moet spoedig terug
- De klok heeft het uur reeds gemeld.
- Ik zeg 't U, geeft gij mij de sleutels niet vlug
- Dan is reeds uw vonnis geveld.
- De wakkere Geuzen staan tandenknarsend daar.
- Zij wetten hun zwaarden en maken zich klaar.
- En zweren: "Den dood of Den Briel!" (BIS)
- Hier dringt men naar buiten, daar schuilt men bijeen
- En spreekt over Koppelstocks last:
- "De stad in hun handen of anders de dood"
- 't Besluit tot het eerste staat vast!
- Maar nauw'lijks is hiermee de veerman gevleid,
- Of Simon de Rijck heeft de poort gerammeid
- En zo kwam de Geus in Den Briel! (BIS)